Op Duurzame Dinsdag, 3 september, sprak Kees Klomp de ‘Duurzame Troonrede 2024’ uit in Nieuwspoort te Den Haag.

Download the english version of ‘The Sustainability State of the Union 2024’ by Kees Klomp (pdf)

Tekst:

Hoop Is Een Werkwoord

Het zal u niet ontgaan zijn. Het is crisis. Er is zelfs zo veel crisis dat we nieuwe woorden nodig hebben om de ernst van de crisissituatie te duiden. En dus spreken we tegenwoordig van de polycrisis; de crisis is een innig verweven geheel van ecologische en sociale crises die complex is en alle aspecten van de menselijke samenleving raakt.

Ik wil nog een stap verder gaan.

De polycrisis is ondertussen zo vergevorderd en zo alomvattend geworden, dat er wat mij betreft sprake is van een permacrisis. Het is volstrekt onrealistisch geworden om de vele, grote, verbonden en complexe problemen nog op te lossen. De crisis is daarom permanent. Laat me deze stellingname onderbouwen.

Er zijn drie crisis-benaderingswijzen:

Ten eerste. Als we de ecologische crisis willen oplossen moeten we de ecologisch-destructieve (massa)productie- en consumptiewijze onmiddellijk beëindigen. Deze radicale ingreep is echter desastreus voor de economie en dit zal de samenleving onvermijdelijk doen ineenstorten.

Als we de huidige productie- en consumptiewijze echter ongewijzigd laten, dan lijkt dat op korte termijn goed nieuws voor de economie, maar zal dit de samenleving op langere termijn onvermijdelijk ecologisch doen instorten.

Om deze catch22 te ontlopen zet de internationale politiek daarom in op een tussenweg waarbij wordt er ingezet op een transitie. De ecologisch-destructieve levenswijze wordt middels technologie en innovatie gefaseerd veranderd in een ecologisch-constructieve levenswijze. We proberen de economie tegelijkertijd te vergroenen en verder te laten groeien. De inzet van de vergroening is het creëren van nieuwe, groene bedrijvigheid en nieuwe, groene banen.

Deze green deal klinkt natuurlijk geweldig, maar er is een maar…

Om de economie echt te vergroenen is er namelijk een ontkoppeling nodig van ecologische voetafdruk en economische groei. Economische groei moet niet langer gepaard gaan met ecologische degeneratie en destructie. Extra economische activiteit kost normaliter extra energie. Als de economie groeit, dan groeit de milieudruk eveneens. Er wordt hoop gevestigd op de ontwikkeling van groene technologie die ontkoppeling mogelijk maakt, maar er is tot nu toe nog geen enkel wetenschappelijk bewijs voor het slagen daarvan. Er zijn sporadische positieve resultaten bereikt met relatieve ontkoppeling (economie groeit sneller dan milieudruk), maar dat is iets wezenlijk anders dan absolute ontkoppeling (economische groei met tegelijkertijd daling uitstoot van CO2).

Daarnaast speelt ook de Jevons-paradox ons parten (vernoemd naar de 19e eeuwse Britse econoom William Stanley Jevons) die – toegepast op vergroening – leert dat groene efficiëntie voor verlaging van productiekosten zorgt, dat verlaging van de productiekosten verlaging van de consumptieprijzen veroorzaakt, dat verlaging van de consumptieprijzen resulteert in meer verkoop, en dat meer verkoop tenslotte leidt tot stijging van de milieulasten. De behaalde opbrengsten door vergroening worden dus direct weer tenietgedaan. De Jevons-paradox toont een vicieuze groene cirkel.

Daarbij, om de ecologische degeneratie en destructie te beëindigen is er heel wat meer nodig dan alleen de vermindering van de CO2-uitstoot. We moeten ook de ineenstorting van biodiversiteit een halt toeroepen. Volgens biologen is er voor de zesde keer in de geschiedenis van de aarde een massa-extinctie gaande. Ze schrijven deze 6e uitstervingsgolf aan de mens toe. Vervuiling, verzuring, groeiende wereldbevolking, ontbossing, ontginning en opwarming blijken stuk voor stuk funest voor de natuur te zijn.

