Werken aan duurzaamheid is een proces van vallen, opstaan maar bovenal samenwerken. Elk initiatief is er een, maar om echt impact te maken moet je samen optrekken. Zelfs, misschien wel juist, met concurrenten. Dit is dan ook de reden dat buitenwinkel Bever 100 experts uit het bedrijfsleven en de politiek, retailers, ontwerpers, afvalverwerkers en gedragspsychologen heeft uitgenodigd om op 16 november elkaar te inspireren en over te gaan tot actie om de afvalberg daadwerkelijk te verkleinen. In aanloop naar het Samen tegen de afvalberg-event sprak Online Kenniscentrum Duurzaam Ondernemen met een aantal van de sprekers. Wat is hun duurzame bijdrage? Wat drijft hen? Wat zijn de belangrijkste obstakels die ze hebben overwonnen, en welke concrete stappen of maatregelen zouden volgens hen snel en efficiënt kunnen worden geïmplementeerd? In dit artikel deelt Bianca Streng, sectormanager textiel bij MVO Nederland haar kennis en ervaring.
MVO Nederland werkt aan zeven verschillende thema’s. Een daarvan is circulaire economie. Waarom is een circulaire economie voor jullie zo’n belangrijk onderwerp?
Wij zijn van mening dat de nieuwe economie circulair is: de waarde van materialen en grondstoffen blijft behouden door betere keuzes te maken aan het begin van het ontwikkelproces, hergebruik en recycling. Als MVO Nederland sturen wij de transitie naar een duurzame economie aan met de grootste ondernemersbeweging van Nederland. Het is ons streven dat in 2025 minimaal twintig procent van de Nederlandse economie omgaat in de duurzame economie, die gestoeld is op meer dan alleen financiële waarden en draait binnen de grenzen van de natuur en maatschappij.
Twintig procent in twee jaar tijd klinkt als een pittige uitdaging. Hoe denken jullie dat te realiseren?
Het zal inderdaad geen gemakkelijk traject zijn. De wegwerpmaatschappij zit nog behoorlijk ingebakken in onze economie, maar de barsten zijn duidelijk zichtbaar. Om een duurzame economie te bereiken, moet het huidige systeem dan ook flink op de schop. Gelukkig is het bedrijfsleven als geen ander in staat om snel en goed in te spelen op veranderende omstandigheden. Wij geloven dat we samen met hen het snelste en de beste resultaten bereiken. Wij stimuleren en ondersteunen bedrijven om hieraan bij te dragen. Daarnaast sporen we de overheid aan om duurzaam ondernemen de standaard te maken.
Doen jullie dat aansporen van bedrijven en de overheid apart of is jullie doel om hen samen te laten werken?
Iedereen heeft zijn eigen verantwoordelijkheid, maar als MVO Nederland werken we er hard aan om iedereen met elkaar te verbinden en met elkaar te laten communiceren. Het bedrijfsleven, de overheid én de consument. De overheid heeft een rol te spelen in de communicatie naar de consument en kan het bedrijfsleven financieel steunen bij het opschalen van essentiële innovaties. Het bedrijfsleven is als geen ander in staat om kansen te benutten, dus ook duurzame kansen. Aan hen om die verantwoordelijkheid te pakken en met hun klanten in contact te komen en blijven om ze bewust te maken en te informeren.
Welke concrete stappen of maatregelen zouden volgens jou snel en efficiënt kunnen worden geïmplementeerd?
Wat is snel? Transitie gaat per definitie niet snel. Het duurt zo’n 25 tot 50 jaar voordat een transitie is afgerond. Wanneer je een radertje de andere kant op laat draaien, moeten de andere radertjes ook opnieuw hun weg vinden. Dit gaat niet over een nacht ijs. Maar als eenmaal de transitie is ingezet en alle stakeholders werken mee, dan gaat het balletje rollen. Hoe verder je komt, hoe sneller het balletje rolt.
Consumenten daarentegen kunnen wel snel veranderen. Ze hoeven enkel anders te gaan consumeren. Minder kopen, en wat wel gekocht wordt is van goede kwaliteit. Of maak eens een uitstapje naar tweedehands. En de mensen die snel uitgekeken zijn op kleding, kunnen overwegen om kleding te huren. Maar bovenal moeten mensen hetgeen ze aanschaffen goed onderhouden.
Welke innovatieve strategieën of technologieën zie je als veelbelovend om overproductie te verminderen, en consumenten te inspireren om beter voor hun producten te zorgen?
Ik zie twee grote richtingen. De eerste richting is het integreren van strategieën hoog op de R-ladder, zoals repair en reuse binnen bedrijven. Dat kan zijn hoe bedrijven zelf met hun bedrijfskleding omgaan, maar het kan ook het aanbieden van bijvoorbeeld een repair- of wasservice voor de klant zijn. Omdat merken verantwoordelijk zijn voor de afvalstroom van hun textiel, hebben zij ook baat bij betere kwaliteit en producten die langer meegaan. Dit vraagt van bedrijven op een nieuwe manier naar hun eigen processen en service te kijken. De tweede richting is hoogwaardige recycling. Er gebeurt ontzettend veel op het gebied van recycling. Toch is het nog een uitdaging om van afgedankt textiel, hoogkwalitatief textiel te maken. Ook daar moet de komende flink in geïnvesteerd worden.
Wat is jouw langetermijnvisie voor een meer duurzame toekomst in jouw branche of sector, en hoe zie je de samenwerking met anderen daarin?
Om aan de overheidsambities van 2050 te voldoen, moet er nog meer samengewerkt gaan worden. Het feit dat internationale ketens steeds transparanter worden en informatie openbaar, stimuleert ondernemers om beter te handelen voor mens, dier en milieu. Dit kan je niet alleen vanuit Nederland doen. Daar heb je de hele wereldwijde keten voor nodig. Transparantie is een van de belangrijkste dingen om na te streven voor de komende jaren. Je kan op die manier veel verbeterpunten boven water krijgen en je duurzame strategie richting geven.
En wat zijn jouw verwachtingen voor de uitkomsten van dit evenement?
Ik hoop vooral op veel inspiratie die leidt tot nieuwe inzichten en energie.