Bestuurders over de gehele wereld willen zich niet laten afrekenen op duurzaamheidsdoelstellingen. Zo blijkt uit de jaarlijkse CEO-Outlook van KPMG. Ook in Nederland is het beloningsbeleid bij grote bedrijven nog altijd 95% afhankelijk van financieel rendement. Dat zal in een rap tempo moeten veranderen want bestuurders het echt laten voelen, is van grote invloed op sneller verduurzamen.
De wil om te verduurzamen is alom aanwezig. Laat daar geen misverstand over bestaan. Het klimaat, sociaal beleid, duurzaam inkopen zijn onderwerpen die voor bestuurders niet langer als ver-van-hun-bed-show worden ervaren. Maar tot op de dag van vandaag lijkt winstgevendheid nog altijd de belangrijkste drijfveer om te verduurzamen. Veel bestuurders hanteren daarbij doelstellingen waar ze nu nog mee weg komen in plaats van doelstellingen waarmee ze het verschil maken in de transitie naar een duurzame bedrijfsoperatie.
De vraag is wat er moet gebeuren om bestuurders te laten voelen dat er meer nodig is dan het papiergebruik reduceren of minder vliegen. Uiteraard zijn dat goede stappen. Maar structurele problemen op het vlak van klimaat, mensenrechten, biodiversiteit of veiligheid werkelijk oplossen, vraagt om meer. Bestuurders zullen hun visie, missie, strategie, systemen en processen moeten aanpassen op langetermijnwaardecreatie voor een leefbare samenleving. Dat is een flinke opgave die om andere kennis vraagt dan executives doorgaans gewend zijn.
Nieuwe zakelijkheid
Die relevante nieuwe kennis moet de bestuurskamer binnengebracht worden. De plicht om te zorgen dat een onderneming en haar bestuurders zich als verantwoordelijke burgers gedragen, vraagt om nieuwe zakelijkheid. Je laten afrekenen op ESG-doelstellingen betekent dus ook dat de huidige KPI’s onder de loep wordt genomen. En dat het beloningsbeleid daarop aangepast wordt. Het beloningsbeleid is immers altijd een reflectie van wat bestuurders echt belangrijk vinden.
Onlangs hebben aandeelhouders de beloning voor de CEO van Starbucks afgewezen omdat de koffieketen in coronatijd honderden medewerkers had ontslagen. Een actie die omwille van financieel rendement doorgaans goed beloond werd. Echter, in deze tijd van maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen, was dat zelfs voor de aandeelhouders een actie die niet door de beugel kon. Veel investeerders zien inmiddels ook in dat bedrijven die zich verantwoordelijk gedragen, groener, inclusiever en diverser zijn, uiteindelijk meer rendement en een lager risico opleveren.
Ondanks dat overheidskaders nu nog uitblijven en er terechte zorgen zijn over het gebrek aan een gelijk speelveld in een concurrerende markt, doen bestuurders er goed aan het voortouw te nemen- voor aanpassing van het beloningsbeleid op niet-financiēle indicatoren. Als steeds meer bestuurders invulling geven aan die nieuwe zakelijkheid, komt ook de politiek in actie. Afwachten is geen optie meer op weg naar een duurzame economie in 2050.
Danielle Landesz Campen, partner ESG Assurance bij KPMG