Brede wetgeving op het gebied van internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) en samenwerking binnen sectoren versterken elkaar. De combinatie van verplichten door wetgeving en verbinden via samenwerking, leidt tot de meeste impact in de keten om risico’s voor mens en milieu te voorkomen of aan te pakken. Op beide vlakken is hiervoor opschalen naar uiteindelijk Europees niveau nodig en een ambitieuze Nederlandse inzet helpt hierbij. Dit staat in het advies “Samen naar duurzame ketenimpact” dat de SER uitbrengt op verzoek van minister Kaag voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Mariëtte Hamer, voorzitter SER: “Ik ben verheugd dat er veel draagvlak is voor zowel optimalisering van het huidige beleid voor internationaal MVO als voor aanvullend beleid. Dat is belangrijk, want internationaal MVO draagt bij aan het bereiken van de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties. Alleen door er samen flink de schouders onder te zetten, komen deze doelen binnen bereik.”
Het ministerie van Buitenlandse Zaken evalueert het huidige beleid voor internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Minister Kaag vroeg de SER te adviseren over zowel nationale als internationale, bindende en niet-bindende instrumenten voor het toekomstige beleid op dit vlak.
Voordelen brede due diligence wetgeving
Een deel van de bedrijven heeft zich aangesloten bij de IMVO-convenanten en werkt vrijwillig aan de eisen op het gebied van gepaste zorgvuldigheid (due diligence) om te komen tot maatschappelijke verantwoorde ketens met oog voor mens en milieu. Brede wetgeving op het gebied due diligence verplicht bedrijven om risico’s voor mens en milieu in kaart te brengen en negatieve gevolgen van hun handelen te voorkomen. Daarmee sluit brede wetgeving beter aan bij de OESO-richtlijnen dan thematische wetgeving. Deze richtlijnen hebben net als brede wetgeving betrekking op een breed scala aan mogelijke risico’s voor mens en milieu. Zo worden de beste kansen gecreëerd om deze risico’s in kaart te brengen, te voorkomen en aan te pakken.
Een gelijker speelveld kan worden gerealiseerd door ook achterblijvers op het terrein van internationaal MVO te verplichten zich in te spannen hun due diligence op orde te brengen. De schaal waarop de wetgeving wordt geïnitieerd, is hierbij van belang: hoe groter de schaal, hoe groter de kans op impact in de keten. Alleen bij consistent gedrag vanuit een substantieel deel van de markt, vakbonden en maatschappelijke organisaties die misstanden lokaal aan durven kaarten en overheden die gezamenlijk duurzame ketens op de kaart zetten, worden inkopers en producenten gestimuleerd om omstandigheden in de keten structureel te verbeteren met respect voor de rechten van mensen en het milieu.
Uitbreiden sectorale samenwerking
De samenwerking per sector is complementair aan wetgeving. Bedrijven, vakbonden, maatschappelijke organisaties en de overheid experimenteren en leren in dialoog van elkaar. Gezamenlijk hebben ze meer invloed dan individueel om problemen aan te pakken. Door deze samenwerking te verbeteren en verder uit te breiden op basis van de lessen van de sectorconvenanten voor internationaal MVO, kan ook ondersteuning en maatwerk worden geboden aan ondernemingen. Zo kunnen bedrijven ervaren hoe zij in de praktijk rekening kunnen houden met de risico’s voor verschillende partijen in de keten.
Momentum op Europees niveau
De combinatie van wetgeving en sectorale samenwerking op Europees niveau maakt het mogelijk om in de keten meer te bereiken. De prikkels voor internationale samenwerking worden versterkt als ondernemingen in de lidstaten verplicht worden om aan dezelfde normen te voldoen op het terrein van due diligence. De koploperspositie van Nederland op het gebied van internationaal MVO is hierbij van belang. Nederland kan deze inzetten om -samen met gelijkgezinde landen- in te spelen op de ambities van het Europees Parlement en invloed uit te oefenen in Europa. Tijdpad en ambitieniveau blijven immers een uitkomst van overleg tussen 27 landen. Naar verwachting presenteert de Commissie in het eerste kwartaal van 2021 een brede wettelijke verplichting voor due diligence.
Ambitieuze nationale overheid nodig
Het bedrijfsleven, de vakbonden en maatschappelijke organisaties zijn ambitieus om samen verder te werken aan het voorkomen en aanpakken van misstanden in internationale ketens. Ze hebben daarbij een overheid nodig die minstens zo ambitieus is, coherent beleid voert en als partner blijft investeren in sectorale samenwerking. Ook om samen invloed te kunnen uitoefenen op productielanden en specifieke risico’s aan te pakken, is de betrokkenheid van de overheid cruciaal.
Routes naar impact
Om tot een optimale combinatie van verplichten en verbinden te komen, zijn drie routes denkbaar: de eerste is om de Nederlandse inzet maximaal te richten op het beïnvloeden van de Europese ontwikkelingen. Een tweede mogelijkheid, in aanvulling op de eerste, is bij de start van een nieuwe regering volgend jaar te bepalen of in Europa voldoende voortgang wordt geboekt en indien dat niet het geval is ook Nederlandse wetgeving te starten en dit op te nemen in het regeerakkoord. De derde optie is om gelijktijdig in te zetten op het beïnvloeden van de ontwikkelingen in Europa en wetgeving in Nederland verder te ontwikkelen. Het is aan de politiek een afweging te maken tussen deze routes.
Over het advies
Het advies is voorbereid door de SER-commissie Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, onder voorzitterschap van professor Katrien Termeer.