Dit is de conclusie van een onderzoek van Ernst & Young. Voor de rapportage over de financiële aspecten van het milieubeleid en de verificatie van de informatie geven de onderzoekers zelfs een dikke onvoldoende. Alleen de vormgeving, leesbaarheid en toonzetting van de verslagen werden als “voldoende” beoordeeld.
Bij het onderzoek ging Ernst & Young uit van de normen die men zelf zou hanteren om een milieujaarverslag te verifiëren. Aan de hand van een uitgebreide checklist stelden de onder-zoekers vast hoe de onderzochte verslagen scoorden. De aandachtsgebieden die werden bekeken, hadden onder meer betrekking op de rapportage over de milieudoelstellingen, de actuele milieubelasting, de financiële dimensie van het gevoerde milieubeleid en de aandacht die werd besteed aan duurzaamheidsaspecten.
Slechts een minderheid van de milieuverslagen kreeg het predikaat “voldoende”. Rond de rapportering over de milieuprestaties en de rol van de organisatie in het milieubeleid kwamen de onderzoekers uit op een gemiddelde van een 5. In de beschrijvingen van de financiële aspecten – zoals de voorzieningen die men had getroffen, de gepleegde milieu-investeringen en de omvang van eventuele milieuclaims – werd nog lager gescoord; slechts 15 procent van de verslagen kreeg van de onderzoekers op dit punt een voldoende. Ook op het punt van de betrouwbaarheid van de gegevens misten de onderzoekers dikwijls adequate onderbouwing; bij vier van de vijf verslagen ontbrak bijvoorbeeld een verficatieverklaring. Alleen in de toonzetting, de leesbaarheid en de vormgeving scoorden de meeste verslagen wel voldoende.
Onderzoeker Dick de Waard van Ernst & Young wijt de lage scores en de grote kwaliteits-verschillen tussen de verschillende milieuverslagen vooral aan het ontbreken van eenduidige normen. Bovendien vindt hij dat er meer werk moet worden gemaakt van het kwantificeren van het milieubeleid. Duidelijke eisen met betrekking tot de verificatie van een milieuverslag kunnen daartoe een stok achter de deur zijn, aldus De Waard.