Als we nú de juiste keuzes maken, kunnen we de energietransitie inzetten om Nederland rijker, hechter en schoner te maken. Dat stelt het College van Rijksadviseurs in ‘Via Parijs, een ontwerpverkenning naar een klimaatneutraal Nederland’. Het College adviseert om bij het kiezen van maatregelen niet alleen te kijken naar het verminderen van de CO2-uitstoot, maar te kiezen voor maatregelen die op de lange termijn en vanuit integraal afgewogen keuzen maximaal bijdragen aan de omgevingskwaliteit.
De energietransitie heeft grote gevolgen voor onze steden en landschappen. Nederland gaat ruimte maken voor de opwekking van duurzame energie en het aanleggen van nieuwe netwerken voor warmte en elektriciteit. Om dat efficiënt en effectief te laten verlopen, vindt het College van Rijksadviseurs het belangrijk dat er een inspirerend ruimtelijk beeld is dat toont hoe Nederland er over enkele decennia uit kan zien. De Rijksadviseurs hebben daarom een ontwerpverkenning laten uitvoeren naar een klimaatneutraal Nederland in 2050. In ‘Via Parijs’ wordt de energietransitie verbonden met andere opgaven, zoals het verduurzamen van de landbouw, de woningbouwopgave en met de bestaande kwaliteiten van ons land.
Inspirerend ruimtelijk beeld
Via Parijs is geen blauwdruk, en zeker geen Rijksplan, maar een advies aan het Rijk en zijn partners. Het is gebaseerd op een ontwerpend onderzoek naar het bereiken van een aantrekkelijk postfossiel Nederland in 2050, dat vanuit ruimtelijke overwegingen én vanuit de logica van systemen zo optimaal mogelijk is. Het College van Rijksadviseurs wil met Via Parijs overheden inspireren en motiveren om gezamenlijk en planmatig aan de slag te gaan met de energietransitie en te kiezen voor een integrale, samenhangende aanpak.
Het College redeneert vanuit het wenselijke, samenhangende beeld in 2050 terug naar de belangrijke keuzen, die het Rijk en zijn partners nu moeten maken. Het College adviseert de nadruk te leggen op schaalvoordelen, bijvoorbeeld door in gebieden die zich daarvoor lenen te kiezen voor publieke warmtenetten in plaats van individuele warmtepompen.
Wind op zee
Ook adviseert het College om een integraal plan voor de Noordzee te maken en daarin maximaal in te zetten op de productie van windenergie op zee. De Noordzee kan Nederland in 2050 ongeveer 80% van de totale elektriciteitsbehoefte leveren, ofwel de helft van de totale energiebehoefte van ons land. Op land is het advies om windenergie geconcentreerd op te wekken in een aantal grote windparken in grootschalige, rationele landschappen. Het opwekken van zonne-energie kan via grootschalige zonne-energiecentrales op water, haven- en bedrijventerreinen en langs een aantal snelwegen. Het opwekken van zonne-energie via daken en gevels moet maximaal worden gestimuleerd. Zo kunnen zonne-energiecentrales op landbouwgrond en in natuurgebieden worden vermeden.
Regionale energiestrategieën
De rijksoverheid krijgt in ‘Via Parijs’ een belangrijke rol toebedeeld. Momenteel werken gemeenten, provincie, waterschappen op regionaal niveau samen met stakeholders aan dertig Regionale Energiestrategieën (RES), waarin voorstellen worden gedaan voor de opwekking, de opslag en het transport van duurzame energie. Deze RES-en nemen ongeveer een kwart van de vraag naar duurzame energie voor hun rekening. Het College van Rijksadviseurs adviseert het Rijk om hierin actief te participeren en de opgaven van de RES-en in verband te brengen met de nationale opgaven en verantwoordelijkheden.
Draagvlak is een cruciale voorwaarde voor de energietransitie. Zonder draagvlak geen succesvolle transitie. Regio’s die een substantiële bijdrage leveren aan de energieopwekking, moeten hiervan redelijkerwijs profiteren in financieel of ander maatschappelijk opzicht. Dit kan bijvoorbeeld door extra inkomsten, een lagere energieprijs, meer werkgelegenheid, hogere natuurwaarden en nieuwe recreatiemogelijkheden.
Over het College van Rijksadviseurs
Het College van Rijksadviseurs adviseert het Rijk over ruimtelijke kwaliteit. Over de urgente thema’s van nu: van transformatie, mobiliteit en de stad, tot de impact van de energietransitie. Het College bestaat uit Rijksbouwmeester Floris Alkemade en Rijksadviseurs voor de fysieke leefomgeving Berno Strootman en Daan Zandbelt