Terwijl ik het toch zo duidelijk had geprobeerd uiteen te zetten. Niet duidelijk genoeg blijkbaar. Op het gevaar af dat ik in de krant het gelijk probeer te halen dat ik in de zaal niet kreeg, hier nog een poging.
Een aantal dingen is in korte tijd gemeengoed geworden. Het gaat bij verantwoord ondernemen om een publieke eis van de samenleving aan het bedrijfsleven. De eis komt erop neer dat ondernemingen economisch gezond, sociaal alert en milieubewust dienen te opereren omdat anders hun ‘licence to operate’ op de tocht komt te staan. Zeker, de motieven die ondernemingen hebben om zich naar deze eis te voegen, lopen van zelfbehoud en externe druk tot overtuiging. Maar vaststaat dat ‘ verantwoord ondernemen ‘ voor de komende jaren hoog op de ondernemingsagenda zal blijven voorkomen. Zelfs al zou de conjunctuur gevoelig teruglopen.
Het merkwaardige is nu, en ook het bedenkelijke, dat dit gaandeweg gegroeide inzicht door velen, soms door wel drieënzeventig procent, wordt beleefd als een betekenisvolle maar niet echt schokkende ontwikkeling. Het ligt blijkbaar in de lijn der dingen dat maatschappelijke verwachtingen ten aanzien van het bedrijfsleven periodiek worden aangescherpt. De eisen die dat met zich meebrengt worden in de bedrijfspraktijk van elke dag redelijk geabsorbeerd. Terugkijkend valt er dan wel een ontwikkeling te constateren, maar het geheel blijft staan in het teken van de geleidelijkheid.
Dit nu is een foutieve en ook riskante inschatting. Foutief, omdat daarmee de omvattendheid en de radicaliteit van de eisen worden miskend, en riskant omdat op deze manier een veelbelovende maar veeleisende beweging wordt gesmoord in vanzelfsprekendheid. Verantwoord ondernemen is niet vanzelfsprekend. Het vereist een omzetting in denken en doen op grotere schaal dan alleen die van de onderneming. Op het eigen beleidsterrein van de afzonderlijke onderneming, groot of klein, is veel bijstelling en aanpassing aan maatschappelijke eisen mogelijk. Daar zijn dingen nog redelijk te overzien en in regie te nemen, want daar gaat het over processen die zich in belangrijke mate laten sturen. Enkele decennia van organisatie- en bedrijfskundige inspanningen hebben van management een vak gemaakt, en verantwoord ondernemen profiteert daarvan mee. Als het gaat om beleidsbijstellingen, in de zin bijvoorbeeld van sociaal alerter en milieubewuster, staan vandaag bedrijfskundigen en organisatieadviseurs vooraan met hun gereedschapskist vol procesbegeleidingen.
Maar daar zit ook het probleem. Verantwoord ondernemen is tot het domein gaan behoren van procesbegeleiders, terwijl de moeilijkheden en blokkades liggen op het vlak van structuren en instituties, op een schaal die de afzonderlijke onderneming ver te boven gaat. Zo verbazingwekkend was de uitslag niet van de stemming over ‘niet een geleidelijke ontwikkeling maar een radicale verandering’.
Zet vandaag vierhonderd economiestudenten bij elkaar, en je hebt driehonderdtachtig bedrijfseconomen in de zaal, stuk voor stuk volle neven van de bedrijfskundigen. Dat is een hoop intellect bij elkaar, maar verantwoord ondernemen moet het vandaag hebben van institutionele economen, mensen die niet alleen kijken naar processen en transacties maar allereerst naar sociaal-economische structuren en instituties. Regisseerbare processen zijn mooi en boeiend, maar structurele verhoudingen en institutionele constructies zijn bepalend op wereldschaal. Verantwoord ondernemen vereist een radicale visie op precies deze structuren en instituties. Daarvoor gaan mensen vandaag de barricaden op.
Iemand die dat ook heeft begrepen is minister-president Guy Verhofstadt, op dit moment namens België voorzitter van de Europese Unie. In die hoedanigheid heeft hij kortgeleden een open brief gepubliceerd aan de ‘antiglobalisten’. Hij noemt hen ‘een verademing in onze post-ideologische tijd’, en prijst hen nadrukkelijk, want ‘jullie stellen vaak de juiste vragen’. En die vragen gaan niet over ondernemingsprocessen maar juist over wereldwijde structurele verhoudingen en instituties. Het is daarom paradoxaal, aldus Verhofstadt, om tegen mondialisering te zijn. Want voor goede oplossingen is niet minder maar méér mondialisering nodig. Onder één voorwaarde: dat mondialisering wordt geleid door wereldwijde ethische standaarden en afspraken. Verhofstadt heeft er een nieuwe term voor: ethisch globalisme.
Zover blijken de vierhonderd economiestudenten nog niet. Zij staan nog op het standpunt: verantwoord ondernemen moet wel beheersbaar blijven binnen de onderneming. Zij moeten nog leren dat de echte beslissingen vallen op terreinen die zich aan beheersing lijken te onttrekken. Daar helpt alleen nog een gezamenlijke inspanning van ondernemingen, wetenschappers, burgers en overheid. Daar helpt alleen een radicale aanpak.
De inleiding van SER-voorzitter Wijffels was door de organisatoren van het congres samengevat in de stelling: overheidsregulering van verantwoord ondernemen maakt de verwarring alleen maar groter. De stelling werd door zesenzestig procent van de aanwezigen afgewezen. Dat geeft dan weer hoop.
Henk van Luijk is filosoof en oud-hoogleraar bedrijfsethiek.