Be good and tell it!
Duurzaamheid is bij 90% van de consumenten geen overweging in het aankoopproces van nieuwe kleding. Gebrek aan informatie is hierin bepalend. Bijna zes op de tien consumenten zijn van mening dat er onvoldoende gecommuniceerd wordt over duurzaamheid en daarmee de nodige informatie om een duurzame keuze te kunnen maken niet voorhanden is. En dat is jammer aangezien steeds meer kledingbedrijven investeren in betere arbeids- en milieuomstandigheden. Dit biedt communicatie- en marketingkansen voor voorlopende modebedrijven. Uit de peiling blijkt dat zes op de tien Nederlanders bij het shoppen van kleding willen weten hoe duurzaam het betreffende item is. Bij voorkeur ontvangen ze informatie via de hangtag aan het kledingstuk of op het kledingstuk zelf.
“Hogere prijzen veroorzaakt door duurzaamheid”
Bijna negen op de tien Nederlanders weten niet welke merken het goed doen en welke merken geen enkel oog voor duurzaamheid hebben. Zij kunnen geen duurzaam kledingmerk noemen. Consumenten die dit wel kunnen, noemen vooral het Nederlandse merk Kuyichi en af en toe HEMA en Nike. Consumenten verwachten dat hogere prijzen voor kleding bij Bijenkorf en McGregor mede veroorzaakt worden door aandacht voor duurzaamheid. Ook al zegt de prijs in feite niks over het duurzaamheidgehalte, toch vinden Nederlanders een verantwoorde productie bij prijsvechters niet aannemelijk. “Ik denk dat goedkoop en duurzaam slecht samengaan, maar heb geen feitelijke aanwijzingen”.
Kledingbedrijven aan zet
Consumenten zijn zich ervan bewust dat bij de productie van kleding nog veel verbeteringen mogelijk zijn. Een ruime meerderheid (56%) denkt dat issues als milieuproblemen of slechte arbeidsomstandigheden veelvuldig voorkomen bij de productie van kleding. Kinderarbeid wordt door consumenten het vaakst genoemd. In de praktijk zijn de grootste problemen de lage lonen en de lange werkdagen en de milieu-impact door de katoenteelt en de productie van kleding in de fabrieken.
Hoewel duurzame kleding geen vanzelfsprekendheid is, vindt ruim de helft van de consumenten dat dit wel zo moet zijn. Zij houden kledingbedrijven verantwoordelijk voor de productiemethode en zien het als de plicht van merken en warenhuizen om duurzame kleding te verkopen. De modebedrijven zijn dus aan zet. Zij moeten hun zaken in de productieketen op orde hebben. Zeker wanneer aan de kassa een fikse prijs wordt betaald, willen consumenten ervan uit kunnen gaan dat het kledingstuk onder fatsoenlijke omstandigheden is gemaakt. Met begrijpelijke communicatie over de verantwoorde productie kunnen modebedrijven dit vermoeden bevestigen. Zo kunnen consumenten nieuwe kleding met een extra goed gevoel dragen.