Eind 2015 hebben de 193 lidstaten van de Verenigde Naties de zeventien Sustainable Development Goals (SDG’s) vastgesteld. De wereldwijde ontwikkelingsagenda voor 2015-2030 die ook grote invloed heeft op de foodsector. Viktoria de Bourbon de Parme, hoofd voedsel- en landbouwtransformatie bij de World Benchmarking Alliance (WBA) en Alain Mulder, senior director Europe operations bij het Institute of Management Accountants (IMA) bespreken de voedseltransitie en de cruciale rol die accountants hierin zullen spelen.

De afgelopen maanden presenteerde de EU zijn Farm to Fork Strategy, rolde Coca-Cola zijn 100 procent recyclebare verpakkingen uit, maakte Unilever een miljard euro vrij om voor 2030 al zijn was- en schoonmaakmiddelen vrij te maken van fossiele brandstoffen, en zo zijn er legio duurzame initiatieven in de levensmiddelensector. Het zijn niet alleen innovatieve start-ups, het zijn ook de écht grote bedrijven en organisaties die serieus tijd, moeite én geld steken in het verduurzamen van hun activiteiten.

De WBA indexeert hoe grote bedrijven zich inspannen om te verduurzamen. Hiermee wil de stichting de bedrijven aansporen werk te maken van de duurzame ontwikkelingsdoelen; de SDG’s. Daarnaast moet het bijdragen aan het inzichtelijk maken van het niet-financiële deel van de rapporten van de grootste spelers wereldwijd. Als hoofd voedsel- en landbouwtransformatie gaat De Bourbon de Parme onder andere over de foodsector. “Toen ik nog voor de Rabobank werkte, was ik al gefascineerd door het hele food- en agrisysteem. Als we dit systeem toekomstbestendig willen houden, zullen we moeten blijven verduurzamen. De SDG’s zijn daarom – veel meer dan de millenniumdoelen – in samenspraak met het bedrijfsleven geformuleerd.

We zitten tegen de limieten aan van wat we aankunnen met onze natuurlijke hulpbronnen, maar ook wat betreft het milieu en gezondheids- en sociale aspecten komen de grenzen in zicht. Deze holistische manier van kijken naar bedrijfsvoering heeft een enorme vlucht genomen de afgelopen tien, twintig jaar in het bedrijfsleven. Vanuit de WBA willen we dit inzichtelijk maken voor bedrijven én investeerders. Het belang van goede niet-financiële rapportage neemt steeds meer toe en daarom is onze recente samenwerking met het IMA ook van groot belang. Zij beschikken over enorm veel kennis, ervaring en een goed netwerk.”

Mulder, senior director Europe operations bij het IMA, beaamt dit. Hij en De Bourbon de Parme kennen elkaar al sinds hun gezamenlijke studietijd aan de Nyenrode Business Universiteit. “We zagen veel overlap in onze werkzaamheden en zijn gaan onderzoeken hoe en waar we elkaars activiteiten kunnen aanvullen. Hieruit is ons partnerschap met de WBA ontstaan. Als je de verduurzaming van de foodsector goed wilt laten verlopen, is duidelijke, vergelijkbare niet-financiële rapportage noodzakelijk. Accountants zijn bij uitstek geschikt om deze inzichtelijk en vergelijkbaar te maken; onze rol is cruciaal in de voedseltransitie.”

World Benchmarking Alliance
De WBA indexeert de duurzame inspanningen van de grootste bedrijven wereldwijd aan de hand van de zeventien SDG’s. Hun benchmarks moeten bijdragen aan het ontwikkelen van vergelijkbare niet-financiële rapportages, want, zo zegt WBA hoofd voedsel- en landbouwtransformatie Viktoria de Bourbon de Parme: “Er is geen tijd te verliezen.”

