Ineens zie je het overal: ondernemingen en financiële instellingen gaan hun duurzaamheidsrisico’s in kaart brengen. Belangrijke organisaties dringen daar op aan. Bijvoorbeeld de Task Force on Climate-related Financial Disclosures (TCFD) van de Financial Stability Board, een internationaal samenwerkingsorgaan in de financiële wereld. De TCFD spoort bedrijven aan duurzaamheidsrisico’s te benoemen, te publiceren en te melden wat ze eraan gaan doen. Dat doen ook de EU en het Global Reporting Initiative, een internationale organisatie die richtlijnen voor duurzaamheidsverslaggeving opstelt. De Nederlandsche Bank (DNB) roept financiële instellingen op actief op de duurzaamheidsrisico’s te sturen. Bij ngo’s als de Eerlijke Bankwijzer kunnen banken punten scoren als ze de risicobenadering van de TCFD onderschrijven.
Iedereen lijkt dus aan duurzaamheidsrisico’s te werken. Maar wordt de wereld daar duurzamer van? Niet per se, want ondernemingen en banken pakken de risico’s aan die zij zelf lopen. Dat benoemt het TCFD expliciet. Maar de beheersing van duurzaamheidsrisico’s door een bedrijf is niet hetzelfde als werken aan een duurzame samenleving. DNB bracht dat in een recente publicatie als volgt onder woorden: ‘Impact proberen te maken en risico’s beheersen zijn twee volledig verschillende zaken. Toch zal impact hebben waarschijnlijk op den duur bijdragen aan vermindering van de risico’s waaraan de financiële sector is blootgesteld.’ Dit is vooral een aanname van DNB, die toeziet op de risico’s voor de financiële sector, niet op die voor de samenleving.
Bedrijven en financiële instellingen zijn dus al gewend duurzaamheidsrisico’s te benoemen en beheersen, onder toeziend oog van hun accountants. Dat doen ze in de praktijk veelal door de risico’s af te wentelen op de samenleving. Zijzelf hebben dan geen risico meer, maar de samenleving – burgers en overheden – des te meer.
Een voorbeeld. Een chemiebedrijf geeft gehoor aan de oproep van TCFD en brengt zijn klimaatrisico’s in kaart. Een van die risico’s is carbon pricing: bedrijven moeten betalen voor hun CO2-uitstoot. Wat gaat het chemiebedrijf doen om dat risico te verkleinen? Het zou kunnen gaan werken aan vermindering van zijn CO2-uitstoot. Maar een eenvoudiger middel is lobbyen tegen carbon pricing. Dat was de afgelopen jaren een effectieve strategie, nationaal en internationaal, kijk maar naar de felle opstelling van VNO-NCW tegen CO2-beprijzing. Het gevolg: het chemiebedrijf heeft voorlopig geen last van hogere kosten, terwijl de opwarming van de aarde verder toeneemt.
Nog een voorbeeld. Voor een bank in Nederland is het riskant hypotheken te verstrekken voor woningen die hun waarde gaan verliezen. Dat gaat om woningen die slecht geïsoleerd zijn, die staan in veengebied dat verzakt, of in een gebied met een hoog overstromingsgevaar. Zulke woningen lopen nu al risico als gevolg van klimaatverandering en klimaatmaatregelen. Een bank kan dat risico eenvoudig verminderen door voor die woningen geen hypotheken te verstrekken, of duurdere hypotheken. De bank is het risico dan kwijt, maar er komen steeds meer burgers in financiële problemen.
Dit is duidelijk niet de weg naar een duurzamere samenleving. Ondernemingen moeten op zijn minst beide doen: hun eigen risico’s in kaart brengen én aangeven hoe zij de risico’s van de gehele samenleving kunnen verminderen. Voor de financiële sector geldt dat eveneens. De vraag is hoe toezichthouders en accountants dat straks gaan beoordelen.
Piet Sprengers, Hoofd Duurzaamheid ASN Bank
Een verkorte versie van deze cullumn verscheen op 12 februari in het FD onder de titel ‘Eenzijdige focus bij risicoaanpak schaadt samenleving‘.