Wereldwijd wordt de handel in vis, schaal- en schelpdieren gedomineerd door een paar vissoorten, zoals tonijn en zalm, garnalen en witvis, waarvan er veel op niet-duurzame manieren worden gevangen. Aquatisch voedsel speelt een belangrijke rol bij het verduurzamen van onze voedselsystemen en voedingspatronen, maar om dat potentieel te benutten moeten we de deze sector diversifiëren en leren om een bredere verscheidenheid aan zeediersoorten te consumeren, aldus Beatrice Crona.
Crona is de keynote-spreker tijdens de Dies Natalis van WUR op 8 maart aanstaande. Ze is hoogleraar Duurzaamheidswetenschappen in Zweden, Science Director van het Stockholm Resilience Center en vooraanstaand expert op het gebied van transdisciplinaire benaderingen van wereldwijde mariene duurzaamheid, waaronder aquatische voedselsystemen. ‘Als we de lokaal beschikbare diversiteit van waterdiersoorten gaan benutten, kunnen we onze voedselsystemen veerkrachtiger maken, in plaats van te vertrouwen op slechts een paar wereldwijd commercieel verhandelde soorten, geproduceerd door een handvol landen.’
Kleinere ecologische voetafdrukken
‘We vangen of kweken meer dan 2.500 waterdiersoorten. De kleinschalige visserij- en aquacultuursector is al enorm divers, maar de meeste van deze soorten worden slechts op zeer lokale schaal geconsumeerd. Toch zouden sommige daarvan echte superfoods kunnen zijn. Neem bijvoorbeeld mosselen. Deze schelpdieren hebben een kleine ecologische voetafdruk en kunnen duurzaam worden gevangen. Mosselen kunnen zelfs bijdragen aan het terugdringen van eutrofiëring. Ook algen en zeewier kunnen in de toekomst waarschijnlijk een veel grotere rol spelen in onze voedselsystemen.’
Blue Food Assessment
Samen met een team van internationale collega’s die deel uitmaken van de Blue Food Assessment heeft Crona onlangs een artikel gepubliceerd in Nature, waarin wordt geconcludeerd dat aquatisch voedsel vier brede, belangrijke rollen te spelen heeft om toekomstige voedselsystemen duurzamer, gezonder en rechtvaardiger te maken. Specifiek kunnen ze helpen de tekorten aan voedingsstoffen te verminderen, hart- en vaatziekten te beperken, de CO2-uitstoot terug te dringen, en helpen om plaatselijke culturen, inkomstenbronnen en economieën duurzaam en veerkrachtig te maken. Maar aquatisch voedsel zal alleen bijdragen aan dergelijke ambities als we aanhoudende problemen zoals overbevissing en vervuiling oplossen.
Hoe kunnen we op een duurzame manier 10 miljard mensen van voedsel voorzien?
‘In ons deel van de wereld, in landen als Zweden en Nederland, waar de meeste mensen relatief goed gevoed zijn, kunnen we van onze op vlees gebaseerde voedingspatronen overstappen naar plantaardige voedingspatronen, inclusief beperkte hoeveelheden vis en zeevruchten. In andere delen van de wereld zouden mensen enorm kunnen profiteren van een relatief kleine toename van de consumptie van aquatisch voedsel. Aangezien het onwaarschijnlijk is dat we genoeg aquatische eiwitten hebben voor 10 miljard mensen, ter vervanging van vlees, gaat maatschappelijke rechtvaardigheid een belangrijke rol spelen bij het bepalen hoe ‘blauwe voedingsmiddelen’ in de toekomst kunnen bijdragen aan duurzame voedselsystemen.’
Hoe bent u in dit vakgebied terechtgekomen?
