Bedrijven erkennen, in toenemende mate het belang van mensenrechten, maar hebben moeite met implementatie. Dat zegt de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) in een deze week geopenbaard rapport.

De beleggersvereniging baseert haar conclusies op haar bezoeken aan aandeelhoudersvergaderingen die ze het afgelopen jaar heeft bezocht en op onderzoek van accountants- en adviesorganisatie PwC. Daaruit blijkt dat Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen zich in toenemende mate bewust zijn van het belang van mensenrechten en hun eigen rol daarin. Ongeveer de helft van alle Nederlandse beursgenoteerde bedrijven heeft een mensenrechtenbeleid geformuleerd. Daarin erkennen ze dat ze een rol hebben in het borgen van werknemersrechten als het recht op leefbaar loon, een gezonde en veilige werkplek en het recht om zich in vakbonden te verenigen.

Weinig concrete stappen

Weinig bedrijven weten dit beleid te vertalen in concrete stappen om de mensenrechten te waarborgen. “Voorlopers gebruiken concrete doelen op het gebied van eerlijk loon, diversiteit, vakbondsvrijheid en veiligheid. Maar daar houdt de visie op mensenrechtenbeleid veelal op. VBDO hoopt dat door het delen van best-practices in het rapport de anderen deze zullen volgen”, zegt VBDO-directeur Giuseppe van der Helm.

Human Rights in de keten

Implementatie is met name belangrijk voor de keten. Internationale richtlijnen zoals de OESO-richtlijnen vragen om het uitvoeren van de due dilligence, Uit ons onderzoek blijkt dat bedrijven nauwelijks controleren of toeleveranciers afspraken over mensenrechten nakomen. Terwijl de internationale richtlijnen, zoals die van de OESO een due diligence onderzoek vragen. Marinus Verweij, directeur van ICCO Cooperation: “Wij spelen als internationale ngo een unieke rol, omdat wij de verbinding kunnen leggen tussen lokale mensen en het bedrijfsleven. Bestaansrecht en bestaanszekerheid staan daarbij centraal. Dankzij onze regiokantoren en ons wereldwijde netwerk van partnerorganisaties kennen wij de lokale gemeenschappen en regionale situaties goed. Bedrijven kunnen onze expertise goed gebruiken om werk te maken van mensenrechten.”

Expertise

De beleggersvereniging bezocht in de eerste helft van dit jaar 64 beursgenoteerde ondernemingen en stelde vragen over, onder meer, het mensenrechtenbeleid. In juni organiseerde ze samen met Icco en PwC een conferentie over mensenrechten. Daar zijn 180 afgevaardigden van grote beursgenoteerde ondernemingen, financiële instellingen en non-gouvernementele organisaties (NGO’s) bijeengekomen om te spreken over de rol van het bedrijfsleven in het borgen van mensenrechten. Uit de gesprekken is onder meer gebleken dat het bedrijven vaak ontbreekt aan de expertise om hun mensenrechtenbeleid in de praktijk handen en voeten te geven. “Vooral de kleinere bedrijven hebben daar moeite mee. Ze vinden het vaak moeilijk en kostbaar om grip te krijgen op de hele productieketen.”

De VN Ruggie-richtlijnen bevatten goede handvatten voor bedrijven – klein en groot – om mensenrechtenprincipes toe te passen in de hele productieketen”, zegt PwC-partner Robert van der Laan. “Daarnaast is het essentieel dat bedrijven beter rapporteren naar belanghebbenden. Maak zaken als eerlijk loon, diversiteit en vakbondsvrijheid meetbaar en rapporteer er over in het jaarverslag, zodat iedereen de voortgang kan volgen. Nu meten en tonen ze voornamelijk enkel hun financiële resultaten.”

De VBDO pleit in het rapport voor meer samenwerking met ervaringsdeskundigen, zoals lokale vakbonden of NGO’s in productielanden die tot op de werkvloer of plantages kunnen monitoren of de arbeidsnormen worden nageleefd.

Download hier het rapport “Looking Closer: Business and Human Rights by Dutch Companies.” (engels, pdf)