De populaties wilde dieren zijn de afgelopen veertig jaar wereldwijd met gemiddeld 52 procent afgenomen. Belangrijkste oorzaken zijn vernietiging van leefgebied, jacht, stroperij en overbevissing. Diersoorten die in zoetwater leven staan het meest onder druk. In meren, moerassen en rivieren zijn de populaties vissen, reptielen en amfibieën met 76 procent gedaald. Maar er zijn ook lichtpuntjes: als gebieden een beschermde status hebben, blijkt de afname van de soortenrijkdom veel minder sterk.  

Dat zijn de bevindingen van het Living Planet Report 2014 dat het Wereld Natuur Fonds (WNF) vandaag wereldwijd lanceert. Het Living Planet Report brengt elke twee jaar de gezondheidstoestand van de aarde in beeld en de mate waarin de mens beslag legt op de natuurlijke rijkdommen. Dat gebeurt onder meer aan de hand van de Living Planet Index, de Ecologische Voetafdruk en de Watervoetafdruk. In het nieuwe rapport geeft de Living Planet Index door een meer verfijnde onderzoeksmethode beter inzicht in hoe het is gesteld met de soortenrijkdom. De tiende editie van het Living Planet Report is opgesteld samen met wetenschappelijke instituten en uitgebracht in zestig landen en 20 talen.

Beschermde gebieden temperen verlies

Het verlies van biodiversiteit is het grootst in de tropische regio’s. In Latijns-Amerika neemt het verlies dramatische vormen aan: 83 procent in de afgelopen veertig jaar. Op de voet gevolgd door Zuidoost-Azië met 67 procent. Naast het kappen van bos voor hout en landbouw, jacht en visserij worden ook de gevolgen van klimaatverandering zichtbaar. Opmerkelijk is de drastische afname van de zoetwatersoorten. De afname is gemiddeld bijna twee keer zo groot als van diersoorten in oceanen en op land die beide met 39 procent achteruit zijn gegaan.

,,Wat zich in tientallen miljoenen jaren aan diversiteit in leven op aarde heeft ontwikkeld, dreigen we in een enkele generatie grotendeels kwijt te raken,” zegt Johan van de Gronden, directeur van het WNF. ,,We moeten ons realiseren dat de natuur de basis is van ons welbevinden én onze welvaart. We kunnen nu nog actie ondernemen, ook voor de generaties na ons die een rijke biodiversiteit nodig hebben voor hun welzijn.’’

Gelukkig zijn er ook hoopgevende bevindingen. Zo blijft het verlies aan biodiversiteit in beschermde gebieden op land beperkt tot 18 procent. Een succesverhaal is de stijging van het aantal tijgers met 63 procent naar 200 dieren in Nepal, met name door het tegengaan van stroperij. Bescherming lijkt dus resultaat te hebben, hoewel dat niet genoeg is om de dalende trend helemaal te voorkomen. In veel beschermde gebieden is vooral stroperij nog steeds een groot probleem. Dagelijks worden bijvoorbeeld in zuidelijk Afrika tientallen neushoorns gedood voor hun hoorn. De hoorns worden in Azië verkocht, omdat men gelooft dat die geneeskrachtige werking bezit – wat nog nooit is aangetoond.

Herstel in Nederland mogelijk

Voor het eerst heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een Nederlandse Living Planet Index uitgerekend. Daaruit blijkt dat sinds 1990 voorzichtig herstel is gemeten, nadat vanaf 1950 veel soorten bedreigd zijn geraakt. De dierpopulaties zijn de afgelopen kwart eeuw met gemiddeld 22 procent toegenomen, met name zoogdieren, vogels en reptielen. Dankzij investeringen in natuurbescherming gaan sinds 1990 de lepelaar, grauwe kiekendief en kerkuil weer vooruit. De trendbreuk geeft aan dat ook op plekken waar al veel natuur is verdwenen, er nog voldoende mogelijkheden zijn om de soortenrijkdom te herstellen.

Johan van de Gronden: ,,Het is duidelijk dat we uit twee verschillende vaatjes moeten tappen. In Nederland, Europa en Noord-Amerika kunnen we inzetten op een krachtig herstel van de biodiversiteit de komende decennia. Het hoopgevende begin is er. In de tropen en subtropen moeten alle hens aan dek om de vrije val in geschikt leefgebied voor plant- en diersoorten te stoppen.”

Anderhalve aarde nodig voor onze jaarlijkse consumptie

Het Living Planet Report laat zien dat wij eigenlijk jaarlijks anderhalve aarde nodig hebben om aan onze consumptie te voldoen. Deze Ecologische Voetafdruk toont dat we meer natuurlijke rijkdommen gebruiken dan de aarde per jaar kan produceren aan bijvoorbeeld bos, vis en ander voedsel. Ook stoten we door verbranding van kolen, olie en gas meer CO2 uit dan bossen kunnen opnemen. Vooral de rijke landen leven op te grote voet. Nederland staat op de twaalfde plaats van landen met een grote Ecologische Voetafdruk. Als iedereen zo zou leven als een Nederlander, dan hebben we zelfs drieënhalve aardbol nodig.

 

Het volledige Living Planet Report (LPR) en de samenvatting (beiden in Engels) zijn te downloaden via:

http://www.wnf.nl/nl/wat_wnf_doet/thema_s/voetafdruk/onderzoek__living_planet_report/