De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) is een richtlijn die door de Europese Commissie is aangenomen in april 2021. Deze richtlijn verplicht organisaties te rapporteren over de milieu impact en de sociale impact van hun bedrijfsactiviteiten. Er wordt ook verplicht om deze informatie te laten toetsen door accountants (Wolters Kluwer, 2022). De CSRD gaat vrijwel alle bedrijven in Nederland met meer dan 250 werknemers raken. Erik Breen, duurzaamheidsexpert bij bedrijfssoftwareleverancier Visma Connect B.V., en Monique Mulder, directeur van strategisch communicatie- en designbureau Mattmo Creative, gaan met elkaar in gesprek over de gevolgen die de nieuwe Europese wetgeving zal hebben op bedrijven.
Bedrijven en hun motivatie
Mulder opent het gesprek na Breen zijn introductie en maakt duidelijk dat grote MKB’s verplicht worden om te gaan rapporteren en dat veel van de bedrijven die Mattmo Creative heeft geïnterviewd al ontzettend goed bezig zijn, maar er niet over communiceren. De waarde wordt daar niet naar boven gehaald. Ze verduidelijkt dat dit gebeurt omdat goed gedrag al in de missie en visie van deze bedrijven zit, en het voor hun heel normaal is om deze kwaliteiten te hebben. Mulder moedigt deze bedrijven aan om te gaan rapporteren en communiceren over hun intrinsieke waarden, activiteiten, en impact. Zo biedt de CSRD-wetgeving kansen voor bedrijven die zich nog niet verantwoorden op het gebied van milieu of sociale impact. Deze bedrijven krijgen nu een duwtje om het ook echt te gaan doen.
Breen vult aan dat er volgens hem drie verschillende groepen zijn wanneer het gaat om rapporteren. De eerste groep bestaat uit bedrijven dit bekijken vanuit risicomanagement. Ze denken aan hun reputatie, en willen daar geen schade oplopen. De tweede groep bekijkt rapporteren vanuit een business- en marketingperspectief. Die zien dat bedrijven die hun producten op een duurzame wijze in de markt zetten, meer sales krijgen. De derde groep, zijn de bedrijven met een intrinsieke motivatie om goed te doen.
Beiden zijn het erover eens dat de CRSD-wetgeving als voordeel met zich meebrengt dat iedereen in eenzelfde soort taal gaat praten. Niet meedoen kan langdurige impact hebben voor bedrijven, zoals niet meer kunnen meedoen met tenders, of niet meer met toeleveranciers kunnen werken. De wetgeving vergroot daarom de impuls om wel te gaan rapporteren over hun maatschappelijke en sociale impact. De hele keten kan op deze wijze verduurzamen.
De standaardisatie van duurzaamheid
‘De standaardisatie van duurzaamheid is hard nodig.’ uit Breen. Hij vult daarbij aan dat het op de huidige markt meteen duidelijk is wanneer men spreekt van financiële termen zoals winst, maar dat duurzaamheid uitrekenen nog te vaag is om vergelijkbaar te zijn.
‘’Die duurzaamheidsinformatie, die moet echt vergelijkbaar worden. Die moet ook betrouwbaar worden en die moet ook compleet zijn. En dat is eigenlijk wat de CSRD beoogt om mogelijk te maken. ‘’
‘Bedrijven zoals H&M en Vattenfall zijn al op hun vingers getikt vanwege deze vage interpretatie van duurzaamheid. Zij hebben claims gedaan in hun communicatie, die ze niet waar kunnen maken’, voegt Mulder toe.
‘Er moet echt een systeem zijn wat transparant is, wat iedereen op een dergelijke manier kan interpreteren.’
Invloed op ketens
‘Albert Heijn is een bedrijf met een lijst aan toeleveranciers. Dit bedrijf heeft er voordeel bij als zijn toeleveranciers ook meegaan in de CSRD, want anders kan Albert Heijn niet meer met ze samenwerken’, stelt Mulder. Dus de wetgeving heeft impact op de hele bedrijfsketen.
