Eind jaren negentig groeiden de bomen tot in de hemel. Beleggen won snel aan populariteit; zowel in de media als in de particuliere markt stond de beurs sterk in de belangstelling. Binnen het bedrijfsleven groeide de betekenis van het aandeelhoudersdenken: beslissingen moesten vooral ten dienste komen van de waarde van het aandeel, in het belang van de aandeelhouder. Winstmaximalisatie werd het adagium. In toenemende mate werden honoreringen van bestuurders bepaald door optieregelingen, waarmee ook een sterk eigenbelang ontstond bij de beurskoers van het eigen aandeel. Wellicht een groter belang dan de winst per aandeel. Waarschuwingen over vermenging van belangen werden gepareerd met het argument dat bestuurders direct de effecten van de kwaliteit van hun bestuur in hun financiële honorering moesten voelen. Met name in de Verenigde Staten is dat fenomeen geaccepteerd.
De aanhoudende reeks financiële schandalen in de VS schetst nu de keerzijde van deze eenzijdige focus op de belangen van slechts de aandeelhouder. Grote gevestigde bedrijven dreigen als geheel ten onder te gaan, doordat de condities geschapen zijn waaronder bedrijven onder druk komen te staan om resultaten (te) optimistisch te presenteren. Alle belanghebbenden bij deze bedrijven dreigen nu de dupe te worden: klanten, werknemers, overheden, banken, accountants én beleggers
Kern van het probleem is dat een onderneming op een gebalanceerde wijze de belangen van ál haar belanghebbenden moet afwegen en respecteren. Niet alleen die van de aandeelhouder, maar ook van klanten, medewerkers, kredietverstrekkers en maatschappelijke organisaties, als spreekbuis van maatschappelijk wensen. Het gaat om winstoptimalisatie in plaats van -maximalisatie.
Deze belangenafweging is een noodzakelijke voorwaarde om een stabiele, op continuïteit en maatschappelijke waardering gerichte onderneming te realiseren. Binnenhet gedachtegoed van duurzaam of maatschappelijk verantwoord ondernemen is het denken over de waarde voor belanghebbenden al veel langer uitgangspunt. De schandalen in de VS bevestigen dat dit de juiste koers is. Ook in de financiële wereld zal dit gedachtegoed moeten doordringen, teneinde grote persoonlijke en maatschappelijke schade te voorkomen.
Gelukkig geven Europese ondernemingen steeds meer bewust en zorgvuldig vorm aan duurzaam ondernemen. Het is wellicht aan de Amerikaanse ondernemingen om zich te verdiepen in het Rijnlandse model. Duurzaam ondernemen heeft de toekomst.
Rob van Tilburg
Ir R.A. van Tilburg werkt als senior adviseur duurzaam ondernemen bij DHV.