Het Nederlandse internationale bedrijfsleven gaat omstandigheden in het (verre) buitenland, waarbij het zelf betrokken is in de productieketen, waar mogelijk verbeteren. Dat staat in het SER-advies ‘IMVO Convenanten’. Bedrijven willen af van de huidige incidentenaanpak. Zij zien meer in een structurele oplossing, waarbij meerdere partijen een concrete bijdrage leveren. Want bedrijven erkennen dat zij complexe problemen niet alleen kunnen oplossen. 

Verbeteringen bereiken
Het Nederlandse bedrijfsleven is in internationaal opzicht veelal leidend op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Volgens VNO-NCW bewijst het SER-advies dat bedrijven verdere verantwoordelijkheid niet uit de weg gaan. Via convenanten is het de bedoeling om in de keten verbeteringen te bereiken, met concreet effect voor direct belanghebbenden én voor bedrijven. Volgens VNO-NCW is het heel belangrijk dat de convenanten worden afgesloten op initiatief van sectoren. ‘Want het zijn niet convenanten met bedrijfssectoren, maar convenanten van bedrijfssectoren met andere partijen.’

Complexe problemen 
Het beste resultaat wordt volgens het bedrijfsleven behaald als de convenanten tot stand komen zonder druk van buitenaf. In dit vertrouwensproces tussen partijen, waarbij elke partij zijn eigen verantwoordelijkheid neemt, beslist elke partij uiteindelijk zelf of hij tekent of niet.
De convenanten zijn verder gericht op de aanpak van complexe problemen, die bedrijven alleen niet kunnen oplossen. Ze worden dan ook gesloten door meerdere partijen, die elk een concrete bijdrage aan de oplossing moeten leveren.

Incidentenaanpak 
Doordat problemen worden weggenomen, kunnen bedrijven bijvoorbeeld werken aan stabielere toeleveringslijnen of aan het verbeteren van arbeidsverhoudingen. De samenwerkingsafspraken zijn verder specifiek gericht op internationaal MVO en dus geen kopie van nationale MVO-initiatieven. Het bedrijfsleven benadrukt dat de convenanten op een structurele aanpak, in plaats van de huidige incidentenaanpak, moeten gericht zijn. En waar mogelijk aansluiten op bestaande initiateven.