1 Klopt het dat u van 22 tot 26 november een missie van de Nederlandse regering leidt die in het teken staat van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen? 1)

2 Hebt u de delegatie van overlevenden van de Bhopalramp uit India, die begin november een bezoek heeft gebracht aan diverse politieke partijen en ministeries in Nederland te woord kunnen staan?

3 Is bij u bekend dat de giframp in Bhopal voortduurt en dat daardoor ook tweede en derde generatie bewoners van de stad dagelijks geconfronteerd worden met de gevolgen van de ramp? Is u tevens bekend dat nog steeds kinderen geboren worden met schadelijke gevolgen van het gif?

4 Deelt het huidige kabinet de mening van het vorige kabinet dat beleid rond Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen louter gericht kan zijn op het stimuleren van positief gedrag van bedrijven? 2) Denkt u dat dit een voldoende garantie is om incidenten als de ramp in Bhopal te voorkomen? Zo niet, wat zal de regering doen om multinationale ondernemingen aansprakelijk te stellen als het wel misgaat?

5 Welke afspraken heeft u gemaakt tijdens de recente World Summit on Sustainable Development over de aansprakelijkheid van multinationale bedrijven voor milieuschade?

6 Vindt u dat DOW Chemicals de aansprakelijkheid voor de voortdurende ramp in Bhopal op zich dient te nemen?

7 Vindt u dat DOW Chemicals met haar weigering om verantwoording te nemen in India een juiste invulling geeft aan het begrip “maatschappelijk verantwoord ondernemen”?

8 Bent u op de hoogte van het feit dat in Nederland DOW Chemicals in ieder geval zou zorgen voor de sanering van de vervuilde bodem en voor een adequate bescherming van omwonenden maar dit in India niet doet? Bent u van mening dat het gedrag van DOW Chemicals daarmee een duidelijk voorbeeld is van de dubbele standaarden die gehanteerd worden door multinationale ondernemingen? Vindt u dat Nederlandse bedrijven gebruik mogen maken van dergelijke dubbele standaarden?

9 Hoe gaat u dergelijke dubbele standaarden voorkomen opdat de Nederlandse investeringen in India minimaal aan de huidige Nederlandse wet- en regelgeving op het gebied van veiligheid, arbeidsomstandigheden en milieu zullen voldoen?

10 Bent u op de hoogte van een initiatiefwetsvoorstel van de leden Koenders en Rabbae om multinationale bedrijven te verplichten om verslag uit te brengen over de milieu- en arbeidsomstandigheden die gepaard gaan met de productie door deze bedrijven in het buitenland (kamerstuk 27 905)? Bent u van plan om wettelijke maatregelen in te voeren als eerste stap om dubbele standaarden te bestrijden en aansprakelijkheid voor milieuschade vast te leggen?

11 Bent u van plan om tijdens uw bezoek aan India een bezoek te brengen aan Bhopal om zelf onderzoek te doen naar de rol van DOW Chemicals bij de voortdurende schade aan mens en milieu ter plekke?

12 Kunt u op basis van uw waarnemingen in India en uw kennis over Bhopal en de rol van DOW Chemicals voor 1 januari 2003 aan de Kamer een voorstel sturen over uw plannen om maatschappelijk verantwoord ondernemen bij in Nederland gevestigde multinationals te regelen? Ziet u daarbij het wetsvoorstel van de leden Koenders en Rabbae als een goede basis?

——————-
1) Persbericht van EZ en BuZa d.d. 1 november 2002
2) Zie de antwoorden van de toenmalige staatssecretaris Economische Zaken op Kamervragen van Koenders, 1107, 5 april 2002, antwoord op vraag 5 en 6

De Staatssecretaris van Economische Zaken, drs. G.J. Wijn, heeft deze vragen als volgt beantwoord.

1 Ja. De missie betrof een handels- en investeringsmissie in het kader van “ondernemen tegen armoede”. Hierover hebben mijn collega voor Ontwikkelings-samenwerking en ik u reeds uitgebreid geïnformeerd per brief van 4 december jl.

2 De delegatie is op EZ ontvangen en heeft met ambtenaren van mijn departement gesproken.

3 Door mijn ambtenaren ben ik op de hoogte gesteld van de ervaringen die de leden van de bovengenoemde delegatie met hen hebben gedeeld en waaruit naar voren kwam dat zich heden ten dage in Bhopal nog altijd ernstige volksgezondheids-problemen voordoen ten gevolge van de giframp.

