Nederlanders willen niet dat het kabinet minder investeert in klimaatmaatregelen, blijkt uit nieuw onderzoek van I&O Research. Gemeenten zijn volop bezig met energiestrategieën en transitievisies. Intussen wacht de burger op informatie over – onder andere – de verduurzaming van zijn huis. Het eigen gedrag pasten Nederlanders het afgelopen jaar maar heel beperkt aan, in elk geval niet zo dat het in de (door ons berekende) ecologische voetafdruk van de Nederlander te merken is. De burger wacht nog steeds op de overheid. Dit blijkt uit onderzoek van I&O Research in opdracht van Binnenlands Bestuur, onder 2.196 Nederlanders van 18 jaar en ouder dat liep van 20 tot 25 februari, vóórdat het coronavirus in Nederland een crisis werd.
Maar die overheid heeft zijn handen vol aan de coronacrisis. Vrijdag 27 maart maakte het kabinet bekend voorlopig niet met nieuwe maatregelen te komen om de CO2-uitstoot te verminderen, vanwege die coronacrisis. Uit de meest recente peiling – die liep van 26 tot 30 maart, onder 2.342 Nederlanders – blijkt dat Nederlanders niet vinden dat uitvoering van klimaatplannen uitgesteld kan worden. Ondanks het coronavirus maken Nederlanders zich zelfs iets meer zorgen over de klimaatverandering dan een maand geleden (van 65% in februari naar 71% eind maart).
CO2-afdruk van Nederlanders niet veranderd
De gemiddelde CO2-afdruk van Nederlanders is niet veranderd ten opzichte van 2019 (figuur 1). De Nederlander lijkt iets duurzamer te zijn gaan eten sinds vorig jaar (van 261 naar 259 punten), maar lijkt weer iets meer uit te stoten binnen het domein vervoer (van 199 naar 204). Deze verschillen zijn echter dusdanig klein dat er geen sprake is van een significant verschil. Ten opzichte van vorig jaar zijn wij Nederlanders ons dus – gemiddeld genomen – niet duurzamer gaan gedragen.
Figuur 1: CO2-voetafdruk, inkomen en opleiding (basis: allen)
Paradox: mensen hebben goede intenties, maar het maakt nog geen verschil
Het lijkt in tegenspraak met al het nieuws over duurzaamheid het afgelopen jaar. Of alle programma’s en artikelen in de media die mensen helpen zich duurzamer te gedragen. Mensen hebben nog steeds de beste intenties, velen denken van zichzelf ook dat ze (veel) duurzamer leven. Zo zei in 2019 28 procent “Ik ben van plan minder vlees te gaan eten” (nu zegt 27% dat). En 41 procent zegt “Ik ben het afgelopen jaar minstens 10 procent minder vlees gaan eten”. Ook zeggen nu meer mensen dan in 2019 zonnepanelen te hebben (van 19 naar 26% ) en zegt 28 procent zijn huis in 2019 energiezuiniger te hebben gemaakt. Het is dus niet zo dat Nederlanders helemaal niets doen, maar het is in de cijfers (het aantal grammen vlees, een wezenlijk lagere energierekening, significant lagere vlieg- en autokilometers, etc.) nog niet terug te zien. Kortom: “Duurzaam denken is nog steeds niet duurzaam doen”.
Houding ten opzichte van klimaatverandering nauwelijks veranderd
Dat de mens verantwoordelijk is voor klimaatverandering wordt bijna niet ontkend (84% mee eens). Een derde van de Nederlanders (30%) vindt het een te groot probleem en weet niet waar ze moeten beginnen, en bijna de helft (46%) ziet het somber in voor toekomstige generaties. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar. Om klimaatverandering tegen te gaan kijken burgers vooral naar grote bedrijven, die moeten eerst stappen maken anders heeft individueel initiatief volgens 59 procent geen zin. Een derde (33%) denkt dat eigen initiatief sowieso niet veel uithaalt, maar vier op de tien (42%) denken van wel. De invloed van de overheid op het gedrag van burgers lijkt wel beperkt; slechts drie op de tien (30%) denken dat zij zich duurzamer gaan gedragen wanneer zij informatie of hulp ontvangen vanuit de overheid. De vraag is vervolgens wie dan – volgens de burgers – het beste actie kan ondernemen.
Burger wacht nog steeds op de overheid
Net als vorig jaar verwachten Nederlanders het meeste effect van regelgeving van de overheid richting het bedrijfsleven (58%) of technologische ontwikkelingen en innovaties (62%). Ze verwachten een kleiner effect door gedragsverandering van individuele burgers (43%) of regelgeving om duurzamer gedrag af te dwingen (30%). Het zijn dus de (grotere) bedrijven en overheden die het moeten doen volgens de burgers.
