Nyenrode-onderzoekers Ries Breijer en René Orij hebben de effecten van de implementatie van de Non-Financial Reporting Directive (NFRD) ontrafeld in hun publicatie in het tijdschrift Accounting in Europe. In dit onderzoek hebben zij de impact van de implementatie van Richtlijn 2014/95/EU (NFRD) op de vergelijkbaarheid van niet-financiële informatie van beursgenoteerde Europese bedrijven geanalyseerd.
De nadruk in het onderzoek ligt op het gebruik van niet-financiële rapportageraamwerken – de raamwerken die zijn ontwikkeld door de SASB, IIRC, OESO, EFFAS, GRI, UNGC, ISO, AA en FEE. De onderzoekers analyseerden de jaarverslagen en aanvullende niet-financiële rapporten van Europese beursgenoteerde ondernemingen over de boekjaren 2012-2020.
Resultaten
Uit de resultaten bleek dat de implementatie van de Directive heeft geleid tot een toename van het gebruik van op beleggers gerichte NFR-raamwerken (bijvoorbeeld die van de SASB). Raamwerken die gericht zijn op een breed scala van stakeholders (bijvoorbeeld GRI) worden voornamelijk gebruikt door bedrijven die reeds voorafgaand aan de implementatie van de Directive vrijwillig waren gestart met het publiceren van niet-financiële informatie. Hoewel publicaties door bedrijven die door de Directive worden gedwongen tot het publiceren van niet-financiële informatie wijzen op een sterkere focus op beleggers resulteerde de openbaarmaking van niet-financiële informatie in een toename van informatieasymmetrie voor deze bedrijven. Voor bedrijven die reeds vrijwillig niet-financiële informatie publiceerden verminderde het niet-financiële verslag de informatie-asymmetrie juist. Deze informatieasymmetrie houdt in: ‘scheve’ informatie doordat de ene partij (het management) de andere partij niet goed informeert (de stakeholders bijvoorbeeld).
Daar waar de EU bij deze Directive spreekt over ‘non-financial’, gaat men in het vervolg uit van sustainability reporting (Corporate Sustainability Reporting Directive, CSRD); dit onderzoek naar de effecten van de voorloper van de CSRD legt de huidige tekortkomingen bloot.
Vrijwillig versus verplicht
Wat het onderzoek vooral zegt: ondernemingen die vrijwillig over duurzaamheid rapporteren geven vaak meer bruikbare informatie. Dat zal te maken hebben met onderliggende motieven, zoals werkelijke intrinsieke motivatie om over duurzaamheid te rapporteren, en zal niet te maken hebben met beoogde economische effecten van het vrijwillig rapporteren. Die ondernemingen die vrijwillig liever hun stakeholders beter informeren dan alleen de aandeelhouders hebben waarschijnlijk meer te melden en doen dat gemotiveerder. Bedrijven die pas rapporteren nadat dit verplicht werd, richten zich in de niet-financiële rapportages voornamelijk op beleggers; desondanks lijkt hiermee niet te worden voldaan aan de informatiebehoeften van beleggers.