4
1) Ja.
2) In Nederland proberen wij via wetgeving, en controle op naleving daarvan, zoveel mogelijk veiligheidsmaatregelen af te dwingen en risicos te beperken. Garanties tegen rampen zijn echter helaas niet te geven.
3) Voor aansprakelijkstelling van ondernemingen is een wettelijke grondslag nodig. Landen regelen dit zelf in hun eigen wetgeving. Nederland kan de eigen wetgeving op dit punt niet extraterritoriaal toepassen.
Het is gebruikelijk dat bij aansprakelijkheidsgeschillen partijen via internationaal privaatrechtelijke procedures vaststellen welk recht van toepassing is.

5 Tijdens de WSSD zijn geen specifieke teksten of afspraken gemaakt betreffende milieuaansprakelijkheid van bedrijven. Wel zijn in de slotverklaring van de WSSD teksten opgenomen over maatschappelijke verantwoord ondernemen (paragraaf 17), over het meenemen van aspecten van duurzame ontwikkeling in besluitvormingstrajecten door overheden (m.n. over het internaliseren van externe kosten voor het milieu; paragraaf 18) en over het beleid t.a.v. chemische stoffen (paragraaf 22).

6 Het is niet aan mij om een uitspraak te doen over de aansprakelijkstelling van bedrijven. Hiertoe dienen de normale juridische procedures te worden gevolgd.

7 De Nederlandse tak, DOW Benelux B.V., heeft geen betrokkenheid bij Bhopal. Het heeft weinig zin dat ik mij uitlaat over DOW Chemicals Company in de Verenigde Staten. Naar ik heb begrepen is DOW Chemicals Company in gesprek met vertegenwoordigers van de international campaign for justice in Bhopal. Het aangaan van de dialoog is één van de elementen die onder maatschappelijk verantwoord ondernemen vallen.

8 Ten eerste dienen ondernemingen lokale wetgeving na te leven. Dit kan in de praktijk tot verschillen in ondernemingsgedrag leiden. Voorts worden, door de deelnemende landen aan de OESO-richtlijnen, bedrijven aangemoedigd de richtlijnen in hun beleid, waar ook ter wereld, na te leven.

9 Nederlandse ondernemingen in India dienen de locale wetgeving na te leven. Gelet op de soevereiniteit van een land kan de Nederlandse overheid geen Nederlandse wetgeving opleggen aan een ander land. In het kader van MVO moedigt de Nederlandse overheid echter wel bedrijven aan de OESO-richtlijnen en de fundamentele arbeidsnormen van de ILO na te leven.

10
1) Ja.
2) Ik ben niet van plan om wettelijke maatregelen te nemen. Het beleid t.a.v. MVO is er op gericht om positief gedrag bij bedrijven te stimuleren en niet van bovenaf regels op te leggen. De kans is groot, dat zodra dit bij wet wordt verplicht, de stimulans voor eigen initiatieven bij bedrijven gaat verdwijnen en de dialoog met de samenleving wordt stopgezet. De OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen bieden een kader voor een debat over MVO.

11 De Nederlandse overheid heeft geen onderzoekstaak inzake de rol van the DOW Chemicals Company aangezien dit een onderneming uit de Verenigde Staten betreft. Aan de leden van de delegatie die een bezoek aan EZ hebben gebracht is de mogelijkheid geboden om informatie te verstrekken over het handelen van Nederlandse bedrijven in India zodat dit in de voorbereiding van de reis kon worden meegenomen. Tijdens deze reis is ruimschoots aandacht besteed aan MVO, onder meer tijdens een goed bezocht seminar in Mumbai. Tijdens dit seminar heeft een vertegenwoordiger van Greenpeace het woord gevoerd en informatiemateriaal uitgedeeld. Ook hebben mijn collega voor Ontwikkelings-samenwerking en ik en marge van het seminar gesproken met vertegenwoordigers van Greenpeace en van de bewoners van Bhopal.

12 Ik zal in het kader van MVO niet overgaan tot regelgeving. Ik zal mij echter sterk inzetten om MVO uit te dragen, met de OESO-richtlijnen als kader. Dit zal ik zowel in Nederland doen als tijdens mijn reizen in het buitenland, zoals onderhavige naar India.