“De WBA is opgericht met het doel om te meten wat de bijdrage is van bedrijven aan het halen van de zeventien SDG’s”, legt De Bourbon de Parme uit. “Hiervoor hebben we zeven systemen vastgesteld waarin verandering moet worden bewerkstelligd; voedsel en landbouw is er daar één van. Binnen deze zeven systemen hebben we 2.000 grote bedrijven geïdentificeerd die een cruciale rol spelen in het behalen van de SDG’s. 350 daarvan bevinden zich in het food en agrisegment, die samen meer dan de helft van de mondiale omzet in food en agri vertegenwoordigen. Als deze bedrijven intensief gaan verduurzamen en dat ook uitdragen binnen hun invloedsfeer, binnen hun productieketens, dan kun je écht verschil maken. Goede niet-financiële rapportage is hier essentieel in.”

De komende jaren zal de foodsector nog meer in het teken komen te staan van een voedseltransitie. Om alle activiteiten, data en standaarden inzichtelijk te maken, krijgt de WBA nu hulp van het IMA. Senior director Europe operations bij het IMA, Alain Mulder: “Behalve dat ik het doorgeven van een goede aarde persoonlijk belangrijk vind, zie ik ook gewoon heel duidelijke kansen vanuit financieel oogpunt. McKinsey heeft bijvoorbeeld uitgerekend dat als de Nederlandse economie duurzaam gaat opereren, onze economie met 2 procent extra zal groeien. Dat is 7 miljard euro per jaar. Er valt gewoon simpelweg meer welvaart te verdelen door te verduurzamen.”

De Bourbon de Parme merkt eveneens dat het bedrijfsleven duurzaamheid steeds serieuzer neemt. “Verduurzamen is geen niche-projectje meer, het is echt onderdeel geworden van de centrale strategie van bedrijven, omdat het samenhangt met de langetermijnvisie. Om een voorbeeld te geven: grote koffiebedrijven vertellen mij dat zij de effecten van de klimaatveranderingen nu al merken in hun productieketens. Als zij daar nu niet op inspelen, zitten hun leveranciers straks zonder oogst en zij zonder grondstoffen. Er zijn legio instanties die geïnteresseerd zijn in onze data en benchmarks. Als je het meetbaar maakt, kun je ook zien of je als bedrijf progressie maakt en kan de lat hoger gelegd worden.”

Het voedselsysteem
De foodsector is met zijn wereldwijde productieketens zeer complex geworden. Dat zorgt ervoor dat sommige bedrijfsactiviteiten nauwelijks goed meetbaar zijn en daar zit de crux, stelt Mulder.“ Accountants zeggen altijd ‘what gets measured, gets done’. Het goed kunnen meten van productieketens is essentieel, omdat dit een belangrijke pijler is van de waarde van een bedrijf. Veel mensen denken dat omzet en winst de voornaamste aspecten van een bedrijf zijn, maar dat is niet zo. De waarde van deze grote bedrijven wordt bepaald door de merken die zij in hun portfolio hebben en hoe hun productieketens in elkaar zitten. Als je die waarde accuraat wilt bepalen, moet je beschikken over goede niet-financiële rapportages.”

De Bourbon de Parme vult Mulder aan: “Grondstoffen worden over de hele wereld verscheept, daardoor zijn milieuproblematiek en sociale misstanden – zoals ontbossing en gedwongen arbeid – binnen een productieketen vaak moeilijk te traceren. Daarnaast heeft de COVID-19-pandemie de handelsketens ernstig verstoord. We zien dat bedrijven steeds meer toewerken naar duurzaamheidsoplossingen als een kortere productieketen, maar om dat voor elkaar te krijgen heb je investeringen nodig.”

