‘We verwachten wel degelijk van onze bedrijven dat ze – als ze zaken doen in met name ontwikkelingslanden – internationaal aanvaarde normen op het gebied van mensenrechten, milieu en corruptie respecteren. Normen die heel duidelijk omschreven staan in de Oeso-richtlijnen voor multinationale ondernemingen,’aldus Jorritsma.

Tijdens de Chinese handelsmissie kwam MVO echter nauwelijks aan de orde. Jan-Willem Savornin Lohman van Directie Voorlichting van Economische Zaken, zegt na terugkomst van de handelsmissie: ‘Er was geen apart agendapunt voor MVO. In China kennen zij het begrip niet. Wij kunnen niet met een opgeheven vingertje aankomen in China en vragen: ‘wat doet u eigenlijk aan MVO?’ China is voor een groot deel nog een ontwikkelingsland.’

De FNV, onderdeel van de handelsmissie, wist in China als enige wél een beetje aandacht voor MVO te krijgen. ‘Het onderwerp kwam nauwelijks aan de orde en er werd uiteindelijk maar één uur over gesproken. De les van deze handelsmissie is dat MVO een substantieel onderdeel moet uitmaken van een volgende missie,’ concludeert Els Tieman, voorlichter FNV.

De organisaties Fair Trade, Novib, Schone Kleren Overleg en de Landelijke India Werkgroep deden medio november in een brief aan Jorritsma nog suggesties om het beleid voor MVO bij de handelsmissie naar China vorm te geven. Ook bepleitten de organisaties dat de minister bij de Chinese overheid zou aandringen op naleving van internationale conventies op het gebied van arbeidsrechten.

Bart Ensing, medewerker afdeling Handelspolitiek van Fair Trade, zegt nog op een antwoord op de brief te wachten. ‘De brief is aan Economische Zaken verstuurd, omdat deelnemers aan een handelsmissie zelf ook aan MVO-criteria moeten voldoen.’

Ensing vindt het belangrijk dat tijdens een handelsmissie Nederlandse bedrijven in ieder geval op MVO worden aangesproken. ‘Het gaat in eerste instantie om MVO van Nederlandse bedrijven. Deze bedrijven moeten tenminste inspanningsverplichtingen hebben om aan Oeso-richtlijnen te voldoen in het buitenland. Waar het om gaat is dat je een beleid hebt. Je kunt in ieder geval aan Chinese bedrijven vragen of zij aan bepaalde gedragscodes willen voldoen en het China ook mogelijk maken om aan MVO te doen,’ aldus Ensing.

‘De bedrijven zijn niet onwillig om aan MVO te doen, maar zij vergeten het letterlijk. Wil Economische Zaken echt werk maken van MVO, dan moet zij daar veel meer aandacht aan besteden en ook de Chinezen erbij betrekken. Zoals het nu gaat, is het veel te vrijblijvend,’ zo concludeert Tieman van FNV.

De twee belangrijkste agendapunten van de handelsmissie waren China ’s toetreding tot de WTO en de Olympische Spelen die in 2008 in China plaatsvinden. Zo’n vijftig Nederlandse bedrijven probeerden tijdens deze reis om een handelsrelatie met China aan te gaan, of in dit land te investeren. Zij zien vooral veel kansen bij de voorbereiding van de Olympische Spelen in Peking.