Om de energietransitie te versnellen, is een nieuw soort leiderschap nodig, vindt Manon Janssen, boegbeeld van de Topsector Energie. Ook pleit zij voor continuïteit in beleid zodat bedrijven durven te investeren en het beprijzen van CO2-uitstoot. Daarnaast moet de energietransitie ‘leuk’ worden, vindt zij.
‘In de afgelopen jaren hebben we ons vooral gefocust op het verwezenlijken van een overlegtafel’, zegt Janssen. Naast de gezamenlijke focus op de innovatieagenda die daardoor is ontstaan, zijn we volgens de topvrouw al een eind op de goede weg. ‘Het resultaat is dat er nu concrete stappen worden gezet. De 40% kostenreductie waar het Topconsortium Kennis en Innovatie (TKI) Wind op Zee aan heeft bijgedragen, is hiervan een mooi resultaat.’
Sense of urgency
Ook de sense of urgency wordt nu sectorbreed gevoeld, merkt zij. ‘Er is in de afgelopen 12 maanden echt een kantelpunt geweest. Ik hoor iedereen zeggen ‘hoe kan het sneller’. Van Shell en Siemens tot de haven van Rotterdam. Maar ik hoor niemand meer vragen waarom het zou moeten. Dat is ongelooflijke winst.’ Om de energietransitie werkelijk te versnellen, is volgens Janssen een heel pakket aan voorwaarden en prikkels nodig, evenals een bredere interpretatie van het begrip innovatie.
CO2 beprijzen
Als belangrijkste voorwaarde voor een succesvolle energietransitie stelt zij: ‘Er is nu continuïteit in beleid nodig, bijvoorbeeld in de vorm van wetgeving. Zo kunnen we ook na kabinetswijzigingen op de ingeslagen weg doorpakken. Dit betekent meer langetermijnvisie, meer budget en meer zekerheid voor bedrijven om te investeren.’ Als prikkel pleit zij voor CO2 beprijzen: ‘De emissiehandel (EU-ETS-systeem) werkt niet: de prijs van CO2 is zo laag, dat het voor bedrijven goedkoper is door te gaan met vervuilen dan iets te doen aan hun uitstoot.’
Economische en sociale innovaties
Bovendien erkent de topsector dat naast technologische innovaties ook economische en sociale innovaties nodig zijn om in 2050 tot een CO2-vrije samenleving te komen. Janssen: ‘Bij economische innovatie moet je denken nieuwe businessmodellen en marktsystemen. Bij sociale innovatie gaat het om gedragsverandering van burgers waarmee zij de nieuwe energiesystemen omarmen.’
Nieuw soort leiderschap
Ook dringt de behoefte aan een nieuw soort leiderschap zich op. Janssen: ‘Ik denk dat alle grote maatschappelijke uitdagingen een nieuw soort leiderschap nodig hebben. Zeker ook de energietransitie. Ik noem het verbindend leiderschap: iemand die in staat is partijen bij elkaar te brengen die vervolgens gezamenlijk een oplossing gaan zoeken voor een bepaald probleem.’ Deze visie wordt onderschreven door stakeholders in het rapport ‘Wie leidt de energietransitie in goede banen’ van de School for Business and Society, TIAS.
Andere mindset
Ten slotte helpt een andere mindset, vindt de topvrouw. ‘In plaats van schrikbeelden van klimaatverandering en kou lijden in de winter bij meer duurzaamheid kunnen we ook gaan genieten van bijvoorbeeld hergebruik en energiebesparing, slimme technologieën en nieuwe business. Ofwel: de uitdagingen van de energietransitie kunnen ook leuk zijn en in die zin letterlijk nieuwe energie opleveren.’