Dat sneeuwde evenwel helemaal onder bij de fraude, de commotie over het beloningspakket van topman Anders Moberg en de huidige prijzenoorlog.

‘Ook ik was in februari geschokt’, vertelde Casper van Zijl, hoofd duurzaamheid bij Ahold, gisteren op een door Citigate First Financial georganiseerd minicongres over sociale verantwoordelijkheid van bedrijven.’Maar we zijn geen slecht bedrijf. De kern bestaat uit mooie en innovatieve supermarktketens.’

Voor Van Zijl kwam ‘het beste antwoord van een management-trainee die met een duurzaamheidsproject bezig is. Hij vertelde: ‘Tien jaar geleden had ik politicus moeten worden om de wereld te hervormen. Nu moet ik bij bedrijven zoals Ahold zijn.’

Of Ahold een schizofreen bedrijf is met twee entiteiten op hetzelfde hoofdkantoor, kon Van Zijl niet beantwoorden. ‘Maar ik snap de vraag.’

Hij bood de zaal een praktisch handvat hoe duurzaamheidsprojecten van de grond te tillen en vooral de bedrijfstop ervoor te winnen. ‘Alleen maatschappelijk verantwoord zijn, verkoopt niet. Je moet een voor de onderneming relevante kwestie kiezen, zoals koffie of energie, en maak daar een business-case van. Koffie is een belangrijk product voor onze winkels. We wisten dat het vraagstuk van de kleine boeren speelde. Door zelf het voortouw te nemen, kun je je onderscheiden naar consumenten. Dat werkt positief uit voor je reputatie en het is bovendien inspirerend voor je medewerkers.’

Gezond eigenbelang is, met andere woorden, een belangrijke drijfveer om met duurzaamheid aan de slag te gaan. Energiebesparing is een van de factoren om na te denken bij een energiezuinige winkel. Bijkomend voordeel is de aangepaste koelapparaten minder belastend zijn voor de ozonlaag.

De vraag is dan of en wanneer je deze initiatieven met de buitenwacht deelt. Het is een thema waar veel bedrijven mee worstelen. Unilever heeft duurzame landbouw hoog in het vaandel, maar weet nog niet hoe dat te communiceren en klanten een extra motief te geven om zijn producten te kiezen.

Van Zijl: ‘We willen de consument de keuze geven, maar uitgangspunt is wel dat de prijs marktconform moet zijn. Dat was onze inzet bij de koffie. Wij praten er ook pas over als we ook kunnen waarmaken wat we beweren. Klanten kunnen nu zelf op internet opzoeken waar we onze koffie halen. Ik weet het aantal ‘hits’ niet, maar toch wel enige duizenden sinds we er mee zijn begonnen. Het loopt best storm.’

Op de vraag hoe de klant weet of deze informatie betrouwbaar is, moet Van Zijl het antwoord evenwel schuldig blijven.