Sinds 1998 onderzoeken Milieudefensie en Greenpeace in de supermarkt het biologisch aanbod, herkenbaar aan het EKO-keurmerk. In 2000 won de Konmar in Rotterdam met 161 EKO-producten. In 1999 en 1998, toen de milieuorganisaties alleen het assortiment groente en fruit bekeken, kregen respectievelijk A&P en Konmar de prijs. De gemiddelde supermarkt had dit jaar 56 EKO-producten, vorig jaar 48. Dat is nog geen half procent van het totaal aantal van vijftienduizend producten dat een middelgrote supermarkt in de schappen heeft.
Ook wat betreft het gemiddeld aantal producten per filiaal is Albert Heijn winnaar met 113 EKO-producten, gevolgd door Vomar (99) en Konmar (88). Vomar heeft het grootste aanbod van biologische aardappelen, groente en fruit en heeft samen met Konmar de meeste soorten biologisch vlees. De Spar in het dorpje Sauwerd (Groningen) is met 72 EKO-producten per honderd vierkante meter verkoopvloeroppervlak de supermarkt met de grootste ‘EKO-dichtheid’.
De groei in het aantal EKO-producten is
teleurstellend. Supermarkten maakten in het convenant Marktontwikkeling biologische landbouw met onder meer de voedselindustrie en politiek de afspraak om ervoor te zorgen dat in 2004 vijf procent van de consumentenbestedingen biologisch is. Met de huidige groei van zestien procent per jaar zullen er in 2004 gemiddeld nog geen honderd EKO-producten in de winkels liggen. In de meeste supermarkten is dit minder dan één procent van het totale aanbod. Het valt niet te verwachten dat met zo’n klein aanbod de
doelstelling van vijf procent omzet wordt bereikt.
De Nederlandse supermarkten lopen achter op hun collega’s in het buitenland. Tegut uit Duitsland heeft duizend biologische levensmiddelen in de schappen, goed voor zeven procent van de omzet.
Alle grote Duitse supermarktketens hebben biologische huismerken. De Engelse supermarktketens Sainsbury, Tesco en Iceland hebben minimaal 750 biologische producten.