Het verkorten van de productieketen is een belangrijk voorbeeld van verduurzaming, maar zeker niet het enige waarvoor investeringen nodig zijn, stellen De Bourbon de Parme en Mulder. “Accountants kunnen deze gerichte en duurzame investeringen als geen ander voorbereiden”, legt Mulder uit. “Wij zien dat het bedrijfsleven hier ook steeds meer mee bezig is, er is echt een momentum gecreëerd. Neem bijvoorbeeld NN Investment, die kijken naar ESG – environmental, social en governance – rapportage en investeren mede op basis daarvan. Ik denk dat het ook voor de voedingsindustrie een grote kans is om hier verder in te gaan en om meer geld naar zich toe te trekken. Zo kan het verduurzamen van de grote bedrijven ook hand in hand gaan met groei. Niet-financiële rapportage van én voor grote bedrijven is daarom essentieel.”

Benchmarks
Met die insteek is de WBA ook aan de slag gegaan, stelt De Bourbon de Parme. “Voor onze benchmarks gebruiken wij voornamelijk publiek beschikbare informatie, zoals jaarrapporten, duurzaamheidsrapporten, persberichten omtrent activiteiten op de onderwerpen waarnaar we zoeken, enzovoorts. Daarmee vullen we vragenlijsten in en zoeken we contact met de bedrijven zelf, zodat ze het kunnen aanvullen. Al die informatie verwerken we vervolgens in ons onderzoek.”

De resultaten worden publiek beschikbaar en voor iedereen inzichtelijk gemaakt door middel van een ranglijst en een scorecard per bedrijf. Hoewel consumenten dus ook over deze informatie kunnen beschikken, zijn zij volgens De Bourbon de Parme niet de belangrijkste doelgroep. “We kijken niet op productniveau, maar naar de hele portfolio. We richten ons op de vraag of het bedrijf er alles aan doet om duurzaamheid centraal te stellen binnen zijn bedrijfsvoering. Wij zijn hierin geen implementatiepartner en doen geen consultatiewerk richting bedrijven. Zij betalen niet om deel te nemen aan onze benchmark. Wat we onderzoeken wordt vastgesteld in dialoog met bedrijven en onze alliantie. De WBA bestaat namelijk uit meer dan 170 partners zoals kennisinstellingen, NGO’s, banken en instituties zoals het IMA.”

Bedrijven zitten tegelijk niet op slechte publiciteit te wachten, een matige score ten opzichte van hun concurrenten kan immers slecht uitpakken. Toch is De Bourbon de Parme niet bang dat dit bedrijven afschrikt. “De bereidwilligheid om mee te werken neemt vaak toe na een eerste indexering, omdat bedrijven zelf al ruimte tot verbetering zien en dit kunnen waarmaken in samenspel met partijen zoals het IMA. Deze dialoog kan bedrijven weer verder op weg helpen. Er zijn overigens ook veel bedrijven die onze benchmarks vanaf het begin al erg waarderen, omdat ze het idee hebben dat hun inspanningen worden herkend.”

Mulder knikt en vult aan: “Ik denk dat we daar niet bang voor hoeven zijn. Bedrijven zouden het juist als een kans moeten zien om hun duurzaamheidsverslaggeving te verbeteren. Ook voor investeerders wordt de niet-financiële rapportage steeds belangrijker, dus zie het als een kans. Winst maken an sich is misschien niet zo moeilijk, maar heb je dat ethisch gedaan? Heb je gekeken naar diversiteit, naar je impact op het milieu? Wij van het IMA geloven sterk in deze aanpak en onze technische kennis en wereldwijde netwerk van cfo’s kan daarvoor van groot belang zijn.”

Dat bedrijven inherent competitief richting elkaar zijn, kan volgens De Bourbon de Parme hierbij helpen. “De indexering in de vorm van een ranglijst stimuleert hen tot hervorming. Ieder jaar verbeteren ten opzichte van zichzelf en de concurrentie. Zo zijn de benchmarks ook opgebouwd; wij willen met name benadrukken wat goed gaat, zodat anderen daar een voorbeeld aan kunnen nemen.” Daar ligt uiteindelijk de kern voor bedrijven, groot en klein. Wat is een goede bedrijfsstrategie waarmee je bijdraagt aan de SDG’s én groei?

