Transporteurs zijn onmisbaar voor de logistiek en het dagelijks leven van onze samenleving. Zij staan momenteel voor een uitdaging: de overstap maken naar duurzame praktijken in een markt waarin elke euro telt. Bedrijven moeten sinds dit jaar hun wagenpark aanpassen door de invoering van zero-emissiezones in 14 Nederlandse gemeenten voor personen- en bestelauto’s en in negen gemeenten voor dieseltrucks. Dit roept vragen op bij bedrijven: is het financieel haalbaar voor transporteurs om deze groene aanpassingen door te voeren? En zo ja, tegen welke kosten?

De uitdaging van vraag en aanbod

De overstap naar emissievrije voertuigen, zoals elektrische vrachtwagens en voertuigen op waterstof, is niet alleen een milieuvriendelijke stap maar ook een wettelijke verplichting. De introductie van zero-emissiezones verplicht bedrijven hun wagenpark te vergroenen. Deze noodzakelijke veranderingen zijn positief voor een duurzamere toekomst, maar komen ook met significante kosten. Dit gaat verder dan directe kosten zoals de aanschaf van nieuwe voertuigen en aanpassingen aan de infrastructuur.

Operationele factoren, zoals routeplanning en rusttijden, spelen ook een rol. Elektrische vrachtwagens hebben bijvoorbeeld een beperktere actieradius dan hun dieseltegenhangers, wat leidt tot vaker stoppen om te laden, wat weer de leveringsefficiëntie en rusttijden beïnvloedt. Kortom, de kosten en gevolgen zijn groter dan men in eerste instantie verwacht. Deze verduurzamingskosten zijn lastig door te berekenen aan zakelijke eindklanten, die prijsbewust zijn en terughoudend om meer te betalen voor duur(zamer)e opties. Vaak zijn dit bedrijven die zelf ook onder economische druk staan. Dit dilemma wordt steeds meer zichtbaar in een sector met sterke concurrentie en kleine winstmarges.

De cyclus van toenemende vraag naar duurzame producten en diensten, tegenover een lagere bereidheid om hier meer voor te betalen, is een uitdaging die velen sectoren kennen. Denk aan boeren die overstappen op een groenere werkwijze, terwijl consumenten in supermarkten terugschrikken voor de hogere prijzen van biologische producten. Supermarkten drukken daarom de prijzen om aan de verwachtingen van prijsbewuste klanten te voldoen.

Verduurzamen binnen de keten

De verantwoordelijkheid om de sector te verduurzamen kan niet alleen op de schouders van transporteurs rusten. Een gedeelde verantwoordelijkheid tussen leveranciers, zakelijke afnemers en beleidsmakers is nodig om deze transitie haalbaar te maken. Beleidsmakers kunnen bijvoorbeeld verduurzaming stimuleren door hogere subsidies aan te bieden voor de aanschaf van emissievrije voertuigen en voor het aanleggen van de laad- en tankinfrastructuur. Ook kunnen fiscale voordelen, zoals lagere belastingen, bedrijven helpen de financiële drempels te overwinnen.

Daarnaast is het belangrijk dat bedrijven begrijpen dat verduurzamen niet alleen goed is voor het milieu, maar ook voor een toekomstbestendige bedrijfsvoering. Op lange termijn kunnen emissievrije voertuigen bijvoorbeeld leiden tot lagere energie- en onderhoudskosten. Informatiecampagnes kunnen bedrijven wijzen op hoe duurzame keuzes niet alleen aan wetgeving voldoen, maar ook hun reputatie kunnen verbeteren.

Een duurzame toekomst voor de transportsector vraagt om een open gesprek over financiële uitdagingen en oplossingen, waarbij meer partijen dan alleen transporteurs zich verantwoordelijk voelen. Door de kosten binnen de keten eerlijker te verdelen en samen te werken, kunnen we succesvol vergroenen. Duurzaamheid en economische levensvatbaarheid moeten daarbij hand in hand gaan.

Amanda Rasch, Managing Director DKV Mobility Benelux