72 procent van de Nederlandse bedrijven weet niet wat er met een circulaire economie wordt bedoeld. Slechts 28 procent van de ondernemingen geeft aan er gedeeltelijk of volledig mee bekend te zijn. Dat blijkt uit de halfjaarlijkse Nederlandse Investeringsmonitor van de Nederlandse Vereniging van Leasemaatschappijen (NVL) in samenwerking met onderzoeksbureau GfK.
Het begrip circulaire economie is bij het overgrote gedeelte van de Nederlandse bedrijven met minder dan 50 werknemers niet bekend. Naarmate de bedrijfsgrootte toeneemt, is men meer bekend met de term en stijgt het percentage naar 40 procent. “Veelgenoemde mogelijkheden voor bedrijven om de circulaire economie in te zetten zijn het recyclen, hergebruiken en aanschaffen van tweedehands artikelen. Daarnaast staan enkele organisaties open voor het delen van bezit met andere partijen”, zegt Stephan van Beek, voorzitter van NVL.
Mogelijkheden op gebied van circulaire economie
Opvallend is dat het percentage bedrijven dat mogelijkheden ziet op het gebied van circulaire economie met twee procent is gedaald ten opzichte van een jaar geleden, naar 22 procent. “Door het bindende klimaatakkoord dat vorig jaar door bijna 200 deelnemende landen is gesloten, verwacht je dat dit onderwerp ook top prioriteit is bij Nederlandse bedrijven. Dat blijkt niet het geval”, aldus Van Beek. Bij organisaties met meer dan 50 medewerkers is het percentage wel hoger, namelijk 42 procent.
Duurzame energie
Uit de resultaten blijkt ook dat bijna vier op de tien bedrijven de ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid actief volgen. Ook hierbij zijn het voornamelijk de grote ondernemingen die willen investeren in duurzame energie. Bij organisaties met meer dan 50 werknemers is de bereidheid om te investeren in duurzame energie bijna drie keer zo groot (17 procent) als bij kleinere bedrijven (6 procent). Daarnaast blijkt ook dat bijna 70 procent van de grote bedrijven een proactieve houding heeft tegenover duurzaamheid. “We zien steeds vaker dat de grotere bedrijven druk voelen van de overheid en het publiek om te investeren in duurzame energie. Ook de aandacht voor het milieu in de media helpt hierbij. Nu moeten de kleinere organisaties nog worden overgehaald”, zegt Van Beek.