Waterbedrijven kunnen zakelijke grootverbruikers helpen bij de besparing van drinkwater. Maar recent onderzoek wijst uit dat de hele waterketen hierin een rol heeft. Er is een systeembenadering nodig en ook regionaal maatwerk. “Ik ben heel blij met dit resultaat”, zegt André van Toly van Waterbedrijf Groningen. “Het laat zien hoe complex waterbesparing is op het niveau van één individuele zakelijke klant. We moeten dit gewoonweg samen doen.”
In 2035 moeten zowel huishoudens als zakelijke afnemers een drinkwaterbesparing van 20 procent hebben gerealiseerd. Deze doelstelling staat in de kamerbrief Water Bodem Sturend van november 2022. Een flinke uitdaging, en volgens het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat noodzakelijk om te kunnen blijven voldoen aan de groeiende drinkwatervraag in de context van klimaatverandering en bevolkingsgroei.
Diffuse groep
Binnen het Integraal verkennend Onderzoek van het collectieve onderzoeksprogramma voor de waterbedrijven (BTO) is een studie uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in het zakelijke grootverbruik van drinkwater en de overwegingen, mogelijkheden en het effect van besparingsmaatregelen. Bijna een kwart van de Nederlandse drinkwaterproductie gaat richting de (groot)zakelijke markt, en er bestaat een minder duidelijk beeld over besparing dan bij huishoudelijke afnemers van drinkwater. “Voor een groot deel komt dit doordat zakelijke grootverbruikers een diffuse groep vormen”, weet Nicolien van Aalderen, onderzoeker bij KWR. “Je hebt het bijvoorbeeld over de voedingsmiddelenindustrie en chemiebedrijven, maar ook over ziekenhuizen en zwembaden. Dan is het heel lastig om een one-size-fits-all oplossing te vinden.”
Grens van waterbeschikbaarheid
Bij Waterbedrijf Groningen ligt de norm voor zakelijke grootverbruikers op 10.000 m3 per jaar of meer. “In het onderzoek zijn ook klanten meegenomen die tien, of zelfs honderd keer zoveel gebruiken”, zegt Van Toly. “Met zulke partijen zijn we in gesprek om te zien of waterbesparing mogelijk is. De urgentie voor Waterbedrijf Groningen om op drinkwater te besparen is namelijk erg groot. Het zekerstellen van de drinkwatervoorziening stelt ons voor flinke uitdagingen. We zitten tegen de grenzen aan van de vergunningen om water te mogen winnen uit grond- en oppervlaktewater. Elke nieuwe klantvraag betekent een risico op het overschrijden van de grens van waterbeschikbaarheid. In plaats van ‘nee’ te verkopen, kijken we naar duurzame oplossingen voor processen die niet per se om drinkwaterkwaliteit vragen. We zoeken bij onze grootzakelijke klanten altijd eerst naar mogelijkheden om water te besparen; dat is de meest duurzame oplossing. Maar soms is dat niet mogelijk. In 2014 hebben we gekozen voor een diversificatiestrategie, hieruit is North Water voortgekomen, een joint venture met Evides Industriewater. North Water maakt industriewater van oppervlaktewater en levert dit aan bedrijven, bijvoorbeeld in de Eemshaven. Hierdoor worden schaarse drinkwaterbronnen ontlast. Dit is een goede manier om de waterbelangen in onze regio duurzaam veilig te stellen.”
Verschillende perspectieven
Maar wat als drinkwater het noodzakelijke ingrediënt is van de bedrijfsvoering? Hoe kan hier dan toch op worden bezuinigd? Om meer grip op die vraag te krijgen heeft het project verschillende perspectieven in kaart gebracht. Onderzoeker Van Aalderen legt uit. “Vanuit het perspectief van de waterbedrijven blijkt dat sinds de droge zomers van 2018 en 2019 een sentimentsverandering heeft plaatsgevonden. Waar voorheen werd gekeken naar de levering van zoveel mogelijk drinkwater, ligt nu de nadruk op het besparen ervan en het zoeken naar alternatieven wanneer drinkwaterkwaliteit niet nodig is. Ik vind dat een hoopvolle ontwikkeling, want het past goed bij de uitdagingen die de drinkwatersector momenteel op zich ziet afkomen. Wat betreft het perspectief van de zakelijke klant, blijkt in ruim van de helft van de 22 geïnterviewde grootverbruikers slechts beperkt inzicht te zijn in het waterverbruik tijdens de processtappen. Vaak zijn die processen door de jaren heen zo gegroeid, en zijn tussentijds geen maatregelen genomen die een gedetailleerd inzicht geven. Terwijl bedrijven aangeven dat ze duurzaamheid belangrijk vinden, gaat het hierbij vaker om energie dan om water. Het ontbreekt aan een financiële prikkel om te investeren in waterbesparingsmaatregelen: de kosten voor drinkwater zijn te laag om de vaak hoge benodigde investeringen terug te verdienen.”
