Hernieuwbare energie wordt verbruikt in de vorm van elektriciteit, warmte en biobrandstoffen voor vervoer. Elektriciteit is nog steeds de belangrijkste vorm en was goed voor ongeveer 45 procent van het verbruik van hernieuwbare energie.

Hernieuwbare warmte was goed voor 40 procent van het verbruik van hernieuwbare energie en steeg in 2012 met ongeveer 4 procent ten opzichte van 2011. De groei zat vooral bij warmte uit afvalverbranding en bodemenergie.

Bijna drie kwart van alle hernieuwbare energie komt uit biomassa. Het gaat hierbij onder andere om het produceren van elektriciteit en warmte in afvalverbrandingsinstallaties, het meestoken van biomassa in elektriciteitscentrales en het verbruik van biobrandstoffen voor vervoer. In 2012 nam de energieproductie uit afvalverbrandingsinstallaties toe. Het meestoken van biomassa in elektriciteitscentrales nam daarentegen af.
Windenergie levert een kleine 20 procent van de hernieuwbare energie. Overige bronnen van hernieuwbare energie zijn zonnestraling, waterkracht, bodemenergie en buitenluchtwarmte. De gezamenlijke bijdrage van deze bronnen is ongeveer 8 procent.