In 2021 lag de uitstoot van broeikasgassen 2,1 procent hoger dan in 2020. Daarmee zette de sterke reductie van de uitstoot in 2020 niet door. Toen was er een daling van 8,8 procent. Door de hogere uitstoot in 2021 is de reductie ten opzichte van 1990 op 23,9 procent uitgekomen. Dat is onder de Urgenda-doelstelling van minimaal 25 procent reductie, die in 2020 net gehaald was. De stijging van de emissies in 2021 komt vooral door meer aardgasverbruik in de gebouwde omgeving. In het eerste halfjaar van 2021 was het kouder dan een jaar eerder. Dit blijkt uit een eerste raming van het CBS en het RIVM/Emissieregistratie over de uitstoot van broeikasgassen in 2021 volgens de IPCC-richtlijnen.
Meer aardgasverbruik in de gebouwde omgeving
In de gebouwde omgeving (woningen, kantoren, scholen, zorginstellingen etc.) was de toename van de emissies het grootst. Ten opzichte van 2020 is 10 procent meer uitgestoten. Dit komt vooral doordat het in de eerste helft van 2021 kouder was dan in dezelfde periode een jaar eerder, waardoor er meer aardgas werd gestookt. In de tweede helft van het jaar was de uitstoot in de gebouwde omgeving vrijwel gelijk aan het jaar daarvoor.
Ook meer uitstoot door elektriciteitssector en landbouw
De elektriciteitssector heeft vorig jaar 2 procent meer broeikasgassen uitgestoten dan in 2020. De elektriciteitsproductie was echter 2 procent lager. De aardgasgestookte centrales hebben vooral vanaf het tweede kwartaal van 2021 minder geproduceerd door de gestegen aardgasprijs. De prijs voor kolen steeg minder sterk waardoor er relatief meer elektriciteit is geproduceerd uit kolen. Bij de inzet van kolen voor de elektriciteitsproductie komt meer CO2 vrij dan bij de inzet van aardgas. Daardoor was de uitstoot alsnog hoger dan een jaar eerder.
De productie van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen groeide in 2021. Dat drukte de totale uitstoot van de elektriciteitssector iets, maar te weinig om de hogere CO2-uitstoot door de toegenomen productie uit kolen helemaal te compenseren.
In de landbouw lag de uitstoot van broeikasgassen ook 2 procent hoger dan in 2020. Net als in de gebouwde omgeving is dat vooral toe te schrijven aan het relatief koude en minder zonnige eerste half jaar. Hierdoor hebben bijvoorbeeld tuinders meer aardgas ingezet voor de verwarming van de kassen. In het vierde kwartaal van 2021 was het aardgasverbruik in de landbouw door de hoge aardgasprijzen echter een stuk minder dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder.
Uitstoot mobiliteit en industrie gelijk gebleven
De emissies door de sector mobiliteit waren in 2021 ongeveer even groot als in 2020. In 2020 waren de emissies fors lager dan een jaar eerder. Die daling zette in 2021 niet door. Gemiddeld genomen was de verkeersintensiteit op de weg ongeveer hetzelfde als in 2020.
Ook in de industrie bleef de uitstoot vrijwel gelijk. In het tweede kwartaal van 2021 waren de emissies flink hoger doordat de industrie meer produceerde dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Daarentegen was de uitstoot in het vierde kwartaal fors lager. Door de hogere aardgasprijzen in het tweede helft van het jaar is minder gas afgenomen door industriële gebruikers.