Maar aandelenanalisten vinden onvoldoende verband tussen duurzaamheid en financiële prestaties of waardecreatie op lange termijn. Feit is dat de verbinding tussen de duurzaamheidsshow en prestaties bij grootbanken zoekgeraakt is. Hun grootse vertoon draagt eerder bij tot een achteruitgang in de kwaliteit van informatieverschaffing. En daarmee het vertrouwen in de bank.
Klanten, het grote publiek, maar ook eigen werknemers weten nauwelijks wat duurzaamheid kan betekenen. Er zijn hoegenaamd geen consequenties rond kredietverlening bijvoorbeeld. En welke prestaties in de normale bedrijfsvoering zijn duurzaam en welke niet? Kunnen de grootbanken eigenlijk wel een bijdrage leveren aan een duurzame wereld voor onze kinderen en kleinkinderen?
Interne duurzaamheidsafdelingen trekken hard, maar de weerstand is te groot en het mandaat te gering. Laaghangend fruit wordt wel geoogst: toeleveranciers, energieverbruik, ingekochte CO2-compensatie en de lease-automaatschappij worden aangepakt. Daarna start de échte zoektocht: de eigen vertaling naar de kernactiviteit: de financiële dienstverlening zelf.
De kloof tussen woorden en daden moet met spoed van drie kanten worden overbrugd.
1. De ’to do-lijstjes’ combineren met ongenadig sterke interne communicatie. De medewerkers moeten het zelf begrijpen, willen en kunnen.
2. Iemand mandaat geven om maatregelen te nemen.
3. Afrekenen op prestaties.
Alexander Rengers werkt bij Good Company.