De bouwsector is in transitie. Emissieloos materieel wordt de norm. Maar hoe maakt KWS deze ambitieuze transitie waar? Een gesprek met Dick van de Laar, directeur van KWS onderneming VWMO, die ons meeneemt in onze reis naar een duurzamere toekomst. Zijn inzichten onthullen niet alleen de uitdagingen en successen van KWS, maar geven ook een glimp van de toekomst van de gehele sector.
Het begin van emissieloos materieel bij KWS
De transitie naar emissieloos materieel binnen KWS is geen toeval. Volgens Dick zijn er twee belangrijke aanleidingen voor deze stap: de strategie van zowel VolkerWessels als KWS om in 2030 emissievrij en in 2040 100% circulair te zijn, en het SEB-convenant (Schoon en Emissieloos Bouwen). ‘Een emissieloze bouwplaats draait niet alleen om wat er ter plekke gebeurt, maar omvat ook de aan- en afvoer van materialen, logistiek en materiaalpaspoorten,’ vertelt Dick.
Dick van de Laar : ‘In mijn optiek gaan we als markt soms zelfs nog te snel.’ De beschikbaarheid van emissievrije machines is nog beperkt. ‘We zijn allemaal los van elkaar aan het pionieren,’ zegt hij, ‘we hebben allemaal onze eigen elektrische spreidmachine gemaakt. Als we meer samenwerken, en leren van elkaars werkprocessen, dan kunnen we sneller vooruitgang boeken.’
Mijlpalen in de ontwikkeling
KWS heeft op weg naar een emissieloos materieelpark belangrijke mijlpalen bereikt. Eén van die belangrijke mijlpalen is de manier waarop we omgaan met het aanschaffen en onderhouden van emissievrij materieel. Dick noemt drie soorten machines:
- Af fabriek geproduceerde emissievrije machines;
- Conversiemachines waarbij de machine met inspraak en hulp van de fabrikant wordt omgebouwd naar een emissievrije machine;
- Omgebouwde machines, waarbij geen inspraak vanuit de fabrikant plaatsvindt.
‘We hebben het liefst machines die volledig in de fabriek zijn gebouwd,’ legt hij uit. ‘Maar we zitten in een transitie. Door het gebrek aan kant en klare emissievrije machines vallen we terug op conversiemachines. Het inkoopproces van die machines beheersen we momenteel goed. Daarnaast denk ik dat we nog een grote stap kunnen zetten in het overbrengen van het feit dat we in een transitie zitten. Dat die stekker het niet altijd doet, dat hij soms wat wispelturig is, het is immers niet een strijkbout die je in het stopcontact stopt. Die boodschap moeten we overbrengen naar de markt, de opdrachtgevers en onze eigen collega’s. We moeten ons ervan bewust zijn dat we aan het veranderen zijn en niet al verandert zijn.’
Toekomstverwachtingen
De volgende stappen van KWS zijn al in gang gezet met de komst van elektrische sproeiwagens en trilwalsen. Dick ziet echter nog meer potentieel in asfalt met lagere temperaturen. ‘Er valt veel te halen op het gebied van uitstoot’ zegt hij. ‘In de verandering van Hot Mix Asfalt naar Warm Mix Asfalt zien we een aanzienlijke reductie in de uitstootmetingen. Die resultaten bieden een goed vooruitzicht waar KWS verder op wil bouwen.’
Op de vraag waar KWS zit als speler in de duurzame wegenbouw, neigt Dick naar een positie in de subtop. Dat is deels een keuze en deels de uitkomst van het gunnen van bepaalde langdurige contracten. Een eigen keuze omdat we weloverwogen beslissingen maken die onze werkprocessen en materieelstukken verduurzamen maar die ook gepaard gaat met veiligheid en een leercurve. Die leercurve treken we uit de kopgroep. Diezelfde kopgroep is ontstaan door het binnenhalen van bepaalde opdrachten. Bij langdurige projecten waarbij veel aandacht is voor duurzame maatregelen kunnen we meer investeren in mens, milieu en materieel, precies zoals Pieter Ahsman laatst beschreef in een lezing op de Dag van de Infra. De kopgroep bestaat dus uit partijen die aanbestedingen hebben gehad van langdurige projecten waardoor emissieloze investeringen mogelijk werden.
We moeten niet vergeten dat we een complete keten aan het vernieuwen zijn. Waar de huidige traditionele brandstofprocessen jaren nodig gehad hebben om te komen waar het nu is, proberen we binnen relatief korte tijd te bouwen aan een emissievrije sector met dezelfde en eigenlijk nog betere eigenschappen, maar dan zonder uitstoot. In feite zitten we in een industriële revolutie.
Dick benadrukt dat de bouwsector nog veel kan leren van elkaar. Transparantie en samenwerking kunnen de transitie versnellen.
Elektrische Asfaltspreidmachine
Een mooi voorbeeld van innovatie bij KWS is de ontwikkeling van de elektrische asfaltspreidmachine. ‘Dit initiatief is vanuit KWS ontstaan,’ zegt Dick trots. De totstandkoming van deze machine is een mooi voorbeeld van die leercurve en het, op basis van opgedane ervaring, continu bijschaven van de uitgestippelde ambitie. ‘Aanvankelijk wilden we een verwisselbare accu, zoals bijvoorbeeld bij deelscooters in grote steden, maar dat bleek te complex en onveilig. Probeer zo’n accu maar eens te verwisselen op een smalle polderweg. Uiteindelijk hebben we ervoor gekozen om vaste accu’s te plaatsen en de machine met een snellader tussentijds op te laden.’ De prestaties van de elektrische asfaltspreidmachine zijn gelijk aan, en soms zelfs beter dan die van traditionele machines, maar het vraagt wel om zorgvuldige gebruikers. ‘Onze mensen leren niet alleen de machine te besturen, maar ook hoe ze deze in topconditie houden,’ legt Dick uit.
Conclusie
De energietransitie binnen KWS is volop in beweging. Innovatie, veiligheid en samenwerking staan centraal in onze aanpak. Zoals Dick zegt: ‘We zitten in een industriële revolutie. Tijd om innovaties te testen en veilig te implementeren is essentieel.’