Communicatieadviesbureau Statement zit in het hartje van de stad Groningen, op het Martinikerkhof. ‘Hiertegenover is een grasveldje en daar hangen allerlei mensen rond, ook zwervers’, vertelt Ron Overbeek, directeur van Statement. ‘Toen we besloten wat terug te willen doen aan de maatschappij, dachten we aan die mensen. Dichterbij kon niet.’
Eens in de twee maanden stroomt het kantoor van Statement vol met daklozen die samen een blad maken, de Vijfhuizerkrant. Het bureau helpt met het redigeren. Een ketentje van leveranciers steunt het project met gratis papier en door gratis te drukken. ‘We gaan alweer de vijfde jaargang in. Het verrijkt onze ervaring. Iedereen uit het bedrijf is er bij betrokken. Als bedrijf bieden we altijd een afstudeerplek en die stagiair zetten we er ook voor in. Die leidt de redactievergadering’, zegt Overbeek.
Recent kreeg het bedrijf het ‘Lokale Ondernemerscompliment’ voor de medewerking aan de Vijfhuizerkrant. Overbeek is er trots op, maar zonder die prijs had hij geen publiciteit gezocht. ‘Ik vind dat er achter zoiets geen agenda mag zitten’, zegt hij. ‘Als de pers zelf op je af komt, is het wat anders. Wij vinden het wel belangrijk dat de boodschap wordt uitgedragen, met name om anderen te inspireren. Maar je moet terughoudend zijn in het etaleren van je goede daden. Daar moet je zuiver in blijven.’
Dat bedrijven iets terug willen doen voor de omgeving waarin ze opereren, is niet nieuw, dat bestond tweehonderd jaar geleden al, zegt Lucas Meijs, die als hoogleraar in Rotterdam de bijzondere leerstoel bekleedt voor ‘vrijwilligerswerk, civil society en ondernemingen’. Wat hooguit nieuw is, is het ideologische sausje van maatschappelijk verantwoord ondernemen . Halverwege de jaren negentig zetten de financiële dienstverleners de trend met de herintroductie van werknemersvrijwilligerswerk.
Typisch Nederlands is wel dat de meeste bedrijven zich er in het openbaar niet voor op de borst willen kloppen. Meijs: ‘In Nederland wordt het gekoppeld aan human resources management, met als doelen teambuilding en motivatie, terwijl het in de Angelsaksische wereld meer verbonden is met marketing en pr.’ Er zijn vele vormen van werknemersvrijwilligerswerk, varierend van ‘in eigen tijd’ en ‘eigen keuze’, tot en met ‘in de baas zijn tijd’ en ‘de baas zijn keuze’, met alles daartussenin.
Diervoederfabrikant Hendrix UTD uit Boxmeer (onderdeel van Nutreco ), heeft een jarenlange samenwerkingsrelatie met een aantal zorgboerderijen waar werknemers klussen doen die anders zouden blijven liggen. ‘Denk aan bestrating van het terras, schilderwerk, dat soort dingen. Er zijn ook al twee of drie bruggen gebouwd’, zegt Irma Kunz, verantwoordelijk voor het project bij Hendrix UTD. ‘Het initiatief ligt bij de mensen zelf. Ze mogen zelf beslissen met welke collega’s ze gaan klussen en ze kiezen ook zelf uit de lijst met zorgboerderijen. We proberen altijd een klus eruit te pikken die in een dag wordt afgerond. De dag wordt afgesloten met een etentje met de cliënten van de zorgboerderij.’
Het mes snijdt aan drie kanten, zegt Kunz. ‘De zorgboerderij is ermee geholpen, het is positief voor de interne sfeer in het bedrijf en het is goed voor ons imago. We gaan er zeker nog een jaar mee door, want we krijgen hele positieve reacties uit het bedrijf.’
Voor Nike is het vrijwilligerswerk een van de methoden om als werkgever op te vallen. Nike wil graag ‘employer of choice’ zijn, vertelt Hans Faber, woordvoerder van
Nike Europa. Bij het hoofdkantoor in Hilversum zijn prachtige sportfaciliteiten. Ertegenover ligt een asielzoekerscentrum, Crailo. Vijf jaar geleden is Nike begonnen de kinderen uit het asielzoekerscentrum iedere woensdagmiddag te laten sporten onder leiding van Nike-medewerkers. ‘We hebben nog nooit een tekort aan vrijwilligers gehad’, zegt Faber. Dat het project nu stopt, is omdat Crailo zelf dicht gaat.
Sinds kort loopt er een proef in Engeland waarbij Nike-werknemers maximaal zes dagen per jaar kunnen besteden aan vrijwilligerswerk. De pilot heeft (onder andere) als doel speelveldjes bij scholen, die nu gedomineerd worden door voetballertjes, zo te verbouwen dat ze ook andere kinderen aantrekken die andere sporten willen beoefenen. Een bijkomend doel is pesten op scholen tegengaan. De overheid heeft dit al langer bestaande project geadopteerd en er Ã??10 mln in gestoken. Nike wil uiteindelijk driehonderd scholen in zo’n twintig steden van dienst zijn. ‘Het loopt storm’, zegt Faber. ‘We mikten op 5%, maar sinds september heeft 10% van de Britse werknemers zich opgegeven. Als het succesvol blijkt, willen we dit project ook in andere landen invoeren. Ons centrale thema is dat wij sport beschouwen als katalysator voor sociale verandering.’
Werknemers die bij Merison in Bunschoten in dienst treden, krijgen direct 50 uur per jaar van de baas om vrijwilligerswerk te doen (Wat overigens niet wordt gecontroleerd.) Monique Berings, corporate social responsibility manager van het bedrijf: ‘Het moet in je zitten als je hier komt werken. Je wordt geacht de filosofie van het bedrijf te onderschrijven.’ Merison is producent van kook- en keukenmateriaal met een grote klant, Albert Heijn.
Het bedrijf streeft nadrukkelijk een balans na tussen people, planet en profit. Zo is het bedrijf betrokken bij de oranje armbandjes van de stichting ‘With respect to all’. Daarnaast doen medewerkers allerlei soorten vrijwilligerswerk, van het organiseren van verwendagen voor zieke kinderen, tot en met inzamelen voor een weeshuis in Roemenië. Sommige activiteiten zijn structureel, maar de meeste incidenteel. ‘Wij zijn met 35 werknemers in totaal. De wens is er wel om werknemersvrijwilligerswerk in te zetten als HR-instrument, maar met zo’n kleine club is dat lastig’, zegt Berings.
Hoe groter het bedrijf, hoe meer beleid er wordt gemaakt op het gebied van vrijwilligerswerk, zegt Lucas Meijs. De koplopers in Nederland zijn lid van de stichting Samenleving en bedrijf (www.samen.nl). Steeds explicieter formuleren ondernemingen wat ze er zelf aan hebben. ‘Het kan gericht zijn op motivatie van het personeel, maar ook op het leren van algemene vaardigheden, zoals samenwerken in een team’, zegt Meijs. ‘Een interessante nieuwe ontwikkeling is dat bedrijven vrijwilligerswerk gaan opnemen in
hun leerroutes. Sommige mensen leren nu eenmaal beter door het te doen.’
Voorbeeld van het laatste is Fortis . De bank-verzekeraar is 1997 begonnen met het stimuleren van vrijwilligerswerk om invulling te geven aan de kernwaarde ‘begripvol’ van het bedrijf. Dat was zo’n succes dat het medewerkersvrijwilligerswerk een vaste plaats heeft veroverd binnen het bedrijf. Ruim tweeduizend Fortis-medewerkers per jaar doen er in een of andere vorm aan mee.
Daniëlle Schutgens, directeur van de Fortis Foundation Nederland, die in 2001 is opgericht: ‘Het heeft zich langzaam ontwikkeld, en de contacten met de HR-afdeling zijn geleidelijk verdiept. Vanaf het begin af aan heb ik gezegd dat er een win-winsituatie voor het bedrijf moest zijn, anders had het project niet overleefd. Het heeft er uiteindelijk toe geleid dat maatschappelijke inzet is opgenomen in onze competentiegids.’
Voor de dertig trainees van Fortis is het een verplicht onderdeel van hun opleiding, voor andere werknemers is het een optie. Wie bijvoorbeeld de competentie ‘coaching’ wil ontwikkelen, kan mentor worden van een vmbo-leerling en die een jaar lang begeleiden, maar vooral motiveren. ‘Er is best lef voor nodig als je hiervoor kiest’, zegt Schutgens. ‘Dat zeggen we er ook bij. Bewijzen kan ik het niet, maar ik ben ervan overtuigd dat het effect vele malen groter is dan bij een gewone cursus.’
De trainees hebben het zoals gezegd niet voor het kiezen. Die worden in hun eerste jaar voor een groep kwetsbare jongeren gezet. Schutgens: ‘Het feit dat de jongeren en trainees in dezelfde leeftijdsgroep zitten, geeft een extra dimensie. Het zijn volkomen verschillende werelden die elkaar ontmoeten. De één is bezig met “hoe word ik zo snel mogelijk baas” en de ander met “hoe overleef ik morgen”. Ik heb al een paar keer meegemaakt dat zo’n trainee binnen vijf minuten zijn programma moest loslaten, omdat hij toch een heel ander idee van kennisoverdracht had dan de jongeren.’
Het zijn overigens niet alleen de bekende ‘doelgroepen’ die Fortis wil bereiken. HR-managers van Fortis hebben bijvoorbeeld met dertig collega’s van maatschappelijke organisaties ervaringen uitgewisseld. ‘We zijn echt op zoek naar kwaliteit, voor de maatschappij, maar ook voor het bedrijf’, zegt Schutgens. ‘Hoewel het wel de kracht van ons programma is dat we handen- en hoofdwerk blijven doen. We steunen ook nog steeds mensen die zich in hun vrije tijd inzetten.’
De laatste ontwikkeling is dat de vaardigheden die mensen daar uit eigen vrije wil ontwikkelen ook worden ingezet binnen Fortis. Schutgens vertelt over een medewerker van de postkamer die in zijn vrije tijd voorzitter is van de tennisvereniging. ‘We zijn nu op zoek naar een systeem om elders verworven competenties, waarvan de leidinggevenden vaak geen weet hebben, te erkennen.’
In de Verenigde Staten is het geaccepteerd dat een bedrijf buiten een bord heeft staan met daarop het aantal uren dat in totaal door het personeel aan vrijwilligerswerk wordt gedaan. Zo ver zal het in Nederland niet snel komen, daarvoor zijn we te calvinistisch. Toch ziet Meijs een duidelijke verschuiving van een puur filantropische relatie tussen bedrijven en hun doelen naar een meer ’transactionele’ relatie. Supermarkten die best de plaatselijke voetbalclub willen sponsoren, maar dat wel doen op basis van ingeleverde kassabonnen.
Meijs: ‘Het heeft ook een emanciperend effect op de non-profitorganisaties. Op die manier hoef je niet langer nederig te bedanken. Als duidelijk is wat beide partijen ermee winnen, kun je elkaar recht in de ogen kijken.’