‘Ik ben mijn wetenschappelijke reis begonnen als PhD-student in Mariene Ecologie, met onderzoek naar de rol van koraalriffen en mangrovebossen in Kenia als kraamkamers voor vissen’, zo vertelt Crona. ‘Ik begreep al snel dat ik met mijn ecologische onderzoek het probleem van de overbevissing niet zou oplossen. Dus verlegde ik mijn focus en ging ik ook kijken naar sociologische aspecten. Met wie spraken vissers en wisselden ze kennis uit? Ik ontdekte al snel dat vishandelaren een belangrijke rol speelden in de plaatselijke vissersgemeenschappen en dat zij een groot deel van de visserij met schulden onder de duim hielden. Hierdoor werd de druk van de internationale vishandel afgeschoven op kleine vissersgemeen-schappen die slecht uitgerust waren om met dergelijke economische krachten om te gaan.
Sindsdien bestudeert Crona het wereldwijde toezicht op en de handel in vis, schaal- en schelpdieren vanuit verschillende invalshoeken. Zij noemt zichzelf een wetenschapper ‘zonder disciplines’. ‘Ik combineer verschillende theorieën en methodes uit de natuurwetenschappen en maatschappijwetenschappen, en pas deze toe om antwoorden en oplossingen te vinden.’
Wat vindt u van de certificering van de MSC voor het toezicht op de duurzame handel in vis, schaal- en schelpdieren?
‘Toen de MSC (Marine Stewardship Council) dertig jaar geleden werd opgericht, speelde deze organisatie een zeer belangrijke rol bij het stimuleren van duurzaamheid op de wereldwijde markten voor voedsel uit zee. Maar is het genoeg? Dat denk ik niet. De reden is dat MSC-certificering nogal formalistisch is geworden, met strenge regels en veel gegevensvereisten waaraan veel kleinschalige vissers niet kunnen voldoen. Dit maakt het voor plaatselijke vissers erg ingewikkeld en duur om een MSC-label aan te vragen. Toch wordt 40% van de gevangen vis, schaal- en schelpdieren door kleinschalige producenten aangeleverd. MSC is dus hoofdzakelijk een instrument geworden om de grootschalige industriële productie van vis in goede banen te leiden.’
‘Om dit te kunnen verbeteren hebben we een andere aanpak nodig waarmee we de duurzaamheid van kleinschalige leveranciers in hun lokale context kunnen evalueren en certificeringssystemen flexibeler en inclusiever kunnen maken voor vissersgemeenschappen. Wageningen doet daar geweldig onderzoek naar.’
U probeert ook investeerders te betrekken bij duurzame productie van en handel in vis, schaal- en schelpdieren. Hoe ziet u dat?
‘Als je het verantwoord handelen van internationale visproducenten en -handelaren wilt verbeteren, moet je jezelf afvragen: wat beweegt deze bedrijven? Het antwoord is geld, en het grootste deel van dat geld komt uit de financiële sector. We hebben er dan ook aan gewerkt de link te leggen tussen de duurzaamheid van de visindustrie en particuliere investeringen, en de mechanismen in kaart te brengen waarmee investeerders de duurzaamheid van de visindustrie kunnen beïnvloeden. De bedoeling is dat zij zich eigenaar voelen en in gesprek gaan met de bedrijven in hun beleggingsportefeuilles. In de vis-, schaal- en schelpdiersector zijn veel van de grootste bedrijven particulier eigendom, en daarom zijn wij van mening dat zakelijke banken die krediet aanbieden waarschijnlijk het beste in staat zijn om bedrijven onder druk te zetten om duurzaamheidsdoelen vast te stellen en hiernaar te handelen. Banken kunnen dit concreet doen door aantrekkelijkere groene leningen aan te bieden aan partijen die hun werkwijzen aanpassen, en de rente te verhogen voor degenen die dat niet doen. Wat dat betreft is er nu al vooruitgang te zien: de financiële sector begint de FAO-gedragscode voor verantwoorde visserij in hun beleid op te nemen, en werkt aan het implementeren van streng beleid tegen dwangarbeid op vissersvloten.