Er zijn wel grenzen aan de mogelijkheid die ondernemers hebben om onderling informatie uit te wisselen: dit kan gezien worden als een kartelafspraak en is verboden. Om deze reden gebeurt de informatie-uitwisseling via een derde partij. Desalniettemin blijft er onzekerheid bestaan over de vraag in hoeverre de NMa dit type informatie-uitwisseling toelaat. Deze onzekerheid kan initiatieven afremmen, zo concludeert het LEI, onderdeel van Wageningen UR.
Het bedrijfsleven probeert om duurzamer te produceren maar ervaart daarbij twee knelpunten: er is een gebrek aan inzicht in de prijsvorming in de keten, en er is onzekerheid over de vraag of investeringen in duurzaamheid in strijd zijn met de mededingingswet. De NMa verbiedt sommige initiatieven om de kwaliteit en duurzaamheid van producten te verbeteren. Ketenbrede initiatieven om de kwaliteit van melk te verbeteren of over te schakelen op biologische producten zijn op een verbod gestuit.
Genoeg prijstransparantie, maar onduidelijke regels
Het LEI heeft de vermeende belemmeringen onderzocht en komt in het rapport Mededinging en transparantie; Randvoorwaarden voor concurrentie en duurzaamheid tot de conclusie dat het niet nodig is dat de overheid maatregelen neemt om de prijzen transparanter te maken. Producenten van voedsel moeten zich goed informeren maar hebben daar ook de mogelijkheden voor. Er zijn diverse websites voor landbouwprijzen en er zijn sms-diensten. Ondernemers weten heel goed in welke range de concurrentie het bod doet.
Wel is het volgens het LEI wenselijk dat de Mededingingswet verduidelijkt wordt, bijvoorbeeld via een door de overheid op te zetten duurzaamheidsbureau. De markt biedt maar beperkte mogelijkheid om duidelijkheid te krijgen over de wet. Advies van advocaten is duur en levert maar beperkt zekerheid op.