Deze week lanceerde onze projectpartner Circle Economy het Circularity Gap Report Nederland. Dit is de eerste Nederlandse berekening van onze circulariteit en een belangrijk ankerpunt in de doelstellingen van de Nederlandse overheid. Nederland is nu 24,5% circulair. Dat percentage is flink hoger dan het internationale gemiddelde van 8,6%. Maar het vertelt ons ook dat maar liefst drie kwart van onze grondstoffen verdwijnen of een weg naar de verbrandingsoven vindt. Om de Nederlandse circulariteitsdoelstellingen voor 2030 (50%) en 2050 (100%) te kunnen halen is er dus nog veel werk aan de winkel. Niet alleen worden er aanbevelingen voor 4 sectoren genoemd, ook de arbeidsmarkt zal mee moeten in de transitie naar circulair. Als Programmamanager Circulaire Economie bij Goldschmeding Foundation ben ik nauw betrokken geweest bij de totstandkoming en lancering van dit rapport. In deze blog deel ik mijn visie op wat deze analyse betekent voor de huidige economische situatie en werkgelegenheid. En mijn interpretatie van wat Nederland zo uniek maakt in de circulaire economie.
Het Circularity Gap Report Nederland in vogelvlucht: Het Circularity Gap Report berekent, met behulp van data over instroom en uitstroom van grondstoffen, wat de mate van circulariteit van een land is. Nederland is 24,5% circulair. Circulariteit betekent hier hoeveel grondstoffen teruggebracht worden in de kringloop van grondstoffen in een land. Het cijfer zegt iets over hoe effectief we omgaan met de grondstoffen die de planeet ons biedt. Bijvoorbeeld: de Nederlandse landbouw importeert verschillende voedselstromen vanuit het buitenland voor veevoer. De afvalstromen, meststromen en zuivel/vleesproducten die gemaakt worden in Nederland vinden daarna een bestemming, in Nederland of in het buitenland. Dit lineaire systeem kan veel meer ingericht worden als een kringloop. En, zo stelt het rapport, dat biedt ook kansen voor werkgelegenheid. Om de overheidsdoelstelling -Nederland in 2050 volledig circulair- te realiseren, is een ommezwaai in grondstofgebruik én een aanpassing van de arbeidsmarkt nodig. Als de aanbevelingen en maatregelen worden uitgevoerd kan het grondstofgebruik van Nederland met meer dan 128 miljoen ton gereduceerd worden en zal de circulariteit van de Nederlandse economie toenemen van 24,5% naar 70%.
De Goldschmeding Foundation is enorm trots dat wij dit mede mogelijk gemaakt hebben. Het filantropische fonds, dat de naam van oprichter Frits Goldschmeding draagt, heeft één van haar programmalijnen gericht op de circulaire economie. Daarbij heeft het programma een specifieke interesse in arbeidsmarkt, ondernemerschap en transitievraagstukken. Een rapport gericht op het meten van circulariteit biedt inzicht en concrete handvatten om de transitie in te richten. Het rapport is opgesteld door onze kennispartner Circle Economy, met de actieve inbreng van het Ministerie Infrastructuur & Waterstaat en Planbureau voor de Leefomgeving. Het circulariteitscijfer is berekend met data van het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Centraal Planbureau. De conclusies zijn opgesteld in samenspraak met onder andere Natuur & Milieu, Het Groene Brein en TNO. Kortom, een breed gedragen rapport wat ons zal helpen de transitie naar een circulaire economie te versnellen.
De nieuwe economische realiteit
Een breed draagvlak is ook nodig, want de uitdagingen zijn groot. Niet alleen vanwege de economische realiteit die we na de COVID19 pandemie zullen moeten herstellen. Onze grondstoffen worden in rap tempo in internationale handelsketens verplaatst en gebruikt, waarna ze laagwaardig worden afgedankt. Een onhoudbaar systeem wat een enorme negatieve impact heeft op klimaatverandering en ons welzijn. Nederland is goed op weg deze negatieve trend om te buigen, maar de volgende etappe, van 24,5% in 2020 naar 50% in 2030, wordt een grote uitdaging. Daarvoor zijn systemische veranderingen nodig.
De transitie biedt echter ook veel kansen voor werkgelegenheid. Juist nu de economische impact van de COVID19 maatregelen van de afgelopen maanden zich laat zien, wordt de rol van onze arbeidsmarkt steeds belangrijker. Het rapport beschrijft het belang van veerkracht brengen in onze arbeidsmarkt. Deze aanbevelingen zijn uiteraard gericht op een circulaire economie maar bieden daarmee ook een economisch alternatief voor de kwetsbaarheden van onze economie: klimaatverandering, complexe handelsketens en consumptiepatronen.
Wat maakt Nederland uniek in onze circulariteit?
