Het kan natuurlijk niet uitblijven dat bedrijven zoals de vier techreuzen Amazon, Google, Facebook en Apple ter verantwoording worden geroepen over hun machtspositie en rol in de samenleving. Steeds duidelijker wordt ook dat bedrijven ook een maatschappelijke rol vervullen.
Opvallend is dat de CEO’s van deze techreuzen, na (of juist door) het succes wat hen ten deel is gevallen, nu in de verdediging schieten voor de onderzoekscommissie van Amerikaanse Huis van Afgevaardigden. En daar slagen ze eigenlijk nauwelijks in. De American dream, het bieden van werkgelegenheid, het leveren van de beste spullen of gemak voor klanten zijn niet voldoende om hun positie te verdedigen. Het idee dat de VS volgens Besos van Amazon gebaat is bij grote ondernemingen die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen, klinkt op het eerste gezicht misschien goed, maar dat geldt ook voor het MKB dat verantwoord onderneemt en misschien wel meer waarde creëert door haar bijdrage aan lokale gemeenschappen. Zuckerberg kan weliswaar vertellen dat Facebook veel geld doneert aan goede doelen, maar dat kan en mag geen bliksemafleider zijn voor steken die het in haar kernprocessen (denk aan privacy, discriminerende content etc.) laat vallen. Het gaat om de totale impact die je als bedrijf op de samenleving hebt.
Hoe gaaf zou het geweest zijn als deze CEO’s hun betoog waren gestart met de opmerking dat we in deze wereld 17 SDG’s hebben geformuleerd en vol overtuiging hadden kunnen vertellen dat ze met hun business op die en die doelen wezenlijk hebben bijgedragen. Keurig geobjectiveerd met prestaties en cijfers. En dat ze zodoende een netto positieve impact op de maatschappij hadden. Dat zou een sterk verhaal zijn.
Bart Brüggenwirth, B-Open