Gisteren presenteerde een brede coalitie van brancheorganisaties, vakbonden, maatschappelijke organisaties en de Rijksoverheid een convenant over internationaal verantwoord ondernemen in de kleding- en textielsector. Door middel van het convenant bundelen deze partijen hun krachten om gezamenlijk te werken aan concrete verbetering en verduurzaming van de internationale kleding- en textielproductieketen. Zo willen zij problemen als gevaarlijke werkomstandigheden en milieuvervuiling gezamenlijk aanpakken.

De volgende stappen in dit proces zijn het zekerstellen van de financiering van het convenant en de ondertekening ervan – in juni – door ten minste 35 bedrijven in de sector, die samen minimaal 30 procent van de omzet in Nederland vertegenwoordigen. Dan zullen ook de convenantspartijen ondertekenen. Het convenant is tot stand gekomen onder leiding van de SER.

Minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking): “Met dit breed gedragen convenant zetten bedrijven en maatschappelijke organisaties een grote stap vooruit in de bestrijding van misstanden in de kleding en textielindustrie in ontwikkelingslanden. Zij gaan zich er samen voor inzetten om de arbeidsomstandigheden in deze landen te verbeteren en milieuvriendelijker te gaan produceren. Heel goed nieuws voor al die mensen die nu nog te lange dagen maken, onder gevaarlijke omstandigheden, voor een te laag loon. Maar ook voor de industrie als geheel en voor de consument: iedereen wordt hier beter van.”

De brede coalitie bestaat uit de brancheorganisaties VGT, Modint en Inretail, de vakbonden FNV en CNV, de rijksoverheid en de maatschappelijke organisaties Solidaridad, UNICEF Nederland, Landelijke India Werkgroep, Coalitie Stop Kinderarbeid en Stichting Vier Voeters. Zij hebben afgesproken om bij de productie van kleding en textiel in landen als Bangladesh, India, Pakistan en Turkije samen te werken aan:

  • bescherming tegen discriminatie
  • bescherming tegen kinderarbeid
  • bescherming tegen gedwongen arbeid
  • betekenisvolle dialoog met onafhankelijke vertegenwoordigers van werknemers
  • realiseren van een leefbaar loon
  • veilige omstandigheden en gezondere omgeving voor werknemers
  • vermindering van negatieve milieu-impact door besparing op grondstoffen en realisatie van circulaire economie
  • minder gebruik van water, energie en chemicaliën; minder chemisch afval en afvalwater
  • voorkomen van dierenleed

Samenwerking

De partijen zien volop kansen om samen te werken aan doelen die zij individueel moeilijk kunnen realiseren, zoals een loon waar mensen goed van kunnen rondkomen, sterkere vakbonden en het terugdringen van (veel) te lange werkdagen. Zo gaan deelnemende bedrijven uitzoeken welke problemen er zijn bij hun leveranciers in de hele keten en jaarlijks een verbeterplan opstellen met concrete doelen voor de periode van 3 tot 5 jaar. De verbeterplannen zullen worden beoordeeld op kwaliteit en ambitie. De betrokken vakbonden en maatschappelijke organisaties ondersteunen de gezamenlijke verbeterprogramma’s met hun kennis en expertise en betrekken hun lokale partners bij de uitvoering. De overheid zal onder andere trachten met overheden in productielanden afspraken te maken over versterking van hun arbeidsinspectie. Lokale partners kunnen, als ze van mening zijn dat hun rechten worden geschonden, terecht bij een klachtencommissie. Deze doet bindende uitspraken.

Openheid

Ieder jaar zullen partijen gezamenlijk verslag doen van de activiteiten in het kader van het convenant en de geboekte resultaten. Vanaf het derde jaar gaan de individuele deelnemende bedrijven ook afzonderlijk publiek communiceren.

Eerste convenant over internationaal MVO

De totstandkoming van de convenanttekst is een belangrijke tussenstap in een intensief gezamenlijk proces van overleg onder leiding de SER.

SER-voorzitter Mariëtte Hamer: “Deze partijen committeren zich met dit convenant voor het eerst gezamenlijk om de sector te verduurzamen. Daarmee is het een doorbraak en een mooie opvolging van ons advies uit 2014”.

In het SER-advies IMVO-convenanten bepleit de Raad dat sectoren en bedrijven het initiatief nemen om convenanten over internationaal MVO te sluiten met de overheid, vakbonden en maatschappelijke organisaties. Daarmee ontstaat een nieuw instrument om risico’s op schendingen van mensenrechten en schade aan milieu in de keten daadwerkelijk aan te pakken.

Ook Schone Kleren Campagne (SKC) heeft deelgenomen aan het proces richting het convenant. Omdat onder meer een resultaatverplichting op het gebied van ‘leefbaar loon’ niet haalbaar was, zal SKC zich nu nog niet aan het convenant verbinden. SKC volgt de ontwikkelingen met grote belangstelling.

Download het volledige convenant (pdf)