Nederland is het tweede land wat een nationale berekening van de mate van circulariteit heeft uitgevoerd. Oostenrijk heeft deze berekening, eind 2019, uitgevoerd en kwam uit op 9,6%. Wat maakt de Nederlandse situatie zo dat wij hoger eindigen? Ook al zijn Oostenrijk en Nederland beiden Europese, ontwikkelde landen met een hoog welvaart- en kennisniveau, een echte vergelijking is een beetje als ‘appels en peren vergelijken’. Tegelijkertijd is dat juist de manier waarvan we van kunnen leren. Nederland is door haar landschap en bevolkingsdichtheid bij uitstek geschikt voor het goed inzetten van afvalstromen. We hebben simpelweg niet de plek om ons afval op te slaan. Centrale kaders en decentrale verantwoordelijkheid per regio hebben afval-inzamelaars de mogelijkheid geboden om huishoudelijk- en bedrijfsafval goed te verwerken. Er worden nog steeds laagwaardige routes gekozen voor bepaalde afvalstromen, maar dit is in toenemende mate aan het kantelen naar innovatieve en waardevolle inzet van grondstoffen. De Nederlandse ondernemerscultuur speelt hier mogelijk ook een belangrijke rol. Als economische handelsknooppunt heeft Nederland in verhouding een grote verantwoordelijkheid in de doorvoer van grondstoffen. We kunnen onze innovatieve kennis inzetten om ook de doorvoer en export van grondstoffen op een meer circulaire wijze in te richten. De kansen voor een Nederlandse circulaire economie zijn groot en daarbij zullen ook nieuwe banen ontstaan.
Kansen voor werkgelegenheid
Dit rapport biedt een eerste inkijk in de mogelijkheden voor werkgelegenheid. Voor de scenario’s die onder de loep gelegd zijn voor het verhogen van onze circulariteit, is berekend wat dit betekent voor werkgelegenheid. Zo zullen er banen ontstaan in de circulaire bouweconomie; aannemers, ontwerpers en technici in architectuur. Maar ook medewerkers en coördinatoren van sloop- en bouwprojecten en zogeheten ‘urban miners’; bouwspecialisten die zorgen dat grondstoffen van de sloop naar een nieuw bouwproject worden verplaatst. Technologische oplossingen die ik veelbelovend vind zijn grondstoffen marktplaatsen zoals de Excess Materials Exchange en grondstoffenpaspoorten van Madaster en Circular IQ.
Een ander scenario, gericht op de kringlooplandbouw, laat zien dat onze voedselketens meer zijn dan weidemelk en biologische groente. Nederland is de op één na grootste landbouwexporteur ter wereld en daarmee ook een wereldwijde innovatie- en banenmotor op het gebied van bodemkringlopen, watermanagement, duurzame teelt en biodiversiteit. Ook de weg naar consumenten biedt kansen, zoals de sterke groei van online platforms als Too Good To Go en Boerschappen. Gemak dient de mens én natuur.
Voor consumentenproducten zullen ook een flink aantal circulaire banen ontstaan omdat we weg zullen bewegen van de wegwerpmaatschappij naar een repareer beweging. We willen langer gebruik maken van de producten die we aanschaffen en een aantal producten zullen we vooral lokaal willen maken en/of kopen. Dat is belangrijk voor ontwerpers, productiemedewerkers, marketeers, juristen en reparatiemedewerkers. Door een stijging in grondstoffenprijzen, en in het bijzonder de edelmetalen, zullen producenten van telefoons, computers en televisies, meer inzetten op het (eerder genoemde) ‘urban mining’ en de reparatie sector. Goede voorbeelden van deze nieuwe beweging zien we al bij Circo, Fairphone, Leapp en het Repair Café. Ik verwacht vooral dat de nieuwe tech-savy generatie hier affiniteit mee heeft, maar de nieuwe vaardigheden (refurbishment en repair) nog willen ontwikkelen. Een mooie kans voor het VMBO en MBO.
Vervolgstappen
Vanuit de Goldschmeding Foundation zien we de berekening als een centraal puzzelstuk om onze visie verder te kunnen brengen. We hopen dat hiermee een Nederlands richtpunt ontstaat voor de transitie naar de circulaire economie. Zo steunen we projecten gericht op het ontwikkelen van kennis van circulaire banen en vaardigheden, circulaire competenties bij MVO managers, ontwikkelen van circulaire vaardigheden in het beroepsonderwijs én het doorrekenen van belastinghervormingen voor een circulaire economie. De transitie naar een circulaire economie heeft ook raakvlakken met andere thema’s zoals de inclusieve arbeidsmarkt en menswaardige leiderschap. De drie programma’s van de Goldschmeding Foundation, dragen zo bij aan een betere wereld, binnen de synthese van Mens, Werk en Economie.
Het Circularity Gap Report geeft een goede start om in actie te komen. De uitvoering van de aanbevelingen is echter afhankelijk van ons, als werkgever, werknemer, consument of producent. Vandaar deze oproep aan jou, als lezer. Ik hoop dat jij de aanbevelingen uit het rapport kan doorvertalen in jouw werk. Als je daar hulp bij nodig hebt dan wil ik graag kijken of en hoe ik je kan helpen. Ik hoor graag van je!
Birgitta Kramer, Programmamanager Circulaire Economie bij Goldschmeding Foundation