Watertransitiegesprekken
Ook het procestechnologisch perspectief is tijdens het onderzoek onder de loep genomen: de mate waarin zakelijke drinkwaterklanten hun processtappen kunnen optimaliseren om zo water te besparen. Dit onderwerp hoort thuis bij de wijze waarop Waterbedrijf Groningen al sinds 2018 actief aan de slag is. “Met veel van onze zakelijke klanten voeren we watertransitiegesprekken”, vertelt Van Toly. “Hiermee verkennen we hoe waterbewust de klant is. Als we de indruk hebben dat hier wat valt te halen, bieden we een Waterscan aan. Het laboratorium van Waterbedrijf Groningen en WMD Drinkwater – Waterlaboratorium Noord – brengt dan de hele waterbalans van zo’n bedrijf in beeld. Waar wordt het water voor gebruikt, kan het met minder, kan water mogelijk twee keer worden benut, kunnen we iets met een afvalstroom, of – als besparing niet mogelijk blijkt – kunnen we een alternatief bieden voor drinkwater, dat soort dingen. We deden graag aan het BTO-onderzoek mee om te ontdekken of we al goed op weg waren met het aankaarten van drinkwaterbesparing bij zakelijke grootverbruikers. En ik lees die bevestiging terug, dat is natuurlijk heel mooi.”
Systeembenadering
Dat Waterbedrijf Groningen vooroploopt in activiteiten die gericht zijn op drinkwaterbesparing bij zakelijke grootverbruikers, maakt Van Toly trots. Maar hij ervaart hierin ook de grenzen, iets wat eveneens door het onderzoek wordt aangekaart. “Waterbesparing speelt op verschillende niveaus. Je hebt het niet alleen over de techniek en over bedrijfsmatige aspecten. Het gaat ook om het hele watersysteem. Omdat waterbesparing kostentechnisch vaak niet uit kan, is de relatie tussen waterbedrijf en zakelijke klant best ingewikkeld. In het rapport staat onomwonden dat we een integrale benadering nodig hebben. Ik denk dat we er niet omheen kunnen dat we moeten samenwerken met de overheid en alle andere stakeholders. Maar ook met clusters van bedrijven die in eenzelfde gebied gevestigd zijn. Anders krijg je een kringloopsluiting of lokale circulaire netwerken nooit rond. Het zou helpen als lokale overheden – gemeenten, provincies – op dat vlak nog meer zouden instappen. Zo zijn we met de provincie Groningen in gesprek om subsidies beschikbaar te stellen die waterbesparende projecten bij zakelijke grootverbruikers van de grond kunnen krijgen. Onze klanten zijn hiertoe best bereid, maar ze hebben wel een steuntje in de rug nodig.”
Regionaal maatwerk
Ook het contextuele perspectief dat het onderzoek heeft belicht, stemt Van Toly tot blijdschap. Voor deze invalshoek van de kwestie is gekeken naar het besparingspotentieel bij zakelijke grootverbruikers van drinkwater in relatie tot de totale drinkwatervraag. Van Toly: “De rijksoverheid werkt hard aan actieplannen voor besparing op het totale plaatje van drinkwaterverbruik. Dan zie je discussies ontstaan over de vraag hoe groot het probleem met de grootzakelijke klant nou eigenlijk is. Want zoveel water nemen ze verhoudingsgewijs toch niet af? Maar wanneer je regionaal kijkt, is de impact groot. Als we bijvoorbeeld water leveren op een locatie met weinig ruimte in de vergunningen, en we weten juist dáár bij een klant water te besparen, is het effect op de regionale waterbeschikbaarheid groot. Dit maatwerk is dus uiterst belangrijk.”
Uitdagingen
Wat de systeembenadering betreft ziet Van Toly nog wel de nodige uitdagingen om dit in praktijk te brengen. “Ik ben benieuwd of andere partijen de noodzaak tot samenwerken ook zo ervaren. Iedereen heeft zijn eigen agenda. Waterschappen hebben bijvoorbeeld te maken met de Kaderrichtlijn Water. Hun focus ligt daarmee in ieder geval op de waterkwaliteit en misschien iets minder op de drinkwaterbeschikbaarheid. Dat snap ik helemaal. Bij zakelijke grootverbruikers krijgt het onderwerp van drinkwaterbesparing alle aandacht, zeker met de uitkomsten van dit rapport. We delen de resultaten onderling als drinkwaterbedrijven, en ook met de brancheorganisatie Vewin. Zij zijn de aangewezen partij om invloed uit te oefenen op de hele waterketen. Voor Waterbedrijf Groningen heeft het onderzoek nieuwe inzichten opgeleverd in onze watertransitiegesprekken met zakelijke klanten. We gaan deze anders insteken. Behalve het management willen we ook mensen van de werkvloer erbij betrekken, zodat waterbesparing door de hele organisatie wordt gedragen.”
Samenwerking
Het project ‘Drinkwaterbesparing bij zakelijke grootverbruikers’ is uitgevoerd binnen het collectieve onderzoek van de Nederlandse drinkwaterbedrijven en de Watergroep (Vlaanderen).