Zowel Mulder als Breen uiten dat een versnelling plaats moet vinden als we de gestelde klimaatdoelen in 2050 willen behalen. Het zijn reëele, gemeenschappelijke doelen. Het lijkt misschien ver weg, maar is eigenlijk heel dichtbij. Breen haalt ook de mijlpalen voor 2030 van de Sustainable Development Goals (SDG)’s aan. Er moeten transformaties plaatsvinden op gebied van ketens, overheden, bedrijven, wetenschappers, niet gouvernementele organisaties en meer. De grootste winst hierbij is dat iedereen nu ook echt moet gaan samenwerken om deze doelen te halen. Dit kan resulteren in meer samenwerking om samen een transparante en duurzame(re) keten te realiseren.
‘’De D van Duurzaam is doen’’
‘Je kunt het niet alleen’, vult Mulder aan. ‘Je verduurzaamt samen en je maakt gezamenlijk een impact. Om dat te doen heb je als bedrijf ook een ‘purpose’ ofwel een hoger doel nodig. Anders weet je niet wat je wilt meten. En dat getal is ontzettend belangrijk om gemotiveerd te raken en er achteraan te lopen, om een uitdaging te hebben en om doelen te stellen.’
Auping wordt in dit interview door Breen naar boven gebracht als een voorbeeld van gezamenlijke verduurzaming. Het bedrijf kwam erachter dat hun matrassen aan het einde van hun levensduur op de vuilnisbelt terechtkwamen en verbrand werden. Zij hebben toen in het hele productieproces van het matras gezocht naar mogelijkheden om de grondstoffen te gaan recyclen. Hier hebben ze niet alleen hun interne designafdeling, maar ook hun toeleveranciersketen voor nodig gehad. Hierna hebben ze hun nieuwe technieken opengesteld, om de hele markt naar een duurzamer niveau te trekken. In eerste instantie, kost die circulariteit op deze manier geld aan cashflow maar het betekent ook dat naast je designafdeling, klanten en toeleveranciers, ook de aandeelhouders mee moeten gaan in dit model, dus samenwerking alom.
‘’Ik heb geïnvesteerd, ik hou dat gewoon binnen, in het bastion, en dan heb ik 10 jaar voorsprong. ‘’
Mulder vult hierbij aan dat in vele gevallen het intellectueel eigendom (IP) een crux is voor vele bedrijven en alles tegen kan houden. Veel bedrijven denken in hun eigen voordeel. Mulder moedigt bedrijven dan ook aan om te delen en daarmee versnelling te implementeren. ‘Probeer verduurzaming op een hele andere manier te verankeren, waardoor veel meer partijen er gebruik van kunnen maken, en een heel ander financieel beeld krijgen.’, aldus Mulder.
Economische, sociale en ecologische waardecreatie
Het interview wijkt uit naar het sociaal en ecologisch rendement. Mulder verklaart dat deze ook meetbaar moeten zijn. Ze noemt het bedrijf Trebocca. Een Nederlands koffiehandelaar die hun koffie uit Ethiopië haalt. Via blockchain-technologie zorgen zij voor het welzijn van de boeren, van gezondheid tot educatie. PicNic deelt ook de kennis die zij krijgen van hun elektrische vloot, zodat het kan worden ingezet voor verkeersveiligheid. Zo kan een bedrijf dus waarde creëren voor een hele andere keten.
Breen legt nadruk op de waardecreatie die Mulder benoemt. Hij legt nadruk op het feit dat waardecreatie al jaren in ontwikkeling is en dat dit in Nederlandse bedrijven ook terug is te zien. Hij noemt het Integrated Reporting Framework dat in 2013 is gelanceerd en de Corporate Governance Code, die er in 2016 bij is gekomen. Breen verklaart dat in de Nederlandse Corporate Governance code stond dat het doel van een vennootschap het streven naar aandeelhouderswaarde was. Met de invoering van Corporate Governance Code in 2016 is daar het streven naar brede waardecreatie erbij gekomen. Het raamwerk van integrated reporting stelt bedrijven in staat om het verhaal van waardecreatie, het businessmodel en ook hun performance goed te kunnen vertellen. Hij trekt het verhaal terug naar de CSRD, en legt uit dat met de CSRD-gegevens over ketens terug te vinden zijn. Hierdoor kunnen bedrijven beter gaan sturen op brede waardecreatie en dit ook verantwoorden.