En de tijdsdruk daarbij wordt groter en groter. In een poll onder honderden klimaatwetenschappers door de Engelse krant The Guardian (te lezen in de editie van 8 mei 2024) blijkt dat 80% van die klimaatwetenschappers een opwarming van 2.5 graden Celsius voor het einde van de eeuw te verwachten, en 50% zelfs een opwarming van 3 graden Celsius. De sterkere en snellere opwarming gaat gepaard met grotere zorgen over de zogenaamde klimaat-kantelpunten. Dit zijn kritieke drempels die onderdelen van het aardse ecosysteem onomkeerbaar verstoren. Meerdere van deze klimaat-kantelpunten (o.a. de smelt van Groenlandse en West-Antarctische ijskappen, het stilvallen van de Labrador-zeestroom, de dooi van de permafrost) zijn al volop gaande. De klimaatwetenschappers beschrijven het 2.5 – 3 graden Celsius scenario daarom als semi-dystopisch en samenlevings-ontwrichtend met hongersnoden, geopolitieke conflicten en massamigratie door hittegolven, en vernietigende bosbranden, overstromingen en stormen.

Een verontrustend vooruitzicht, en dan hebben we het nog niet gehad over de economie…

In het gerenommeerde wetenschapstijdschrift Nature werd op 17 april jongstleden een onderzoek gepubliceerd waarin de macro-economische schade van klimaatverandering werd berekend. De onderzoekers komen tot een internationaal inkomensverlies van 19% in de komende 26 jaar (dus tot 2050) oftewel 38.000 miljard dollar. Per jaar. En niet tijdelijk, maar structureel.

Hierbij is niet alleen het inkomensverlies of de kostenstijging problematisch, maar vooral de impact die dit gaat hebben op het financiële systeem. Het kapitalistische economische systeem is namelijk onlosmakelijk gekoppeld aan het financiële systeem. De economie draait op kapitaal dat is gecreëerd door banken in de vorm van leningen. Om leningen financieel te laten renderen is economische groei noodzakelijk. De klimaatontwrichting gaat deze groeidwang onmogelijk maken. Ook al wordt er namelijk een economische groei gerealiseerd van een paar procent per jaar, dan wordt deze tenietgedaan door de klimaatschade. De economie kan een structureel gat van 19% onmogelijk overbruggen. Het financiële systeem is prima in staat om tijdelijke schokken op te vangen (economische recessies zijn een inherent onderdeel van het economische systeem), maar kan onmogelijk functioneren met een structurele economische neergang. Banken kunnen prima slagen voor een stresstest bij een tijdelijke recessie, maar zijn niet in staat om een gezonde kapitaalpositie te bewaren bij een structureel krimpende economie. En met de ecologische permacrisis er is geen enkel perspectief op economisch herstel, slechts verdere verslechtering!

Biodiversiteitsverlies laat een soortgelijke ontwikkeling zien. Het World Economic Forum heeft berekend dat ongeveer de helft van alle wereldwijde economische activiteit afhankelijk is van de natuur. Door ecologische degeneratie en destructie komen deze ‘ecosysteem services’ ernstig in het gedrang. Dr. Nicola Ranger en Dr. Jimena Alvarez van het aan Oxford University gelieerde Green Finance Institute hebben onlangs de economische gevolgen van ecologische degeneratie en destructie voor Engeland berekend. Hun in april 2024 gepresenteerde rapport concludeert dat het Bruto Binnenlands Product van Engeland in de komende decennia 12% zal dalen als gevolg van het verlies van ecosysteem services. Om dat in perspectief te zetten: de reductie van het Britse BBP als gevolg van de financiële crisis in 2008 bedroeg 5%. De reductie als gevolg van de COVID-crisis bedroeg 11%. Beide waren een incidentele crisis. De permacrisis is echter geen tijdelijk ongemak, maar een nieuwe realiteit.

En tenslotte creëert ook milieuvervuiling (waterverontreiniging, bodemverontreiniging en luchtverontreiniging) een economisch pad van vernieling. Het gerenommeerde Britse blad The Lancet presenteerde in 2017 een onderzoek waarbij de financiële schade ten gevolge van milieuvervuiling werd becijferd op 4600 miljard dollar per jaar. Sindsdien is de situatie niet verbeterd, maar verslechterd.

Het bedrijfsleven lijkt vooralsnog niet bereid om de bedrijfsvoering echt aan te passen aan de vereisten van klimaatontwrichting, biodiversiteitsverlies en milieuvervuiling. De Carbon Majors Database toont bijvoorbeeld dat de 57 olie-, gas-, kolen- en cementbedrijven, die 80% van de wereldwijde CO2-emissies voor rekening nemen, sinds het Parijs-akkoord in 2016 juist 55% procent meer zijn gaan uitstoten. Oil Change International presenteerde in mei 2024 in het Engelse dagblad The Guardian onderzoek waaruit blijkt dat geen van de grote oliemaatschappijen op koers ligt wat betreft het behalen van hun klimaatbeloften. En misschien nog wel het meest confronterend is de ontwikkeling die gaande is bij het Science Based Target Initiative. Hierbij zien we dat na een periode waarin steeds meer bedrijven zich committeerden aan Netto-Nul-in-2050 doelstellingen, bedrijven nu massaal een terugtrekkende beweging maken. Recentelijk hebben meer dan 200 bedrijven hun duurzaamheidsdoelstellingen teruggeschroefd of zelfs helemaal teruggedraaid, en voldoet slechts 4% van alle geregistreerde bedrijven aan de Netto-Nul-in-2050 richtlijnen. Alhoewel elke legitimiteit daarvoor ontbreekt, houdt het bedrijfsleven vast aan business as usual en lijkt er geen echt urgentiebesef en geen echte transitiebereidwilligheid te zijn.

Al met al acht ik het daarom zeer waarschijnlijk dat ook de transitieweg doodloopt. Klimaatverandering, ecosysteemservicesverlies en milieuvervuiling gaan simpelweg te snel, zijn te complex om op te lossen, en veroorzaken een te grote en langdurige ontwrichting van de markteconomie. Een ecologisch-economische ineenstorting is onafwendbaar.

Ik besef terdege dat de term ineenstorting zwaarbeladen is. We associëren ineenstorting met apocalyptisch beelden, zoals we die kennen uit Hollywood-rampenfilms. Deze ineenstorting ziet er echter anders uit: het is geen plotselinge gebeurtenis, maar een voortschrijdend, verergerend proces. Er is sprake van een ecologisch-economische Verelendung. De steeds groter wordende ecologische ontwrichting zal economische verslechtering en sociale verpaupering veroorzaken in de vorm van onrechtvaardigheid, ongelijkheid, onveiligheid en onrust (de kloof tussen rijk en arm wordt steeds groter) en resulteren in een steeds groter wordend onbehagen (we worden steeds ontevredener en ongelukkiger). Er zal een onoplosbare neerwaartse spiraal ontstaan. Het is om wanhopig van te worden…

Maar is dat terecht? Is de crisissituatie echt hopeloos?

Over hoop heersen nogal wat misverstanden. Hoop wordt vaak geassocieerd met het koesteren van een positieve toekomstverwachting, met vertrouwen op een goede afloop. Feitelijk is dat wensdenken. Hoe realistisch is hoop immers als de vooruitzichten zo overdonderend slecht zijn? De voormalige Tsjechische president Vaclav Havel heeft een beschrijving van hoop gegeven die perspectief biedt. Havel zegt:

Hoop is een kwaliteit van de ziel
en hangt niet af van wat er in de wereld gebeurt.

Hoop is niet
voorspellen of vooruitzien.
Het is een gerichtheid van de geest, een gerichtheid van het hart, verankerd voorbij de horizon.

Hoop in deze diepe en krachtige betekenis
is niet hetzelfde als vreugde omdat alles goed gaat, of bereidheid je in te zetten voor wat succes heeft.

Hoop
is ergens voor werken
omdat het goed is,
niet omdat het kans van slagen heeft.

Hoop is niet hetzelfde als optimisme;
evenmin de overtuiging dat iets goed zal aflopen. Het is de zekerheid
dat iets zinvol is
onafhankelijk van de afloop,
onafhankelijk van het resultaat

Hoop ontstaat dus al doende. Het is een betekenisvolle inspanning. Hoop is een werkwoord. En dat biedt mogelijkheden. We kunnen de existentiële crisis leren omdenken, hetgeen hoogstnoodzakelijk is. Zo blijkt dat steeds meer mensen – vooral jonge mensen –worstelen met hun mentale gezondheid. Momenteel kampt 20% van de volwassen Nederlanders tussen 18 en 75 jaar met mentale gezondheidsproblemen, aldus het Nemesis van het Trimbos Instituut. Depressie en burn-out zijn volksziekten geworden.

Wetenschapers als John Vervaeke en Gabor Maté leggen een relatie tussen deze psychische epidemie en de laat-kapitalistische, neoliberale samenleving. Zij stellen dat ons menszijn momenteel wordt gereduceerd tot egocentrische, extrinsieke nutsmaximalisatie. We bestaan feitelijk gezien louter om geld te verdienen en dat vervolgens uit te geven aan goederen. We leven in dienst van de economie. Daardoor zijn onze sociale natuur en onze intrinsieke, immateriële en zinzoekende kant volledig verdwaald geraakt. En daar lijden we geestelijk onder. De systeemineenstorting die gaande is biedt hoopvolle mogelijkheden voor existentiële herijking. In de crisis kunnen we de zo gemiste (gemeenschaps)zin namelijk hervinden; er is geen hoger doel denkbaar om samen aan te werken!

Nog een voorbeeld van omdenken. Bent u wel eens bij een klimaatprotest geweest? Dan zult u vast het beeld herkennen van mensen die kartonnen bordjes omhooghouden met daarom de slogan: System Change, Not Climate Change. Steeds meer mensen worden zich er bewust van dat het huidige economische systeem ontwrichtende ecologische problemen veroorzaakt en dus moet worden veranderd. En om het systeem te laten veranderen moeten we ten strijde trekken tegen de machtsstructuren van het systeem. Volgens Karl Marx vereiste systeemverandering het omverwerpen van de macht van de bezittende bourgeoisieklasse door de arbeidersklasse. Het hoopvolle nieuws is dat er anno 2024 geen gewelddadige machtsstrijd hoeft te worden gevoerd. De ecologische ontwrichting veroorzaakt namelijk een systeem-desintegratie. Het systeem vernietigt zichzelf. In eerste instantie zal de ecologisch-economische Verelendung vooral de kapitaalzwakkeren treffen, maar uiteindelijk zullen ook de kapitaalkrachtigen worden getroffen. Als de laatste boom is omgehakt, de laatste vis is gevangen en de laatste rivier is vergiftigd, komen ook de rijken der aarde tot de onvermijdelijke conclusie dat geld niet gegeten kan worden.

In plaats van onze tijd en energie te stoppen in het omverwerpen van de zittende macht, kunnen we deze effectiever investeren in het oplossen van macht. Ik noem dit geweldloze alternatief voor een revolutie: een dissolutie. Dissolutie verwijst naar het Engelse dissolve wat oplossen betekent. Het huidige systeem bestaat bij gratie van gecultiveerd en geconditioneerd denken en doen. We leven niet zozeer in systeem, het systeem leeft vooral in ons. Het geïnternaliseerde systeem heeft onbewust macht over ons denken en doen. Er is sprake van een verhaal waarin we geloven en waarnaar we ons gedragen. Dit instructieve verhaal vormt de basis waarmee de wereld beschouwen. Het systeem is dus geen gegeven. Het is gecreëerd op basis van een wereldbeeld en wereldbeleving. En dus kunnen we het ook veranderen. Het enige wat we daarvoor moeten doen is de dominante logica loslaten!

Ik wil ineenstorting absoluut niet bagatelliseren of verheerlijken (het gaat immers gepaard met immens lijden) en het is geenszins een gegeven dat het positief gaat uitpakken (autoritarisme en anarchie liggen op de loer). De desintegratie van de huidige modernistisch-materialistische norm biedt wel echte kansen voor echte verandering! De vanzelfsprekendheid van het oude en vertrouwde systeemverhaal stort namelijk voor onze ogen in. Omdat er echt geen toekomstperspectief meer is voor het bestaande verhaal kunnen we een echt ander systeemverhaal gaan verbeelden.

Wat zijn de hoopvolle bouwstenen voor dat nieuwe verhaal? Welke nieuwe systeembouwstenen kunnen we verbeelden?

Het intervidu

Het fundament van het huidige systeem is het individu. Met dank aan de Verlichtingdenkers is de erkenning van het individu een maatschappelijk feit, evenals de vrijheid om als mens zelfstandig vorm te geven aan het bestaan. Ecologen bestuderen ecosystemen in de natuur, en daaruit blijkt dat al het leven op aarde verweven is. Alle levende organismen op aarde verkeren in wederzijds afhankelijke relaties. Niets kan individueel leven. Alles leeft relationeel. Het leven op aarde is niet individueel maar intervidueel georganiseerd.

Ecoliberalisme

Liberalisme is de politieke ideologie van het individu. Het beschermt burgervrijheden en mensenrechten door middel van sociale contracten, vrijwillige onderwerping aan de rechtsstaat en democratische volksvertegenwoordiging. Ecoliberalisme is het liberalisme van het intervidu en combineert menselijke vrijheid met natuurlijke verantwoordelijkheid. Ecoliberalisme is gericht op het bewerkstelligen van een symbiotische samenleving waarin alle levensvormen in vrijheid samenwerken aan het verbeteren van elkaars levenskwaliteit.

Commonisme

Kapitalisme is de socio-economische toepassing van de liberalistische ideologie; de doorvertaling van individuele vrijheid in een vrijemarkteconomie. Kapitalisme is anno 2024 zo alom vertegenwoordigd dat we het als een onwrikbaar gegeven ervaren, maar dat is het niet. Allocatie kan ook prima plaatsvinden via de meent, die ook wel de commons worden genoemd. Commons zijn gemeenschapsgoederen die collectief worden beheerd op basis van democratisch en horizontaal georganiseerde burgerparticipatie. Burgers kunnen via commons samenredzaam in hun levensbestaan voorzien. Dus onafhankelijk van de markt. Dat is pas vrijheid!

Betekeniseconomie

In de huidige economie is er sprake van een grote dominantie van materiële welvaart. Dit is een economisch perspectief op waarde waarbij levensstandaard c.q. het vermogen om de behoefte aan goederen te kunnen bevredigen centraal staat. Maar er zijn nog drie andere perspectieven op waarde die even legitiem zijn. We kunnen waarde ook sociologisch benaderen. Dat heet welzijn. Bij welzijn staan de objectiveerbare levensomstandigheden centraal. We kunnen ook een psychologisch perspectief op waarde hanteren. Dit heet welbevinden en dat draait om subjectieve levensbeleving. Geluk. En tenslotte kunnen we waarde ook ecologisch beschouwen. Dit heet welleven. Welleven gaat over de mate waarin natuurlijke ecosystemen gedijen. Welzijn, welleven en welleven worden in het huidige economische systeem gezien als afgeleiden en uitvloeiselen van welvaart. Bij betekeniseconomie staat niet bezitten centraal maar betekenen; de mens is geen materiële nutsmachine maar een immateriële zinzoeker. En zin wordt gevonden in de balans tussen welvaart, welzijn, welbevinden en welleven; niet in de groei van welvaart.

Tenslotte. Hoe bouwen we een nieuw systeem met deze verbeelde bouwstenen? Hoe manifesteren we nu concreet een nieuw systeem?

Het antwoord op die vraag klinkt simpel maar is ingewikkeld: door het nieuwe systeem voor te leven. Doordat het bestaande denken en doen steeds meer vastloopt, voelen steeds meer mensen zich steeds onveiliger. Steeds meer mensen zoeken daarom steeds wanhopiger naar nieuwe houvast. Door een nieuw verhaal voor te leven kunnen we andere mensen laten zien dat ineenstorting niet het einde van de wereld hoeft te betekenen, maar het begin van een nieuwe samenleving. We hoeven geen positieve verwachtingen over de toekomst te koesteren maar slechts constructief te handelen in het hier en nu.

Wat zijn toekomstbehendige activiteiten? Wat kunnen we nu doen om de verbeelde samenleving te helpen manifesteren? Geef het huidige systeem echt op. Verdraag de pijn die gepaard gaat met dit afscheid. Omarm de chaos. Laat uw hedonistische levensstijl los. Vind uw gemeenschap. Streef met deze gemeenschap naar samenredzaamheid. Wordt met en middels deze gemeenschap zo marktonafhankelijk mogelijk. Begin een meent! Maak de economie zo lokaal en klein mogelijk. Introduceer een lokale munt. Neem genoegen met genoeg! Geniet van simpele dingen. Leer subsistentie-skills. Maar bovenal: Neem regie. Wees de systeemverandering. Belichaam hoop

Door een groen gedijend gemeenschapsleven voor te leven helpt u actief mee aan wat amplitie wordt genoemd: het versterken (amplify) van het beoogde. Hoe meer en massaler we het verbeelde toekomstverhaal belichamen, hoe groter de kans dat het realiteit wordt.

Ik wil mijn Duurzame Troonrede in dit kader besluiten met een hoopvol citaat van prof. Karen O’Brien die kwantumwetenschap toepast op sociale verandering: “In elk moment co-creëren we zowel passief als actief structuren en systemen die een florerende samenleving ondersteunen of ondermijnen. Als we onze complementaire identiteiten als tegelijkertijd individuen als collectieven omarmen, kunnen we rimpelende en resonerende patronen genereren die schaalbaar zijn. Onze intenties en acties beïnvloeden ons allemaal. Sociale verandering draait daarom om het zijn van een ander paradigma. Je doet er meer toe dan je denkt!