‘Er lopen 50 tot 55 projecten waar het bedrijfsleven en het ministerie in participeren’, zegt Hans Wessels van directie Milieu en Water bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. ‘De ervaring is dat bedrijven ons weten te vinden, maar dat een duidelijk aanspreekpunt ontbreekt als ze ideeën voor een project hebben.’ Ondernemingen kwamen afhankelijk van het type project via via bij de directie van Wessels terecht of bij een van de andere directies.
Door nu een loket te hebben bij Buitenlandse Zaken, waar Ontwikkelingssamenwerking onder valt, hoopt Wessels dat bedrijven niet van het kastje naar de muur worden gestuurd, maar meteen weten waar ze moeten zijn. Vanuit daar kunnen ze adequaat in contact worden gebracht met de directie waar het project het beste bij past.
Minister Agnes van Ardenne voor Ontwikkelingssamenwerking zei vorige week bij een bijeenkomst over publiek-private partnerschappen in Rotterdam dat het aantal van vijftig projecten hoger is dan verwacht. De afgelopen regeerperiode heeft de minister gepleit voor een grotere rol van private partijen in ontwikkelingshulpprojecten.
Verder heeft het ministerie naast het loket een scan met vijftien criteria gelanceerd waarmee bedrijven snel kunnen zien of hun project in aanmerking komt voor subsidie. Zo dienen hulpprojecten onder meer een bijdrage te leveren aan de zogenoemde millenniumdoelstellingen. Hierin is in 2000 onder meer vastgelegd dat in 2015 kinderen toegang dienen te hebben tot onderwijs, mensen de beschikking moeten hebben over schoon drinkwater en dat het aantal mensen dat honger lijdt moet zijn gehalveerd.
Volgens Wessels wordt per project bekeken hoe de financiering wordt ingevuld. Bij projecten waar bedrijven vooral expertise inbrengen om bijvoorbeeld voor drinkwaterverbetering te zorgen, verstrekt de overheid meer subsidie. In andere gevallen waarbij het bedrijf naast de geboden hulp zelf een financieel belang heeft, wordt er minder subsidie verstrekt.
‘Een voorbeeld is Nutreco , dat samen met ons in gesprek is gegaan met Peru, lokale visserijbedrijven en natuurorganisaties’, zegt Wessels. Nutreco is voor de productie van vismeel afhankelijk van de vispopulatie voor de Zuid-Amerikaanse kust en streeft wegens de leveringszekerheid naar een duurzame visvangst. ‘Er is geen subsidie verstrekt, maar door onze rol als intermediair is Nutreco als gesprekspartner geaccepteerd. Dat heeft het gezamenlijke doel van duurzame visserij toch dichterbij gebracht.’