Via specifieke programma’s hoopt Van Ardenne kennis over te dragen aan bedrijven in ontwikkelingslanden. Deze bedrijven moeten vooral gevoed worden met informatie over hoe ze hun ex- portmogelijkheden naar westerse landen kunnen vergroten.
Het Centrum ter Bevordering van de Import uit ontwikkelingslanden (CBI) kan hierbij een belangrijke rol vervullen. Het CBI stelt waarschijnlijk volgend jaar zijn diensten ook beschikbaar aan handelsbevorderende organisaties in ontwikkelingslanden. Een eerste aanzet voor de grotere rol van het Nederlandse bedrijfsleven werd al gegeven op de conferentie over duurzame ontwikkeling in Johannesburg. Van Ardenne wil ook het maatschappelijk verantwoord ondernemen in ontwikkelingslanden verder bevorderen.
Nederland besteedt ook in 2003 0,8% van het bruto binnenlands product (bbp) aan ontwikkelingshulp, waarvan 0,1% voor milieu. Voor 2003 prijkt er euro 3,9 mrd op de begroting, euro 56 mln minder dan op de begroting 2002. Het gaat hier om ‘zuivere ontwikkelingshulp’, uitgaven die voldoen aan de criteria van het ontwikkelingssamenwerkingscomité van de Oeso, de organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling.
Dat ontwikkelingssamenwerking in 2003 minder te besteden heeft, houdt verband met de verminderde economische groei. De uitgaven zijn gekoppeld aan het bbp.
Nu ontwikkelingssamenwerking ‘meer dan voorheen’ onderdeel is van een geïntegreerd buitenlands beleid, neemt de effectiviteit van ontwikkelingshulp toe, verwacht Van Ardenne. Er komt dan ook meer steun voor programma’s of instellingen die goede resultaten boeken. Duurzame armoedevermindering blijft één van de pijlers van het beleid.