De Commissie heeft vandaag voorgesteld om met dwangarbeid vervaardigde producten te verbieden op de EU-markt. Het voorstel heeft betrekking op alle producten — te weten in de EU vervaardigde producten voor binnenlands verbruik en uitvoer, evenals ingevoerde goederen, zonder dat het daarbij op specifieke ondernemingen of bedrijfstakken is gericht. Deze alomvattende aanpak is belangrijk omdat naar schatting 27,6 miljoen mensen dwangarbeid verrichten, in veel bedrijfstakken en op elk continent. Het merendeel van de dwangarbeid vindt plaats in de particuliere economie, maar dwangarbeid wordt deels ook door staten opgelegd. Het voorstel bouwt voort op internationaal overeengekomen definities en normen en onderstreept het belang van nauwe samenwerking met mondiale partners. De nationale autoriteiten zullen met dwangarbeid vervaardigde producten uit de EU-markt kunnen nemen. De douaneautoriteiten van de EU zullen met dwangarbeid vervaardigde producten aan de EU-grenzen identificeren en tegenhouden.
Uitvoerend vicevoorzitter en commissaris voor Handel Valdis Dombrovskis zei het volgende: “Dit voorstel zal een echt verschil maken bij de aanpak van moderne slavernij, die over de hele wereld miljoenen mensen treft. Ons doel is alle producten die met dwangarbeid zijn vervaardigd, uit de EU-markt te verwijderen, ongeacht waar zij zijn vervaardigd. Ons verbod geldt zowel voor binnenlandse producten als voor uitvoer en invoer. De bevoegde autoriteiten en de douane zullen nauw samenwerken om het systeem robuust te maken. We hebben getracht de administratieve lasten voor bedrijven tot een minimum te beperken, met een op maat gesneden aanpak voor kmo’s. We zullen ook onze samenwerking met onze mondiale partners en met internationale organisaties verder verdiepen.”
Thierry Breton, commissaris voor de Interne Markt, zei het volgende: “In de huidige geopolitieke context hebben we zowel veilige als duurzame toeleveringsketens nodig. We kunnen niet vasthouden aan een model van consumptie van niet duurzaam geproduceerde goederen. Om toonaangevend te zijn op het gebied van industrie en technologie, moeten we assertiever zijn bij het verdedigen van onze waarden en het vaststellen van onze regels en normen. Onze eengemaakte markt is een enorme troef om te voorkomen dat met dwangarbeid vervaardigde producten in de EU circuleren, en een hefboom om wereldwijd meer duurzaamheid te bevorderen.”
Het instrument inzake dwangarbeid in de praktijk
Nationale autoriteiten in de lidstaten zullen het verbod toepassen door middel van een robuuste, risicogebaseerde handhavingsaanpak. Zij zullen risico’s inzake dwangarbeid in eerste instantie beoordelen aan de hand van verschillende informatiebronnen die samen het in kaart brengen van risico’s moeten vergemakkelijken en hun inspanningen gerichter moeten helpen maken. Het kan hierbij gaan om bijdragen van het maatschappelijk middenveld, een gegevensbank voor risico’s op dwangarbeid die op specifieke producten en geografische gebieden is gericht, en de zorgvuldigheid die bedrijven betrachten.
De autoriteiten zullen onderzoeken starten naar producten waarvoor gegronde vermoedens bestaan dat zij met dwangarbeid zijn vervaardigd. Zij kunnen informatie opvragen bij bedrijven en controles en inspecties verrichten, ook in landen buiten de EU. Als de nationale autoriteiten vaststellen dat er sprake is van dwangarbeid, zullen zij gelasten de reeds in de handel gebrachte producten uit de handel te nemen en zullen zij verbieden de producten in de handel te brengen en uit te voeren. Bedrijven zullen verplicht zijn de goederen te verwijderen. De douaneautoriteiten van de lidstaten zullen belast zijn met de handhaving aan de grenzen van de EU.
Als de nationale autoriteiten niet al het bewijsmateriaal kunnen verzamelen dat zij nodig hebben, bijvoorbeeld vanwege het gebrek aan medewerking van een bedrijf of een autoriteit van een staat buiten de EU, kunnen zij het besluit nemen op basis van de beschikbare gegevens.
De bevoegde autoriteiten passen gedurende het hele proces de beginselen van risicogebaseerde beoordeling en evenredigheid toe. Op deze basis houdt het voorstel rekening met de situatie van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s). Kmo’s kunnen, zonder dat zij worden vrijgesteld, profiteren van de specifieke opzet van de maatregel, d.w.z. dat de bevoegde autoriteiten rekening zullen houden met de omvang en de middelen van de betrokken marktdeelnemers, en de grootte van het risico van dwangarbeid voordat zij een formeel onderzoek openen. Kmo’s zullen ook profiteren van ondersteunende instrumenten.
De Commissie zal binnen 18 maanden na de inwerkingtreding van de verordening ook richtsnoeren uitvaardigen. De richtsnoeren zullen richtsnoeren voor passende zorgvuldigheid op het gebied van dwangarbeid en informatie over risico-indicatoren voor dwangarbeid omvatten. Het nieuwe EU-netwerk voor met dwangarbeid vervaardigde producten zal een platform zijn voor gestructureerde coördinatie en samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten en de Commissie.
Volgende stappen
Het voorstel moet nu door het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie worden besproken en goedgekeurd voordat het in werking kan treden. Het zal 24 maanden na de inwerkingtreding ervan van toepassing zijn.