‘Dit is nog maar het begin’, hield de directeur van Forbo-Novilon Cees van Oostenrijk de aanwezigen voor. ‘Het begrip “duurzaam” bestaat nog maar net, ondernemers doen er gewoon een tijdje over om te ontdekken wat het betekent en zien ze de voordelen, dan gaan ze er als een haas mee aan de slag.’ Gedeputeerde Johan Dijks viel de voorzitter van de Industriele Vereniging Coevorden bij met de woorden: ‘Dat het project Duurzaam Drenthe nu stopt, wil nog niet zeggen dat het met de verduurzaming van de bedrijven ook gedaan is. Met het project is een denkproces op gang gezet, aan de hand waarvan steeds meer ondernemers bezig gaan met uiteenlopende initiatieven op het gebied van duurzaamheid.’
In mei 1999 ging het project Duurzaam Drenthe op initiatief van de provincie Drenthe van start. Syntens Drenthe werd de motor achter het project, dat werd ondersteund door tal van organisaties, van gemeenten tot de Kamer van Koophandel en van de Rabobank tot verschillende brancheverenigingen. In totaal heeft het project zo’n 25 miljoen gulden gekost. Met zeshonderd deelnemende bedrijven in drieenhalf jaar tijd is het project in Drenthe goed op gang gekomen. De provincie loopt hiermee ver voor op andere landsdelen, hoewel inmiddels ook in Groningen en Flevoland vergelijkbare projecten zijn opgestart.
Projectmanager van Duurzaam Drenthe Kees Groot belichtte de resultaten: ‘Op de eerste plaats is er een tijd lang veel aandacht voor het project geweest; veel ondernemers in Drenthe kennen Duurzaam Drenthe en waar het voor staat. Er zijn tal van projecten gestart, zowel door individuele bedrijven als door groepen ondernemers. In de projecten is voor gemiddeld tussen de tien en vijftien procent besparing gerealiseerd op het verbruik van gas, elektriciteit en water. In totaal is er voor ongeveer achttien miljoen gulden geinvesteerd en zijn er bijna driehonderd nieuwe arbeidsplaatsen ontstaan.’
Heel succesvol waren de deelprojecten “Duurzame bedrijventerreinen” in Emmen, Coevorden, Meppel en Roden waar ondernemers door samenwerking grote voordelen in het vooruitzicht hebben. Van Oostenrijk’s mening wijkt niet af van die van de voorzitters van de industriele verenigingen van Emmen (Rolf van der Mark) en Roden (Willem Klok): ‘Ondernemers ervaren op hun bedrijventerrein dezelfde problemen en zoeken elkaar op. Het begint met heel kleine en concrete dingen, zoals gezamenlijke beveiliging of gezamenlijk onderhoud van de groenvoorzieningen. En dan komt van het een het ander omdat ze ontdekken dat er met vereende kracht onverwachte voordelen onder handbereik komen. We gaan nu op weg naar parkmanagement, waarbij we als ondernemers samen met de gemeente het beheer van de bedrijventerreinen willen gaan runnen.’ De Emmer wethouder Gezienus Evenhuis voegde daaraan toe dat ondernemers vooraan in de rij staan als ze er direct voordeel mee kunnen halen: ‘Maar het moet wel allemaal heel concreet zijn en op korte termijn. Ze willen eerst de laaghangende vruchten plukken.’
De ondernemers in de vier gemeenten denken de komende vijf jaar ongeveer twintig miljoen gulden te gaan investeren plus gezamenlijk duizend uren per week aan personele inspanning. Jaarlijks betekent dit een aanwas van vijftig arbeidsplaatsen.
Duurzaam ondernemen komt tot nu toe neer op maatregelen die goed zijn voor een duurzaam rendement en een duurzaam milieu. Maatregelen dus die goed zijn voor de portemonnee en voor het milieu. De voorhoede van duurzame ondernemers is nu bezig met concrete maatregelen. Onder hen zijn de ongeveer honderd Drentse ondernemers die in Frederiksoord het certificaat Duurzaam Drenthe kregen uitgereikt. Maar de voorhoede is nog niet op gang, of de ontwikkeling van duurzaam ondernemen naar maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) is een feit. Volgens gedeputeerde Dijks is dit een logische ontwikkeling.