Steeds meer mensen rijden in een elektrische auto en hebben zonnepanelen op hun dak. Dat is goed en noodzakelijk om de klimaatafspraken uit Parijs waar te maken. Maar wat veel mensen niet weten is dat deze ‘groene’ producten worden gemaakt met grondstoffen uit Latijns Amerika. In deze mijnen staat veilig en gezond werken voor een eerlijk loon over het algemeen niet voorop. De energietransitie vraagt dus dat we werk maken van eerlijk werk, omdat we niet willen dat onze zonnepanelen bijdragen aan uitbuiting van mijnwerkers. Nederlandse overheid, bedrijven, vakbonden en ngo’s bundelen daarom de krachten in het metaalconvenant. Zo hebben we zélf de sleutel in handen om bij te dragen aan een eerlijke energie transitie, in Nederland en daarbuiten.

Onderaannemers en tijdelijke contracten

Europa produceert geen grondstoffen voor metalen, deze komen met name uit Latijns-Amerika en Afrika. De misstanden als het gaat om het schenden van mensenrechten, vervuiling en het uitbuiten van arbeiders zijn nu al een enorm probleem. Zo bleek uit een recente studie die we deden in landen als Peru, Bolivia en Colombia waar veel van de metalen voor Nederland vandaan komen, dat de rechten van mijnbouwers onder druk staan door verregaande flexibilisering.

Zo rond de 70% van hen werkt met kortlopende contracten van rond de drie maanden. En dat jarenlang. Omdat mensen via onderaannemers werken, krijgen zij minder betaald en meestal ontbreken een goede veiligheidstraining en afdoende beschermingsmaterialen. Gevolg: een hogere kans op (dodelijke) ongelukken tijdens het werken in de mijn. En wil je lid worden van een vakbond dan leidt dat vaak direct tot ontslag. Arbeiders in informele kleinschalige mijnbouw zijn nog slechter af, want zij zijn volkomen rechteloos met als gevolg uitbuiting en zelfs kinderarbeid.

Helaas is de internationale metaal productieketen weinig transparant, waardoor het moeilijk is te zien of metalen die in de batterij van je auto zitten verantwoord uit de grond zijn gehaald. Want waar er nu al tekorten zijn, zal er als de vraag steeds groter wordt, een ‘run’ op grondstoffen ontstaan, waarbij zaken als mensenrechten, milieu en arbeidsrechten terzijde worden geschoven.

Metaalconvenant

Concrete maatregelen en samenwerking zijn nodig. Dat is ook precies de reden waarom het metaalconvenant is opgericht in 2019. Hierin werken 16 verschillende partijen samen – zeven bedrijven, twee ministeries, twee brancheorganisaties, drie maatschappelijke organisaties, twee vakbonden en zes ondersteunende organisaties.

Doel is het in kaart brengen van misstanden in de mijnbouw en de recycling van metaal en daar vervolgens gezamenlijk actie op ondernemen. Zo kan voldaan worden aan de belangrijkste standaarden van zowel de EU als de OECD voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen in de metaalsector.

Bedrijven brengen risico’s in kaart en luisteren daarbij naar het advies van de vakbonden en ngo’s, die goed weten wat er speelt in de regio. Vervolgens wordt er een collectief actieplan gemaakt, gericht op het verbeteren van de situatie.

De kracht van het model ligt vooral in de samenwerking om tot een verantwoorde keten te komen en daarmee een eerlijke energietransitie te waarborgen zodat het zuiden niet de prijs betaalt voor onze transitie. Om dit te kunnen doen is het van belang dat het convenant op steun van de politiek kan blijven rekenen en dat meer bedrijven zich aansluiten. Zo kan de Nederlandse metaalsector een koppositie pakken binnen Europa.

Anneke Westerlaken, voorzitter van CNV Internationaal