Steeds meer Nederlandse organisaties zien duurzaam ondernemen als het businessmodel van de toekomst. 18% vindt het een basisvoorwaarde voor toekomstig succes en continuïteit en heeft dit dan ook geïntegreerd in processen en systemen. Voor nog eens 8% geldt duurzaamheid als een onmisbaar onderdeel van de strategische toekomstplannen. Bij elkaar opgeteld is dit haast een verdubbeling ten opzichte van een vergelijkbare meting twee jaar eerder, toen nog 13% succes in duurzaamheid cruciaal vond voor het eigen welslagen. De groep duurzame koplopers bestaat uit meest grote en middelgrote bedrijven die actief zijn in de logistieke dienstverlening, retail en groothandel. Dit is de opmerkelijkste uitkomst van de Nationale Duurzaamheidsmonitor 2015. Onderzoeksbureau Motivaction voerde het onderzoek uit in opdracht van ingenieurs- en adviesbureau SGS Search.
De Nationale Duurzaamheidsmonitor is een tweejaarlijkse momentopname om in kaart te brengen hoe ver Nederlandse bedrijven en instellingen zijn met het verduurzamen van hun beleid en bedrijfsvoering en hoe ze daar verantwoording over afleggen. Aan deze tweede editie werkten vertegenwoordigers van 1001 organisaties mee, naar omvang en activiteiten een representatieve afspiegeling van het totaalbeeld.
Norm
De monitor onderstreept nog eens dat duurzaam ondernemen de norm is geworden in de bestuurskamer. 86% van de respondenten vindt dat je als organisatie de plicht hebt om na te denken over de impact van je handelen op milieu en samenleving. Driekwart vertaalt deze overtuiging in een strategische doelstelling of zegt dit te zullen doen.
Wel verschilt de intrinsieke motivatie van bedrijven om hun beleid en processen te verduurzamen. Naast de al genoemde voorhoede van bedrijven die om strategische redenen willen uitblinken in duurzaam ondernemen, geeft een kwart van de bedrijven aan dit te doen omdat de markt erom vraagt. Ruim een derde (35%) zegt zich door vragen uit de markt en van medewerkers wel verplicht te voelen om na te denken over de eigen impact op de leefomgeving, maar neemt nog geen concrete stappen om de conclusies te integreren in het ondernemingsbeleid. 15% is nog alleen duurzaam als wetten en regels dit voorschrijven.
Marktvraag
Een andere belangrijke constatering is dat de marktvraag naar duurzaamheid een steeds grotere rol speelt in de waardeketen. Daardoor moeten achterblijvende ondernemingen op den duur wel kiezen voor een inhaalslag op duurzaamheid, verwachten de onderzoekers.
Zo laat 39% van alle respondenten de keuze van een leverancier afhangen van diens milieuprestaties en kijkt 32% naar het sociale gedrag en de maatschappelijke opstelling. Haast de helft (46%) van deze groep zegt geen producten af te nemen van partijen die geen inzicht kunnen geven in de milieustatus van een product of productbestanddeel. Van de duurzame inkopers kijkt 44% ook naar de hergebruikmogelijkheden van een product.
Klanten vragen ook steeds vaker om een verantwoording van het duurzaamheidsbeleid. Van alle respondenten geeft 59% (2013: 49%) aan dat hun afnemers gericht vragen naar hoe duurzaam een product of dienst is geproduceerd en gedistribueerd. Ruim twee derde (70%) van alle respondenten onderschrijft de stelling dat je als organisatie ernstige markt- en reputatieschade lijdt als je niet kunt voldoen aan wat op dit vlak door de markt als gangbaar wordt beschouwd.
Van de ondervraagde productiebedrijven vindt inmiddels 57% een goed vergelijkbare productcertificering (zeer) belangrijk voor de marktpositie van een product. Desondanks zet nog maar een kwart certificering in als instrument om meer klanten en omzet binnen te halen.
Trage kringloop
Op basis van het onderzoeksmateriaal moeten er wel een paar kanttekeningen worden geplaatst bij de houdbaarheid van sommige strategische ambities.
Zo heeft nog maar 4% daadwerkelijk vergaande ambities op het gebied van circulair ondernemen en wil de kringloop helemaal sluiten. De eerste stappen in de goede richting zijn wel al gezet. Klanten en leveranciers worden steeds vaker (respectievelijk door 43% en 53%) betrokken bij verduurzamingsprocessen. De ketenintegratie komt dus op gang. Maar het gaat nog te langzaam.
Ten slotte blijkt het verduurzamen van processen en systemen een pas op de plaats te hebben gemaakt. 53% investeert in het verduurzamen van de inkoop, 35% in een schonere en efficiëntere mobiliteit, en 25% zet extra ICT in bij de ontwikkeling van duurzame processen en systemen. Deze scores zijn in lijn met die van twee jaar eerder. Opvallend is dat minder bedrijven bezig zijn om de communicatie over hun duurzaamheidsinspanningen te verbeteren (24% nu tegenover 30% in 2013). Deze uitkomst conflicteert met de eerdere constatering dat steeds meer klanten om een helder verhaal vragen over wat de organisatie doet om onze omgeving aangenamer te maken.