Maar wat de verschillende overheden precies doen tegen klimaatverandering is voor veel burgers onduidelijk. Zes op de tien Nederlanders (58%) hebben nog een redelijk beeld van wat de regering doet, maar bij gemeenten (27%) en provincies (17%) is dit al fors minder. Ongetwijfeld zijn provincies en gemeenten hard aan het werk, maar het bereikt de burger nog nauwelijks.
Van de Nederlanders met een beeld van het regeringsbeleid vindt een groter aandeel (26% versus 20% in 2019) het klimaatbeleid ambitieus genoeg in vergelijking met vorig jaar. Mogelijk komt dit door de maatregelen die het afgelopen jaar zijn genomen (bijvoorbeeld de snelheidsverlaging naar 100 km/u) of bekend zijn gemaakt in het Klimaatakkoord. Het aandeel Nederlanders (met kennis van het beleid van de gemeente en/of provincie) dat vindt dat gemeenten en provincies meer moeten doen tegen klimaatverandering is afgenomen. Dit kan er op duiden dat meer mensen tevreden zijn over de stappen die beide overheidslagen sinds vorig jaar hebben genomen.
Meerderheid vindt het belangrijk om betrokken te worden bij de warmtetransitie
Acht op de tien Nederlanders (78%) zeggen nog geen informatie te hebben ontvangen over wat de warmtetransitie voor hen betekent. Bijna de helft (45%) van de Nederlanders wil deze informatie het liefst van zijn of haar gemeente ontvangen. Meer dan de helft (55%) van de Nederlanders wil dan ook betrokken worden, het liefst door hun mening te geven (55%, 30% van alle Nederlanders) of door geïnformeerd te worden (43%, 24% van alle Nederlanders). Burgers willen dus een rol spelen, maar vinden niet dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor het aardgasvrij maken van hun woning. In hoeverre burgers ook invloed hebben op de keuze voor een alternatieve verwarming in een woning is onduidelijk, het aandeel dat denkt van wel (36%) is even groot als het aandeel dat denkt van niet (36%). De burgers lijken zelf dus niet goed te weten in hoeverre zij mogen meebeslissen. Zes op de tien (62%) willen in ieder geval graag hulp van de gemeente of anderen bij de warmtetransitie, dat is dus een duidelijke oproep aan gemeenten. Slechts 8 procent wil het aardgasvrij maken van de woning zelfstandig doen.
Meest recente peiling
Zorgen over uitstoot toegenomen
Ondanks het coronavirus en de verregaande maatregelen om het virus tegen te gaan, maken Nederlanders zich zelfs iets meer zorgen over het klimaat dan een maand geleden (van 65% in februari naar 71% eind maart).
Figuur 2: In hoeverre maakt u zich zorgen over de uitstoot van broeikasgassen (onder andere CO2), de klimaatverandering en de effecten daarvan voor het milieu? (basis: allen)
Nederlanders willen niet minder doen tegen klimaatverandering
Vrijdagmiddag 27 maart maakte het kabinet bekend, vanwege de coronacrisis, voorlopig niet met nieuwe maatregelen te komen om de CO2-uitstoot te verminderen.
Nederlanders willen niet dat kabinet minder doet tegen klimaatverandering
Nederlanders willen niet dat het kabinet minder gaat doen dan het kabinet Rutte tot nu toe (voor de coronacrisis) aan plannen bekend heeft gemaakt om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Dit onderzoek liep van donderdagavond tot maandagochtend. Op vrijdagmiddag was de helft van de vragenlijsten ingevuld. In het onderzoek hebben we mensen niet kunnen vragen of ze dit bericht gehoord of gelezen hebben, maar we zien wel dat de zorgen en de steun voor maatregelen toenemen op zaterdag en zondag.
Figuur 3: Vindt u dat het kabinet-Rutte meer, minder of ongeveer evenveel moet doen om de uitstoot van broeikasgassen (onder andere CO2) te verminderen? (Basis: allen)
Onderzoeksverantwoording
Aan dit onderzoek werkten 2.196 Nederlanders van 18 jaar en ouder mee. Het onderzoek is grotendeels online uitgevoerd in het I&O Research Panel. Een klein deel (n = 105) van de steekproef (5%) is betrokken via PanelClix. Het veldwerk liep van donderdag 20 tot en met dinsdag 25 februari 2020.
De onderzoeksresultaten zijn na herweging op geslacht, leeftijd, huishoudgrootte, opleidingsniveau, regio en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 representatief voor de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder op deze achtergrondkenmerken.
Meest recente peiling
I&O Research voerde van 26 tot 30 maart 2020 een onderzoek uit onder 2.342 Nederlanders. Vragen over de coronacrisis en het klimaat zijn op verzoek van Milieudefensie gesteld. De resultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, opleiding, regio en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2017. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.