Bioplastics kunnen bijdragen aan minder CO2-uitstoot en minder vraag naar fossiele grondstoffen. Dit blijkt uit een recent verschenen rapport van onderzoeksbureau CE Delft. Daarom is het een goede zaak als de overheid het vastleggen van CO2 in bioplastics fiscaal gaat stimuleren, stelt Emmo Meijer, boegbeeld van de Topsector Chemie.
CE Delft onderzocht in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (nu Infrastructuur en Waterstaat) en het ministerie van Economische Zaken de duurzaamheid van biobased plastics. Dit zijn kunststoffen gebaseerd op biomassa, kunststoffen die bio-afbreekbaar zijn, of een combinatie van beide. De belangrijkste conclusie is dat bioplastics goed passen in een circulaire economie: ze kunnen bijdragen aan minder uitstoot van CO2 en aan het verlagen van de vraag naar (fossiele) grondstoffen.
CE Delft keek hierbij naar de gehele keten, waarbij de duurzaamheidsimpact vooral afhangt van het type grondstof en de verwerking aan het einde van de levensduur van een product. Het onderzoeksbureau noemt vooral de productie van suikers uit lignocellulose veelbelovend.
CE Delft benadrukt dat er ook voor de productie van biobased plastics natuurlijke hulpbronnen nodig zijn, zoals vruchtbaar land, zoet water en fosfaat-meststoffen. Daarom is het essentieel om duurzaamheidscriteria voor biobased plastics op te stellen, zoals regelgeving voor duurzame landbouwpraktijken. Daarnaast beveelt CE Delft aan de niet bio-afbreekbare bioplastics via bestaande systemen te recyclen. Door recycling wordt de milieudruk geminimaliseerd, evenals het gebruik van grondstoffen. Daarom is het belangrijk om sorteer- en recyclingtechnologieën te ontwikkelen waarmee biobased kunststoffen goed uit te sorteren zijn en apart gerecycled dan wel vergist en gecomposteerd kunnen worden.
Fiscale regeling
Emmo Meijer, boegbeeld van de Topsector Chemie, verwijst in een reactie op het rapport van CE Delft naar het ‘Streefbeeld voor de Nederlandse chemische industrie in 2030’. In deze publicatie uit 2015 staat dat de Topsector Chemie ernaar streeft om in 2030 sectorbreed 15 procent biobased grondstoffen en 10 procent gerecyclede grondstoffen in te zetten. Daarom is hij positief over het feit dat de subsidie voor bijstook van biomassa (houtpellets) in energiecentrales in het regeerakkoord tot 2024 wordt afgebouwd. Dat bijstoken drukt volgens hem namelijk op het systeem, want verbrande biomassa is niet in te zetten voor de productie van meer hoogwaardige toepassingen, zoals bioplastics. Tegelijkertijd stelt Meijer vast dat de overheid energieproducenten tot 2024 nog steeds miljarden geeft om biomassa bij te stoken. “Terwijl er nog steeds geen fiscale regeling is om het vastleggen van CO2 in (biobased) materialen te stimuleren. En die zou er wel moeten komen”, vindt Meijer.
De productie van biobased plastics is volgens Meijer echter geen panacee voor de overgang naar een duurzame economie. “Het is slechts een van de mogelijkheden, die bovendien een lange adem vereist.”
Lees het hele artikel in Chemie Magazine december (verschijnt 14.12). Het rapport downloaden kan hier.