De Bourbon de Parme heeft er een duidelijk antwoord op: “Bedrijven doen het goed als ze zich bewust zijn van hun rol in het geheel. Ze hebben impact op mens en milieu. Een holistische strategie en een blijvende inspanning op verduurzaming, dat is de weg voorwaarts en dat maakt bedrijven nóg interessanter voor investeerders.”

Nederland
De foodsector is van grote waarde voor de Nederlandse economie en zoals Mulder al aanhaalde, het duurzaam ontwikkelen van de Nederlandse economie kan juist groei genereren. De Bourbon de Parme ziet daarom ook een leidende rol voor Nederland en Nederlandse bedrijven om de wereldwijde verduurzaming aan te jagen. “Mede doordat Nederland een klein land is, is er een gigantische innovatiekracht aanwezig in de foodsector. We beschikken ook over instituten als Wageningen University & Research en mondiale spelers als Ahold Delhaize, FrieslandCampina en Heineken. De hele wereld kijkt naar de Nederlandse innovatiekracht. We zijn daar echt een wereldleider.”

Mulder is het roerend met haar eens. “Ik denk dat we heel trots kunnen zij op onze voedingsindustrie. We staan erom bekend ontzettend efficiënt te werk te gaan en zo is Nederland een van de grootste spelers geworden, met een minimaal oppervlak. Om dat te blijven is het zaak dat we werk maken van de duurzame transitie en dat blijven doen. Het gaat ook om het toekomstbestendig maken van je bedrijf, want duurzaam opereren heeft de toekomst. En nogmaals, daar zijn investeringen voor nodig, maar die leveren dus wel groei op. ‘What gets measured, gets done’, dus het is zaak dat bedrijven hun niet-financiële rapportage over de breedte inzichtelijk en vergelijkbaar krijgen. De benchmarks van de WBA, mede op basis van de kracht van het IMA, gaan hier een cruciale rol in spelen.”

De Bourbon de Parme ziet ten slotte ook ruimte voor verbetering, namelijk in het stimuleren van gezonde eetpatronen en het tegengaan van voedselverspilling. “Nederland heeft sinds 2018 het Nationaal Preventieakkoord, waarin onder andere staat dat supermarkten moeten bijdragen aan het stimuleren van gezonde voeding. Tot nu toe komt daar echter weinig van terecht, zo blijkt uit de recent gepubliceerde Superlijst Gezondheid – een initiatief van stichting Questionmark, in samenwerking met maatschappelijke organisaties, wetenschappers en andere experts. Uit ons onderzoek blijkt eveneens dat supermarkten onvoldoende nadruk leggen op de verkoop van gezonde producten. In Engeland lijkt dat al tot strikte wetgeving te gaan leiden, tot aan de indeling van de supermarkt aan toe. Actie is dus hard nodig, maar bij voorkeur in overleg met de sector, want waarschijnlijk zit niemand op meer wetgeving te wachten.

Ik zie ook veel Nederlandse initiatieven wat betreft het tegengaan van voedselverspilling en denk dat daar een mooie kans ligt. Het is een lastig gebied om goed te meten, maar het is evident dat wanneer je minder grondstoffen weggooit, het geld oplevert en ook nog eens duurzamer is. Al met al is het belangrijk dat bedrijven niet gaan cherrypicken . Dat ze zich alleen op de milieuaspecten zouden richten en sociale of gezondheidsaspecten over het hoofd zien. Onze benchmark kent vele parameters om bedrijven over de hele breedte te analyseren. Een toekomstbestendig bedrijf heeft een holistische benadering van zijn duurzame langetermijnstrategie. Dat is het recept voor succes.”

Tekst: Jan de Wit. Dit artikel verscheen eerder in de papieren editie van Levensmiddelenkrant