De overheid verwacht dat ondernemingen die internationaal zaken doen, rekening houden met mens en milieu. Textielreus Zeeman is een van de bedrijven die concrete stappen zet op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). ‘We hebben mooie resultaten behaald’, zegt MVO-manager Arnoud van Vliet. ‘Maar we staan ook nog steeds voor grote uitdagingen’.
‘Zeeman is een familiebedrijf en dat is een belangrijk vertrekpunt voor alles dat we doen op het gebied van MVO. We willen het bedrijf gezond houden voor de volgende generaties en dat doen we door respectvol om te gaan met mensen, middelen en het milieu.’
‘Onze duurzaamheidsthema’s bepalen we samen met onze belangrijkste belanghebbenden: medewerkers, leveranciers, de overheid, ngo’s, banken en het IMVO Textielconvenant. Een van de belangrijke zaken die ze aangeven is dat Zeeman open en transparant moet zijn. Dat doen we graag. We tonen bijvoorbeeld alle fabrieken waarmee we werken op een online wereldkaart, maken een MVO-jaarverslag en besteden veel aandacht aan arbeidsomstandigheden en duurzame productie.’
Verbeteringen
Bedrijven die internationaal maatschappelijk verantwoord willen ondernemen, hoeven het wiel niet altijd zelf uit te vinden. Er is inmiddels veel kennis beschikbaar en de OESO-richtlijnen maken duidelijk wat de overheid verwacht op dit gebied. ‘De richtlijnen helpen ons MVO-beleid gestalte te geven’, aldus Arnoud. ‘Maar ze vormen ook een uitdaging bij internationaal MVO. We hebben in EU-verband bepaalde standaarden met elkaar afgesproken, maar het gaat erom dat je die vertaalt naar dagelijkse praktijk’. Arnoud vertelt dat hij tijdens een controle in een fabriek die in het verre oosten kleding voor Zeeman produceert, een stapel karton zag staan voor een nooduitgang. ‘Dat los je binnen een paar minuten op. Maar het is wel een belangrijk punt dat met training te maken heeft, kennis die je ter plaatse moet zien te behouden. Verbeteringen pakken we in ieder geval samen met de fabrieken op.’
Mensen in textielfabriek met mondkapjes, naaimachines en bakken textiel
‘We hebben ons onder het Bangladesh Accord ingespannen om ook de Bengaalse fabrieken waar we mee samenwerken veiliger te maken’.
Leefbare lonen
‘We werken niet alleen samen met leveranciers aan verbeteringen maar ook met andere Nederlandse bedrijven. Een textielfabriek in Karachi, Pakistan produceert zowel kleding voor ons als voor Schijvens Corporate Fashion. Met hen voeren we een pilot uit rond een van onze belangrijkste thema’s: eerlijk loon.
In dit ‘leefbaar loon’ project werken we ernaar toe dat de werknemers ongeveer 30 procent meer betaald krijgen dan het minimumloon. Een recent samenwerkingsverband waar ik erg blij mee ben, is met de Fair Wear Foundation. Dat is een ngo die samen met ons de arbeidsomstandigheden naar een nog hoger niveau gaat tillen. Het is goed om samen te werken. Zeeman is een groot bedrijf maar als je naar de textielsector als geheel kijkt zijn we maar een kleine speler.’
Fast fashion vs langetermijnrelaties
‘Zeeman produceert ‘basics’ die minder afhankelijk zijn van trends. We onderscheiden ons daarmee van bedrijven die ook goedkope kleding produceren, maar veel vaker nieuwe collecties op de markt brengen. Hoe we zulke scherpe prijzen kunnen bieden? Als een leverancier bijvoorbeeld 5.000 stuks teveel maakt, dan zeggen we niet “hou ze maar”. In plaats daarvan nemen we de restanten ook af, zodat hij niet daarmee blijft zitten. Ook betalen wij onze leveranciers direct na verscheping en niet pas na 120 dagen, zoals vaak gebeurt. Dit, samen met de langetermijnrelatie die we met onze leveranciers hebben, vertaalt zich terug in lage prijzen’.
Kleine stappen
‘MVO bereik je niet in een keer maar in stapjes. Wij als familiebedrijf kunnen in ieder geval niet in een keer het roer omgooien. Natuurlijk hebben we mooie stappen gemaakt en is het fijn dat ik eind vorig jaar op het 19de Nationaal Sustainability Congres verkozen ben tot ‘MVO Manager van het Jaar 2019‘, maar we staan als sector nog voor enorme uitdagingen. Maar ook met kleine stappen kun je mooie resultaten behalen.’
Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website ‘Nederland Wereldwijd’