Het Nederlandse Johnny Cashew heeft de pijlen gericht op een vaak onzichtbare vijand in de strijd tegen klimaatverandering: de onnodige omreis van veel van onze dagelijkse boodschappen. Te beginnen bij de cashewnoot. Nederland is een van de grootste importlanden van deze noten in Europa. Hoewel de helft van de wereldwijde cashews groeien op het Afrikaanse continent, in bijvoorbeeld Tanzania, Nigeria en Ivoorkust, reizen ze – bijna altijd om economische redenen – eerst naar Azië om daar gepeld te worden. Zo legt 90 procent van de Afrikaanse cashewnoten uiteindelijk 12.000 tot 25.000 onnodige kilometers af om het land van consumptie te bereiken: een onnodige omreis dus die resulteert in aanzienlijke transportkilometers en bijbehorende uitstoot voordat de noten in de boodschappenmand van de Nederlandse consument belanden.
De gemiddelde Nederlandse voorraadkast ligt vol met producten van over de hele wereld. Vaak zonder er bewust van te zijn dat deze ook bestaat uit tien- of misschien wel honderdduizenden foodmiles. Want naast de Afrikaanse cashewnoot zijn er nog veel meer alledaagse producten die een onnodige omreis maken. Een bekend voorbeeld hiervan is de garnaal, die in de Noordzee wordt gevangen, vervolgens op transport gaat naar Marokko om gepeld te worden, en daarna terugkeert naar Nederland om hier verkocht te worden als ‘Hollandse garnaal’.
Reizen zonder overstap
Nederland is met een aandeel van 29 procent het grootste importland van cashewnoten in Europa. Het grootste deel hiervan komt vanuit Afrika, via Azië in Nederland. De noten van Johnny Cashew worden zowel geproduceerd als gepeld op het Afrikaanse continent en komen vervolgens rechtstreeks naar Europa. Zo heeft het merk, sinds het ontstaan in 2020, al meer dan 200.000 kilometers bespaard bij het transport van cashews. Zouden alle cashews lokaal in Afrika verwerkt worden, bespaart dit tot wel 57% aan CO2-uitstoot op het totale transport in de hele keten.
“Wij geloven dat elke kilometer telt, niet alleen voor het milieu maar ook voor de lokale gemeenschappen. In onze missie focussen we ons daarom niet enkel op cashewnoten, maar ook op het transformeren van de manier waarop er gedacht wordt over de herkomst van ons voedsel en de impact hiervan op allerlei vlakken. Daarom blijven we ons – met inmiddels 1000 aangesloten Fairtrade-gecertificeerde boeren en 600 gecreëerde en eerlijk betaalde banen in onze pelfabriek – inzetten voor een duurzamere consumptie”, aldus Freek Wessels, Cashew Captain bij Johnny Cashew.
Lokale gevolgen voor producent
De omreis van Afrikaanse cashewnoten heeft niet alleen gevolgen voor het milieu, maar ook voor de lokale industrie. Door het pellen van de producten weg te nemen uit het land van productie en te verplaatsen naar Azië, wordt het Afrikaanse continent ook economische waarde ontnomen. Een gepelde cashew is namelijk vijf tot tien keer meer waard dan een ongepelde noot. Bovendien gaat werkgelegenheid verloren: de verwerking van vier ton ongepelde noten levert volgens de Wereldbank* een baan op. Dat zou een land als Tanzania, dat momenteel bijna de volledige productie exporteert, tienduizenden extra banen opleveren.
Over Johnny Cashew
Johnny Cashew is opgericht uit nootzaak de omreiscashew de wereld uit te helpen en kraakt de keten door de cashew te pellen waar die groeit, gewoon in Afrika. Zonder onnodige omreis en eerlijk betaald. Het merk produceert naast de gebrande gezouten en ongezouten noten, ook de smaken hot chili en honing zeezout. Deze zijn verkrijgbaar bij de Wereldwinkel, Ekoplaza, Picnic en sinds deze maand ook in de grotere winkels van Albert Heijn met een adviesprijs vanaf €2,99.
* Bron: The World Bank, Cashew Value Chain Competitiveness Project (2018)