Het energiescenario van het WNF, waaraan 2 jaar is gewerkt met adviesbureau Ecofys, maakt verregaande keuzes. Zo wordt uitbreiding van het bestaande arsenaal aan kernenergie vermeden ten gunste van hernieuwbare bronnen, als zon, wind en biomassa. Vloeibare brandstoffen blijven nodig voor de zware scheepvaart en de luchtvaart, maar ook aan die vraag kan grotendeels worden voldaan uit biologische bronnen. De hoogwaardige technologie die nodig is voor de productie van nieuwe generaties biobrandstoffen (zoals algen), biedt grote kansen aan de sterke agro-industriële sector in Nederland.
Uitgangspunt voor de berekeningen in het WNF-rapport, is de toepassing van bewezen technologieën. Dat biedt de garantie dat dit scenario reeds uitvoerbaar is bij de huidige stand van de technologie. Het is vrijwel zeker dat technologische doorbraken in de komende decennia een versnelde uitvoering van het scenariomogelijk maken tegen lagere kosten.
VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes ontving het eerste exemplaar uit handen van WNF-directeur Johan van de Gronden, die bij deze gelegenheid de kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven benadrukte: “Al te vaak denken we in termen van bedreigingen. Laten we het einde van het fossiele brandstoftijdperk toch vooral zien als dé ondernemerskans van de eeuw. De Nederlandse kenniseconomie met zijn sterke agri-business heeft een voortreffelijke uitgangspositie. Maar dan moeten we er ook vol op inzetten.” Wientjes benadrukte dat hij het eindddoel – 100 procent hernieuwbare energie in 2050 – volledig onderschrijft, al ziet VNO-NCW in tegenstelling tot WNF wèl een rol voor kernenergie in de route naar dat doel. “Maar er zijn ook gemeenschappelijke paden die kunnen worden bewandeld, zoals de bio-based economy,” aldus Wientjes.
De totale investeringskosten van het WNF-energiescenario bedragen per landgemiddeld 1,5 tot 2 procent van het BNP (Bruto Nationaal Product) per jaar tot 2030. Daarna dalen de kosten sterk, ten opzichte van handhaving van het conventionele alternatief gebaseerd op olie, kolen en kernenergie. De kosten voor een volledig duurzaam energiescenario zijn daarmee vergelijkbaar met het gebruik van de resterende olie- en kolenvoorraad en de bouw van kerncentrales, zij het met winst voor natuur, klimaat en samenleving.