Energiebesparing is het ondergeschoven kind in het Klimaatakkoord, zegt ondernemersorganisatie voor de technologische industrie FME. Waar het Klimaatakkoord volop spreekt over meer zonne- en windenergie, zijn de plannen rondom energiebesparing op een hand te tellen. Aan de vooravond van het debat in de Tweede Kamer over energiebesparing en de energieprestatie van gebouwen,waarschuwt FME voorzitter Ineke Dezentjé dat “we in een situatie dreigen terecht te komen waarbij onze duurzaam opgewekte energie gebruikt wordt om de nog jaren in omloop zijnde gloei- en halogeenlampen van elektriciteit te voorzien”. FME vindt dat energiebesparing hoger op de agenda van de politiek terecht moet komen.
Nederland laat onnodig kansen liggen als het gaat om energiebesparing. Slechts 10% van de gehele consumentenmarkt maakt gebruik van ledverlichting. “Terwijl een volledige inzet van ledverlichting evenveel stroom kan besparen als 3 miljoen huishoudens per jaar verbruiken. Dit zou leiden tot een enorme CO2-reductie en het bespaart iedereen ook nog eens geld”, aldus Dezentjé.
Ook op het verwarmen van de utiliteitsbouw kan drastisch bespaard worden. Zo’n 70 procent van alle installaties, zoals verwarmingen, zijn in Nederland niet goed afgestemd. Op nationale feestdagen draaien verwarmingen in veel kantoorgebouwen nog steeds op volle toeren, terwijl niemand aanwezig is. “Ik wil dat het afstellen van installaties wordt opgenomen in de Wet Milieubeheer,” zegt Dezentjé. “Het energieverbruik kan hierdoor met 25-30% dalen”.
FME wil door het gebruik van data energiebesparing versnellen. Door het gebruik van data kunnen we onze verwarmingen, koelingen en verlichtingen veel beter monitoren. Dezentjé: “Digitaal aangestuurde sensoren zorgen ervoor dat het verbruik kan worden gevisualiseerd en automatisch kan worden aangepast aan onze persoonlijke behoeften. Hierdoor kunnen we elektriciteit veel gerichter inzetten. Denk bijvoorbeeld aan slimme ventilatiesystemen waarbij via sensoren gericht geventileerd kan worden. Dit levert een energiebesparing van maar liefst 20 procent op”.
Ook industriële grootverbruikers moeten hun steentje bijdragen aan energiebesparing, door hun processen te elektrificeren. “Wat je bespaart, hoef je ook niet duurzaam op te wekken”, aldus Dezentjé.