Gisteren verscheen de publicatie ‘Green growth in the Netherlands 2012’. Hierin wordt een samenhangend overzicht gepresenteerd van de staat van groene groei in Nederland aan de hand van 33 indicatoren. In de periode 2000-2012 ontwikkelden 18 van deze indicatoren zich in een positieve richting en 7 in een negatieve richting. Nederland scoort ten opzichte van de rest van Europa gemiddeld. Het eerste exemplaar van de publicatie is uitgereikt aan de staatssecretaris van Infrastructuur & Milieu, mevrouw Mansveld.
De economische activiteiten in Nederland brengen steeds minder schade toe aan het milieu. De uitstoot van broeikasgassen, de emissie van zware metalen naar water en de totale afvalproductie zijn gedaald sinds 2000. Voor een deel hangt deze afname samen met de economische ontwikkelingen in Nederland. Vooral de afgenomen productie in de industrie leidde de laatste jaren tot minder afval, uitstoot en verontreiniging. Vergeleken met andere EU en OESO landen neemt Nederland een gemiddelde positie in op het gebied van milieu-efficiëntie.
Op de indicatoren voor milieukwaliteit en natuurlijke hulpbronnen scoort Nederland relatief laag. De kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater is de slechtste binnen de EU, de aanwezigheid van verschillende soorten weidevogels neemt af en jaarlijks wordt groen gebied omgezet in bebouwd gebied. De verminderde stedelijke blootstelling aan fijnstof is een lichtpuntje.
De economische kansen die voortkomen uit groene groei zijn de afgelopen jaren toe genomen. De werkgelegenheid bij bedrijven die ‘groene’ producten en diensten maken, is vanaf 2000 gegroeid. Ook de investeringen in het milieu zijn toegenomen, net als het aantal patenten dat door ‘groene’ bedrijven is aangevraagd. De patentaanvragen van ‘groene’ bedrijven vormen daarmee een steeds groter aandeel in het totaal aantal Nederlandse patentaanvragen.
Nederland geeft in vergelijking met andere landen relatief veel geld uit aan milieubescherming en hanteert ten opzichte van het buitenland een relatief hoog belastingtarief op energie, onder andere in de vorm van accijnzen op energie en gas. Milieubelastingen maken de laatste jaren een steeds kleiner deel uit van de totale belastingopbrengst. Bedrijven in de industrie en energiesector betalen gemiddeld 12 procent van de belastingen op energie , terwijl zij verantwoordelijk zijn voor ruim 50 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen. Meer dan de helft van alle energiebelastingen komt voor rekening van huishoudens.
Meten van groene groei
Groene groei wordt gemeten aan de hand van een conceptueel kader dat is opgesteld door de OECD. Binnen dit kader worden zes thema’s onderscheiden: milieu- en grondstoffenefficiëntie, natuurlijke hulpbronnen, milieukwaliteit, groene beleidsinstrumenten en economische kansen. Binnen deze thema’s worden in totaal 33 indicatoren onderscheiden. De OECD heeft een lijst van indicatoren opgesteld. Voor Nederland zijn er enkele indicatoren toegevoegd, omdat deze zeer relevant zijn voor de Nederlandse situatie, bijvoorbeeld de waterkwaliteit. Voor elk van deze indicatoren is de ontwikkeling in kaart gebracht. Aan de hand van deze ontwikkelingen wordt gemeten hoe groen de economie is. Voor de internationale vergelijking wordt hetzelfde raamwerk gebruikt. Niet voor iedere indicator zijn voldoende internationale data beschikbaar om een uitspraak over de internationale vergelijkbaarheid te kunnen doen.
Meer informatie
Tegelijkertijd met dit persbericht heeft de visualisatie voor groene groei op de website van het CBS een update gekregen. In deze visualisatie zijn voor alle indicatoren de nationale en internationale ontwikkelingen afzonderlijk te bekijken. Ook is in deze visualisatie zichtbaar wat de ontwikkelingen per themagebied zijn.