Windmolens op land, verhogen van de gasprijs of toch een vleesbelasting? Wat denkt de Nederlandse samenleving over het Nederlandse klimaatbeleid? Onderzoekers stelden via een zogenaamde Participatieve Waarde Evaluatie (PWE) meer dan 10.000 Nederlanders in staat om de overheid hierover te adviseren. Deze volksraadplegingsmethode zorgt er vooral voor dat de (stille) middengroep kan meedenken. Op 17 juni overhandigen de onderzoekers het eindrapport aan de voorzitter van het Voortgangsoverleg Klimaatakkoord Ed Nijpels, waarna ze de resultaten toelichten in de Tweede Kamer.
Brede samenleving betrekken
Nu Europa recent de klimaatdoelen heeft aangescherpt moet de nieuwe regering beslissen welke maatregelen genomen worden om de uitstoot van broeikasgassen zoals CO2 te verlagen. Tweede Kamerleden hebben eerder aangegeven dat zij graag de brede samenleving hierbij willen betrekken. Onderzoekers van de TU Delft en de Universiteit Utrecht hebben daarom de klimaatraadpleging ontwikkeld. In maart adviseerden meer dan 10.000 Nederlanders de regering over dit onderwerp.
De methode
PWE is een innovatieve volksraadplegingsmethode die een stuk verder gaat dan een opiniepeiling of een referendum. In een referendum worden complexe vraagstukken platgeslagen tot een ‘Ja/Nee-keuze’. In een PWE kunnen deelnemers hun voorkeuren uiten op basis van een totaalplaatje van beleidsopties en effecten. Deelnemers krijgen de kans om beleidsopties in samenhang te beoordelen, ze kunnen hun voorkeuren motiveren en nuanceren en eigen ideeën aandragen. Doordat burgers in de PWE als het ware in de schoenen van de politicus staan, krijgen zij meer begrip voor de (complexiteit van de) keuzes die een politicus moet maken.
Vier voorwaarden bepalend voor steun van de middengroep
De klimaatraadpleging laat zien dat ongeveer 25% van de Nederlanders een zeer uitgesproken mening heeft over klimaatbeleid. Dit zijn de sterke tegenstanders die extra klimaatbeleid afzweren en de sterke voorstanders die vinden dat klimaatbeleid niet ambitieus genoeg kan zijn. Vier voorwaarden zijn erg belangrijk om ervoor te zorgen dat de brede middengroep van ongeveer 75% van de Nederlanders ambitieuzer klimaatbeleid steunt.
- Klimaatmaatregelen die de persoonlijke levenssfeer van burgers direct raken zijn pas acceptabel als andere maatregelen zichtbaar maximaal zijn toegepast en de overheid een streng beleid voert tegen grote vervuilende sectoren
- Bescherm lage inkomens en voorkom dat de kloof tussen arm en rijk groter wordt
- De vervuiler moet betalen
- De baten van een maatregel moeten hoger zijn dan de kosten en er mag geen beter alternatief zijn.
Persoonlijke levenssfeer
De acceptatie van klimaatmaatregelen die de persoonlijke levenssfeer van burgers direct raken – zoals een vleesbelasting en het bouwen van windmolens op land – zal hoger zijn als duidelijk zichtbaar is dat de overheid er alles aan gedaan heeft om maatregelen te nemen die niet of nauwelijks worden ervaren als een directe aantasting van de persoonlijke levenssfeer (o.a. bouwen van windmolens op zee, stimuleren van isolatie van woningen, stimuleren zonnepanelen op daken). Zichtbaarheid is hierbij erg belangrijk. Daken die vol liggen met zonnepanelen werken beter dan een plan om dit in de toekomst te realiseren. De middengroep vindt het daarbij belangrijk dat de overheid een streng beleid voert tegen grote vervuilende sectoren bijvoorbeeld via een verhoging van de vliegbelasting of een aanscherping van de CO2-heffing voor de industrie. Burgers hebben het gevoel dat sectoren als de industrie en de luchtvaart door goede politieke contacten nauwelijks effect ondervinden van klimaatbeleid. Als burgers ervaren dat de overheid een streng beleid voert tegen sectoren die in hun ogen vervuilend zijn, dan zullen zij sneller geneigd zijn om maatregelen te accepteren die volgens hen direct op hun eigen bord terecht komen.
Aanbevelingen
Wanneer de regering wil dat ambitieuzer klimaatbeleid wordt gesteund door de middengroep, dan is het verstandig om sterk in te zetten op maatregelen die het best scoren op de vier voorwaarden zoals windmolens op zee, aanscherping CO2-heffing industrie en stimuleren van isolatie van woningen. Ook het verhogen van subsidie op CO2-reductie in de industrie, het verhogen van de vliegbelasting en het investeren in groene waterstof scoren goed en kunnen op steun rekenen van de middengroep.
Voorstellen van deelnemers
Deelnemers aan de klimaatraadpleging doen verschillende voorstellen die gericht zijn op het verbeteren van maatregelen die minder goed scoren op de vier voorwaarden. Sommige deelnemers vrezen bijvoorbeeld dat de invoering van een kilometerheffing ervoor zorgt dat de kloof tussen arm en rijk groter wordt. Zij denken dat hoge inkomens gemakkelijker op deze maatregel kunnen anticiperen door meer thuis te gaan werken of door een elektrische auto te kopen, terwijl lage inkomens die een beroep hebben waarbij zij afhankelijk zijn van de auto harder worden geraakt. Om dit op te lossen pleiten deelnemers voor vrijstelling van bepaalde groepen (zoals ondernemers die afhankelijk zijn van hun auto) of voor het specifiek subsidiëren van elektrisch vervoer voor mensen die voor hun werk afhankelijk zijn van de auto. Tot slot hebben sommige deelnemers moeite met de kilometerheffing, omdat zij denken dat er een beter alternatief beschikbaar is. Zij denken dat het beter is om de wegenbelasting te vervangen door hogere accijnzen op fossiele brandstof omdat de invoeringskosten lager zijn en ze zich zorgen maken om privacyaspecten van de kilometerheffing. Ook geven ze aan dat de kilometerheffing een te grove maatregel is omdat er niet wordt gedifferentieerd tussen zuinige en minder zuinige auto’s, terwijl een hogere accijns op fossiele brandstoffen hier wel voor corrigeert.
De burger serieus nemen niet hetzelfde als resultaten klakkeloos overnemen
91% van de deelnemers vindt dat de overheid zowel de adviezen van burgers als experts in overweging moet nemen. 3% van de deelnemers vindt dat de overheid alleen moet kijken naar adviezen van burgers en dus adviezen van experts moet negeren. 6% vindt dat de overheid uitsluitend moet luisteren naar experts. De raadpleging rond de warmtetransitie van Utrecht is een goed voorbeeld van hoe je als politiek kan omgaan met de resultaten van een PWE volksraadpleging. De wethouder schreef een brief over de lessen die zij leerde van de burger. Welke nieuwe inzichten zijn er opgedaan? Op welke manier hebben burgers je geïnspireerd? In Súdwest-Fryslân en de regio Foodvalley zijn er goede voorbeelden waar een burgerforum inzichten uit een PWE volksraadpleging over de energietransitie omzette in concrete aanbevelingen.
Ervaringen van deelnemers
Deelnemers zijn zeer positief over de klimaatraadpleging. 80% zegt dat de overheid deze methode vaker moet toepassen. Kritische deelnemers vonden het aantal maatregelen waarover zij een advies konden geven te beperkt. Positieve deelnemers vonden het met name fijn om nuance te kunnen aanbrengen en mee te worden genomen in beslissingen die de overheid moet nemen. Deelnemers ervaren een sterk gevoel van betrokkenheid bij overheidsbeleid door hun deelname en zij vonden de informatie die ze kregen in de raadpleging helder en toegankelijk. Eén deelnemer zegt bijvoorbeeld: ‘De overheid plaatst zich op deze manier dichter bij de burger; dat maakt hun beslissingen geloofwaardiger.’