Efmofidis werkt vanuit de gedachte dat je als mens nietig bent ten opzichte van de wereldgeschiedenis, dat je maar beter zo goed en natuurgetrouw kunt leven in die korte tijd dat je hier bent, en dat je wat nalaat voor degenen die na je leven. “Maar bovenal wil ik dat we gezond leven, en in harmonie.” Volgens die filosofie heeft hij samen met zijn vrouw Coco-Mat opgebouwd en runt hij samen met zijn werknemers het bedrijf. Dat gaat verder dan matrassen van natuurmaterialen.
Wat de interieurspecialist extra ‘groen’ maakt, is de duurzame manier van werken. Het bedrijf won er al diverse milieu- en ondernemingsonderscheidingen mee. Voor elke kastanjeboom die Coco-Mat kapt, plant het er twee terug. Restmaterialen hebben de fabrieken niet of nauwelijks. Directeur Paul Efmofidis: “Alles wordt opgebruikt, de restjes van de stoffen verwerken we tot envelopjes waar je aankooprekening in gaat. Van houtresten maken we pootjes voor onder bedden en kasten. Zaagsel sparen we op en gebruiken we in de winter voor de verwarming van de fabrieken.”
De duurzaamheid van ondernemen gaat door in de omgang met het personeel. Dat wordt gestimuleerd zichzelf te ontwikkelen, bijvoorbeeld met bonussen voor cursussen Engels. Zestien percent van de werknemers heeft een lichamelijke handicap. “Dat je geen pen vast kunt houden, betekent niet dat je in je hoofd niet spoort”, aldus Efmofidis. Daarnaast gaat veel geld van de winst naar renteloze leningen aan Griekse boeren. Het enige wat hij als gunst terugverlangt, is dat ze biologisch ondernemen.
Efmofidis buigt voorover en fronst: “Soms is onze manier van werken in de letterlijke productie niet even effectief: restjes verwerken in dingen die je niet meteen verkoopt, kost soms meer dan het oplevert. Iemand met een handicap is soms langzamer dan iemand zonder. Maar wie meet het belang van diens aanwezigheid voor een groep als geheel? En, uiteindelijk werkt het wel.”
Zoveel filosofie komt niet helemaal uit de lucht vallen: “In Griekenland was na de Tweede Wereldoorlog geen werk. Mijn vader migreerde naar Duitsland. Hij had een handicap aan zijn longen, maar kwam in de kolenindustrie terecht. Hij werkte zich er vrijwel letterlijk dood. Dat heeft me wel gesterkt in mijn benadering van de wereld.” Groen wonen, dat doe je wellicht letterlijk door de omgeving die je kiest. Maar daarnaast zijn er plekken in het land die schoner zijn dan andere, al lijkt je woonomgeving nog zo schoon. Milieudefensie zette dit jaar Nederland binnen Europa op de kaart als het gaat om vervuilde gebieden. Dat zijn er schrikbarend veel, en de concentratie fijnstof (links onder) en stikstofdioxide (links boven) is in ons land zeer hoog. Friesland en Groningen, waar je de meeste natuur vindt en de minste bewoning, blijken de beste plekken als het schoon wonen in een goed milieu aangaat. Afgelopen weekeinde publiceerde Milieudefensie op zijn site www.milieudefensie.nl ook een overzicht van de tweehonderd meest vervuilde straten van het land (zie hoofdfoto van Nederland). Over het algemeen kan je zeggen dat dat vooral de straten zijn waarlangs veel verkeer rijdt. Ook hier komt dat noorden van het land goed uit de bus: geen enkel blokje geeft ook maar enige weg aan die zo vuil is dat deze op de zwarte lijst van Milieudefensie staat.