Geïntegreerd werken
Mulder kijkt in dit geval niet alleen naar geïntegreerde rapportage, maar ook naar geïntegreerde rapportage tussen alle zuilen in een bedrijf. Het is een geïntegreerde aanpak van de duurzaamheidsstrategieën. Zo heeft geïntegreerd werken invloed op de arbeidsmarktcommunicatie, het meedoen met tenders, en de consument. Ze moedigt bedrijven aan om hun duurzaamheidsvisie door de hele organisatie te implementeren, niet alleen intern, maar ook via de stakeholders, toeleveranciers en consumentenpartners.
Breen vult hierbij aan dat bedrijven een goed te communiceren doelstelling nodig hebben. Hij noemt het bedrijf Novo Nordisk die diabetes de wereld uit wilt helpen. Hij stelt dat consumenten zich hier veel beter aan kunnen relateren. Hij noemt ook Colin Mayer, van de British Academy, die verklaart dat een bedrijf zich positief moet gedragen om de huidige sociale en ecologische problemen op te lossen zonder weer nieuwe problemen te creëren.
Kansen in innovatie
De CSRD is een middel om creatiever en innovatiever te denken. Dit is de conclusie die beiden trekken na het benoemen van een aantal bedrijven die op een innovatieve manier duurzaamheid hebben geïmplementeerd.
‘Aan de ene kant denken we god het moet, maar aan de andere kant vind ik het een heel mooi instrument dat mensen aanzet om creatiever en meer innovatief te denken, want wat we nodig hebben is echt toegepaste innovatie.’
Breen verklaart dat hij van de combinatie is. Er bestaan bedrijven die voorop kunnen en willen lopen, maar voor sommige bedrijfstakken is dat lastiger. Dit heeft niks te maken met of ze het willen, hun bedrijfstak maakt het gewoon moeilijker. Sommige bedrijven redden het financieel niet om innovatief te zijn in duurzaamheid. Daarom is een wetgeving die een hele bedrijfstak omhoog kan meenemen belangrijk.
‘Als jij opereert als bedrijf in een bedrijfstak met een relatief lage marges, weinig kans om je te onderscheiden op duurzaamheid en zonder goed gereguleerde minimum standaarden dan is het lastig om daar echt op vooruit te gaan lopen.’
Finding your purpose
Mulder maakt duidelijk dat bedrijven met kleine marges wel partners opzoeken in een poging om innovatieve acties te ondernemen, en dat positieve impact hebben op sociale en ecologische aspecten niet meer alleen kan. Ze noemt dit de ‘gedeelde urgentie’.
Mulder en Breen halen vervolgens de ‘purpose’ van een bedrijf aan. Wat is hun gedeelde urgentie ofwel hun hogere doel. Bedrijven kunnen samenwerken gebaseerd op een gedeelde doelstelling, en dat gaat verder dan alleen wetgeving. Alignment tussen de partners in de keten is tegenwoordig essentieel voor een bedrijf. Breen licht toe dat sommige bedrijven het moeilijk vinden om een ‘purpose’ te vinden omdat ze al jaren vanuit een winstoogmerk opereren. Hij adviseert dit soort bedrijven aan om in hun eigen historie te duiken.
‘De eerste oprichter heeft nooit gezegd ik ga een bedrijf oprichten om winst te maken, maar zo’n eerste oprichter heeft heel vaak een visie en een missie voor ogen gehad, waarom dat bedrijf ook zo succesvol is geworden.’
CSRD en data
Mulder en Breen komen weer terug op de CSRD. Deze wetgeving heeft betrouwbare data nodig die niet alleen uit eigen systemen van bedrijven komt, maar ook vanuit het ecosysteem waarin ze opereren. Gegevens moeten uitwisselbaar zijn. Data en een dashboard creëren is ontzettend belangrijk. Het gaat niet meer alleen om een verhaal, maar om impactgetallen. Impactclaims moeten bewijsbaar en makkelijk terug te vinden zijn. Een keten van geïntegreerd communiceren, meten en weten, en dashboards is dus een standaard om naar te streven. Greenwashing behoort tot de verleden tijd, dankzij de CSRD.
Wilt U het gesprek zelf volgen? U kunt het volledige interview beluisteren: