Partijen in de Tweede Kamer willen de chemische industrie in Nederland helpen om sneller te vergroenen. Ze willen fossiele grondstoffen duurder maken, meer gebruik van gerecycled plastic wettelijk vastleggen en knellende regelgeving aanpassen. Groene voorlopers moeten meer steun krijgen. Daarbij vallen termen als subsidies, beprijzen via een grondstoffenheffing, bijmengverplichting voor gerecycled en biobased plastic en een minister voor circulaire economie. Dat bleek uit een verkiezingsdebat met VVD, GroenLinks-PvdA, BBB, D66 en CDA tijdens het jaarevent van het platform Groene Chemie Nieuwe Economie (GCNE) in het Spoorwegmuseum Utrecht.

Groene chemie

Om klimaatverandering tegen te gaan heeft Nederland afgesproken in 2050 geen CO2 meer uit te storen en volledig circulair te zijn. Dat betekent in de praktijk stoppen met fossiele brand- en grondstoffen en bijna al het afval hergebruiken als grondstof. Dat geldt ook voor de chemische industrie. Het platform Groene Chemie Nieuwe Economie (GCNE) is opgericht om de transitie in de chemie te versnellen. GCNE streeft naar een groene chemie, waarin innovatieve technologieën en businessmodellen de kans krijgen om een nieuwe, op niet-fossiele grondstoffen gebaseerde economie te realiseren. Samen met de Topsector Agri & Food heeft GCNE 338 miljoen euro uit het Groeifonds gekregen voor zijn programma BioBased Circular. Daarnaast investeren deelnemende bedrijven en partners nog eens 550 miljoen euro in het programma. Het doel daarvan is om olie en andere fossiele grondstoffen voor diverse kunststoffen en materialen in verpakkingen, bouwmaterialen, textiel en coatings te vervangen door plantaardige alternatieven, gerecycled plastic en op termijn afgevangen CO2. Maar biobased grondstoffen zijn nog altijd veel duurder dan de fossiele uit olie. En hoewel straks een groot deel van het plastic uit recyclaat moet worden gemaakt, wordt wereldwijd nog geen 5 procent gerecycled plastic hergebruikt. Ook niet in de chemie. Dat komt onder meer omdat het volgens de wet als afval wordt gezien en bijvoorbeeld niet in nieuw plastic voor de foodsector gebruikt mag worden.

Grondstoffenwet

Politieke partijen zien die problemen ook en stellen verschillende oplossingen voor. Volgens de meeste partijen die aan het debat deelnamen is er de afgelopen jaren veel aandacht gegaan naar klimaatmaatregelen, zoals de transitie naar groene energie en CO2-besparing. Daarbij is dat andere doel – een circulaire economie in 2050 – naar de achtergrond geschoven. GroenLinks-PvdA – in de peilingen goed voor 22 Kamerzetels – spreekt zelfs van een CO2-tunnelvisie. De partij wil de circulaire economie en het grondstoffenbeleid stimuleren door de uitvoering bij één coördinerend minister onder te brengen. Net zoals er een klimaatwet is die kaders en doelen stelt aan het klimaatbeleid, zou er volgens de partij, een grondstoffenwet moeten komen. ,,Dan moet je elk jaar laten zien wat je doet en wat het oplevert”, zegt Kamerlid Suzanne Kröger, zevende op de kandidatenlijst. Ook wil GroenLinks-PvdA dat er een grondstoffenheffing komt die primaire en fossiele grondstoffen duurder maakt en hernieuwbare en gerecyclede grondstoffen goedkoper.

Andere partijen als VVD (28 zetels in de peilingen), CDA (4) en D66 (8) pleiten ook voor zo’n wet en heffing, maar dan in Europees verband. Volgens D66 moet de overheid daarbij per sector kijken wat haalbaar is en dat gaan voorschrijven.

De partijen sluiten zich daarmee aan bij het advies dat de SER vorig jaar uitbracht. De Commissie Duurzame Ontwikkeling (DUO) van de SER, onder voorzitterschap van Ed Nijpels, pleit voor een Europese grondstoffenbelasting om het gebruik van primaire grondstoffen te beprijzen en hergebruik en recycling te belonen en te subsidiëren.

Bijmengverplichting

Het CDA diende in 2021 samen met D66 en in 2022 samen met Volt al een motie in om in Europees verband het percentage recyclaat in plastic omhoog te krijgen. De VVD wil Nederlandse bedrijven daartoe gaan dwingen via een bijmengverplichting. ,,Je moet een markt gaan creëren voor circulaire plastics. Je moet zekerheid geven dat het loont om te investeren in circulaire en hernieuwbare grondstoffen. Dat doe je via bijmengverplichting en beprijzen”, stelt VVD-Kamerlid Silvio Erkens, elfde op de lijst.

Ook het CDA ziet hierin een rol voor de overheid. ,,Er staan in Nederland veel verbrandingsovens, maar er is nog niet heel veel recyclingcapaciteit voor textiel of chemische recycling. Hoe mooi zou het als de overheid helpt om opschaling in die sector voor elkaar te krijgen”, zegt Jantine Zwinkels, veertiende op de CDA-lijst.

De BBB (12 zetels in de peilingen) heeft het niet zo op wetten. De partij vindt wel dat de overheid kaders moet stellen en duidelijke afspraken met de industrie moet maken over welke doelen in 2040 bereikt moeten zijn. ,,We moeten ook iets doen met beprijzing, maar daar moet je Europese afspraken over maken om weglekken van industrie naar het buitenland te voorkomen”, zegt Cor Pierik, nummer zes op de lijst van BBB.

Fossiele subsidies

Veel chemische bedrijven kiezen nu voor fossiele grondstoffen omdat die goedkoper zijn. Om het prijsverschil tussen fossiel, biobased en gerecyclede grondstoffen kleiner te maken kiezen de meeste partijen voor beprijzen, normeren en subsidiëren. ,,De perverse prikkels moeten verdwijnen”, zegt Zwinkels van het CDA. GroenLinks-PvdA en D66 willen de fiscale voordelen en subsidie voor de fossiele industrie afschaffen. ,,We hebben nu 43 individuele regelingen die fossiel aantrekkelijker en goedkoper maken. Die moet je echt afbouwen om circulair en biobased te stimuleren”, zegt Kröger. Haar collega Tjeerd de Groot van D66, tiende op de lijst: ,,We brengen in onze maatschappij eigenlijk 13 miljard te weinig in rekening voor het gebruik van fossiele energie en materialen. Daarom moeten we goed kijken naar fossiele subsidies.”

Alternatief verdienmodel boeren

Alle partijen zijn het erover eens dat complexe en knellende wet- en regelgeving aangepast moet worden om de industrie meer kansen te geven. Zo lukt het recyclingbedrijven niet altijd  om de verplichte ‘einde-afvalstatus’ te krijgen, die nodig is om hun product als grondstof te kunnen verkopen. Om een groene chemie mogelijk te maken, moet afval vaker als grondstof worden gezien, vinden de partijen.

Behalve recyclaat heeft de groene chemie ook veel biobased landbouwgewassen nodig als grondstof voor plastic. Bijvoorbeeld suikerbieten, granen, mais en hout. Die moeten straks komen van boeren en bosbouwers. De BBB denkt dat dit een alternatief verdienmodel voor boeren kan worden, maar alleen als die een goede prijs voor hun oogst kunnen krijgen en ondersteund worden bij de overstap. Boeren verbouwen nu al biomassa voor de bijstook in energiecentrales en gaan meer gewassen telen voor biobased bouwen. Als ze ook voor de chemie moeten produceren, komt volgens BBB de hoofddoelstelling van de Nederlandse landbouw in gevaar. ,,We willen Nederland op de kaart houden als producent van voedingsmiddelen. Daar zit het verdienmodel voor de boer”, zegt Pierik.

Foto: Bram Saeys